ERVARINGEN VAN FLOOR IN NAMIBIË Achtergrond In het kader van internationaal watervogelonderzoek (voornamelijk steltlopers) heeft Floor Arts in het voorjaar van 1999 een maand in Namibië onderzoek gedaan, vooral m.b.t. zijn grote liefde, de sterns. Floor maakte deel uit van een onderzoeksteam van het WIWO (Working Group International Waterbird and Wetland Research) dat bestond uit 2 Zuidafrikaners, 2 Australiërs, 2 Noren, 5 Nederlanders en een Namibiër. Het onderzoek vond plaats van februari tot begin april. In grote lijnen zoekt men antwoord op de vraag waarom bepaalde vogels op een bepaald moment op een bepaalde plaats zijn. Sterns verplaatsen zich van Noord Europa naar Zuid Afrika en Namibië was uitgekozen omdat daar nog heel weinig systematisch onderzoek is gedaan. Op 27 oktober jl. heeft hij ons in de MICMEC middels een dialezing van zijn ervaringen verteld. De omgeving Namibië is een dun bevolkt land (700.000 mensen) dat tot 1990 bestuurd werd door Zuid Afrika. Het ligt tussen Angola en Zuid Afrika in en heeft een kustlijn van 1600 km. Het bestaat grotendeels uit woestijn waar maar 2 rivieren doorheen lopen die uitmonden in een baai. Ook lopen er een aantal ondergrondse rivieren die zichzelf signaleren doordat er dan opeens een groen lint door de woestijn loopt. Grote stukken van de kust zijn verboden gebied vanwege de daar gevestigde diamantmijnen. Ook wordt er in reusachtige poelen zout gewonnen door zeewater te laten indrogen. De vogels zoeken natuurlijk die rustige zones op. De kleine eilandjes in de zoutpannen vormen een rustplaats voor sterns. Het onderzoeksteam had toestemming om de zoutpannen te betreden. Voor de kust van Namibië komt voedselrijk poolwater aan de oppervlakte, een zogenaamde "upwelling". Deze gebieden kenmerken zich door een hoge productiviteit wat zich uit in enorme hoeveelheden vis. Je kan aan het strand dan ook duizenden sterns zien die daar op af komen. Ook kwamen er gigantische groepen (tienduizenden!) aalscholvers voor. Deze aalscholvers broeden op kunstmatig aangelegde platforms. Door de enorme hoeveelheid vogeluitwerpselen is een dikke laag mest (guano) ontstaan. Deze mest wordt geoogst en geëxporteerd als kunstmest. Ook pelikanen hebben deze platforms ontdekt als broedplaats. De verhalen gaan dat deze Pelikanen af en toe massaal op jonge aalscholvers foerageren zoals ze scholen vis bejagen. Het onderzoek Voedselprotocollen. Er werden z.g. voedselprotocollen van sterns opgemaakt. In teams van twee man worden de stems daarvoor gevolgd waarbij de één de vogel volgt met de kijker en de ander notities maakt. Elke verandering in het gedrag van de vogel wordt dan opgenoemd en opgeschreven. De sterns vangen een vis maar kunnen die door de harde stekels niet onmiddellijk naar binnen werken. In de vlucht 'schikken' ze de vis en eten hem dan op. De grootte van de vis wordt vastgesteld door de grootte te relateren aan de snavel van de vogel, lx snavellengte is normaal. Tevens wordt vastgesteld hoe lang het duurt voordat de vogel slikt. Ringen. In de schemering werden netten opgezet voor de binnenkomende stems die op weg naar slaapplaats waren. Per nacht werden door 4 a 5 man ongeveer honderd sterns geringd, gewogen en gemeten. Voor de snavel van de Grote Kuifstem stem moet je oppassen! In totaal werden zo'n 1500 stems gevangen waarvan 1000 Visdieven. Ruiscore. Om te bepalen hoe ver een vogel is met mien wordt naar een aantal veren op de vleugels gekeken. Per veer wordt een cijfer gegeven en het totaal per vogel is zijn ruiscore. Van de door het team geringde stems zijn inmiddels minstens twee terugmeldingen uit Europa binnen gekomen. Pim Wolf heeft aan de Oosterschelde een vogel waargenomen die hij het jaar daarvoor ook al daar had waargenomen; toen een Visdief met een Noorse ring. Afgelopen zomer droeg dezelfde vogel twee ringen, een Noorse en een Zuidafrikaanse. Die tweede ring was op 7 maart in Namibië omgelegd! Deze Noorse broedvogel vliegt dus jaarlijks van Noorwegen naar Namibië en weer terug, dat is ca. 13000 km langs de kust (enkeltje)!!! In de avondschemering werden Boerenzwaluwen gevangen in de rietbedden van de waterzuivering. Eén daarvan had een Britse en één had een Afrikaanse ring. "DUITSE" WULP TROUW AAN WALCHEREN Het is al weer enige jaren geleden, om precies te zijn op 18 november 1997, dat ik in de Oosternieuwlandpolder, dat ligt ten noorden van de doorgaande route Veere - Vrouwenpolder, in een groep Wulpen een gekleurringd exemplaar ontdekte. Na het thuis ophalen van mijn telescoop bleek bij terugkomst de vogel nog aanwezig te zijn. Na het noteren van de kleurcombinatie en de plaats van de metalen ring (ook dit is belangrijk!) kon een aanvang gemaakt worden met het achterhalen van de herkomst van deze Wulp. Gelukkig kon Floor me via de internetsite: www.ping.be/cr~birding een drietal instanties opgeven welke zich bezighouden met het (kleur)ringen van Zwelmpje 15jaargang nummer 1 februari 2000 8 l Zwelmpje 15 jaargang nummer 1 februari 2000 9 Leen van Vliet, 4/11/99

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2000 | | pagina 6