worden hoeveel Noordse en hoeveel Russische Kauwen er op Walcheren overwinteren. Mede door de aanwezigheid van veel eerste winter vogels en de onbekendheid van de herkenning zou het bepaalde aantal op Walcheren overwinterende Noordse Russische Kauwen nog veel hoger kunnen liggen. Vrijwel alle waarnemingen komen uit de periode oktober - februari met een piek in november. Noordse en Russische Kauwen zijn dan vooral te vinden in groepen Kauwen. Door een grotere interesse en herkenning van de kauwenondersoorten kan in de toekomst een preciezere aanduiding worden gegeven over het voorkomen van deze twee oostelijke ondersoorten op Walcheren. Literatuur Avifauna van Nederland I - Arnoud B van den Berg Cecilia A W Bosman De Grote Encyclopedie Der Vogels - Karei Stastny Herkenning en voorkomen van Russische en Noordse Kauwen in Nederland - Rudy Offereins calidris@.xs4all.nl Tirions Vogelgids - James Ferguson-Lees Ian Willis Vogels van Walcheren - Jaco Walhout Fred Twisk Gerwin Geertse, Reigershoutstraat 33, 4364 BA Grijpskerke. VREEMDE KOSTGANGER Het is alweer enkele jaren geleden dat ik t.b.v. het nestkaartproject van SOVON het volgende voorval constateerde. In onze tuin broeden jaarlijks 3 tot 5 paartjes vogels, meestal een paartje Merels, een paartje Koolmezen, een paartje Pimpelmezen en soms een Zanglijster en een Heggenmus. Vanwege het invullen van een nestkaart worden de legsels nauwlettend gevolgd. Destijds broedde in de voortuin een paartje Zanglijsters in een laurierstruik en in de achtertuin een paartje Merels eveneens in een laurierstruik. Toen de jongen van de Zanglijster groot genoeg waren, werden ze door dhr Schaap van een ring voorzien. Toen ik een week later het Merellegsel in de achtertuin controleerde, bevond zich wel een heel licht gekleurde vogel tussen de jongen in het nest. Wat was het geval, tussen de aanwezige jongen bevond zich een geringde jonge Zanglijster uit de voortuin! Soms komt het wel eens voor dat een vogel een ei legt in een nest van een andere soort. Omdat het een geringde Zanglijster was gaat dat in dit geval niet op. Mogelijk is de jonge Zanglijster afgekomen op het piepend geluid van de jonge Merels, wat ze tijdens het voeren maken, en trachtte op die manier aan de kost te komen. JACHT OP EEN KIEVIT Halverwege de middag van 20 december fietste ik een vogeltocht naar Veere. Op de Kruisweg aanbeland, zag ik in de verte grote paniek onder de Kieviten, Wulpen en Kokmeeuwen ontstaan. Al gauw zag ik boven de vogels een Slechtvalk, een juveniele vogel. Gezien de grootte dacht ik te doen te hebben met een mannetje. Door m'n verrekijker hield ik de vogel in de gaten. De vogel cirkelde geruime tijd rond, maar opende daarna de jacht op een Kievit. Terwijl zijn soortgenoten op veilige afstand toekeken, kon de Kievit ruim een minuut de roofvogel ontwijken en letterlijk ontduiken. Toch werd hij af en toe geraakt, zag ik. De jacht ging zich steeds op geringere hoogte afspelen, soms rakelings over een rustende Buizerd heen. Even later kon ik de vogels niet meer zien door een paar bomen, maar al snel kwam de Slechtvalk weer naar boven, met de geslagen Kievit in de poten. Ik verwachtte dat hij snel zou gaan landen. Blijkbaar was zijn prooi echter nog in leven en vocht ook nog steeds door, want plotseling liet de valk hem los. Verbazingwekkend was dat de Kievit weer (gewoon!) verder vloog. De Slechtvalk gaf echter niet op en zette zijn stootduiken voort. Toen kwam de al eerder genoemde Buizerd in actie. Met enkele vleugelslagen verdreef deze de valk en ging toen zelf over op de Kievitjacht. Blijkbaar was de Kievit al goed verzwakt, want zijn nieuwe trage belager had hem al na drie pogingen (in de lucht!) te pakken. Hierna ging de Buizerd op de akker zitten, met gespreide vleugels om zijn buit af te schermen. De Slechtvalk voerde nog enkele drieste schijnaanvallen op de dief uit, maar dat maakte geen indruk. Na één tegenaanval van de Buizerd droop hij af. Heel leuk om van zo'n vechtpartij getuige te zijn geweest. VLIEGENDE DEUREN OVER WALCHEREN EN ZEELAND Op 19 oktober 1999 was het een koude najaarsochtend op de Nolledijk. Er vloog die ochtend niet erg veel langs, op wat vinkentrek na was het erg rustig. De roofvogels daarentegen waren wel goed vertegenwoordigd, in die drie en een half uur dat wij daar geteld hebben vlogen maar liefst 126 Sperwers, 39 Buizerds en 3 Rode wouwen langs. Dit leek een teken voor een nog grotere roofvogelverplaatsing. Omstreeks 11 uur was het zo ver, ver boven Valkenisse zag ik in mijn telescoopbeeld een zeer grote roofvogel aan komen vliegen, die ik ontsteld als een 'ontaard grote roofvogel' doorgaf. Nog geen 10 seconden later zagen we allemaal tegelijk dat het hier om een Zeearend ging. Nu was de volgende determinatieproblematiek aan de orde, nl. de leeftijd van de vogel, want een paar dagen daarvoor had Peter Meininger op dezelfde plaats een eerstejaars Zeearend gezien. Onze vogel was echter al wat ouder en vertoonde veel kenmerken van het tweede winterkleed, vooral de lichte plek op de achterhals/rug was een opvallend kenmerk. De vogel vloog zeer langzaam verder tot we hem boven t Zwelmpje 15jaargang nummer 1 februari 2000 14 Jos Tramper, Noordweg78, 4353 AZ Serooskerke e-mail jtramper@zeelandnet.nl t Zwelmpje 15jaargang nummer 1 februari 2000 15 Johannes Luiten, Singelweg 2, 4333 LE Sint Laurens

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2000 | | pagina 9