VERHAAL BIJ EEN TERUGMELDING VAN EEN GERINGDE VOGEL Nadat een vondst of vangst van een geringde vogel is gemeld aan de Nederlandse Ring- centrale, dan wordt daarvan een Terug meldingsformulier gemaakt ten behoeve van de vinder/melder en de ringer. In bijna alle gevallen ont vangt de ringer alleen dit Terug meldingsformulier met vermelding van summiere vindgegevens. Een enkele keer wordt de correspondentie van de vinder/melder er wel eens bijgevoegd. Voor de ringer zijn deze aanvullende gegevens erg leuk. Zo ontving ik een terugmelding van een Torenvalk, die ik te Ritthem als nestjong had geringd uit een nest met 6 jongen en die ruim 5 maanden later werd teruggemeld uit Dannes, Pas de Calais in Frankrijk. Hoe de melder deze vogel daar aantrof leest u in onderstaande geciteerde brief, welke met het Terugmeldingsformulier werd meegestuurd. "In het kader van een verspreidingsonderzoek aan Nederlandse zilver-meeuwen (IBN), bracht ik een bezoek aan de vuilstortplaats te Dannes in het departement Pas de Calais, Frankrijk. Op een gegeven moment vlogen alle aanwezige meeuwen in paniek de lucht in en werd mijn aandacht getrokken door het langdurig en continu roepen van een Torenvalk. Na enig zoeken vond ik de bron van dit geluid. Op een smalle richel op een nabijgelegen helling waren een Sperwer (een adult mannetje) en een Torenvalk in een gevecht verwikkeld: de Sperwer lag op z'n rug en hield de Torenvalk met z'n klauwen vast, de Torenvalk zat bovenop de Sperwer en hield deze eveneens met z'n klauwen in de greep. Beide vogels hebben vanaf het moment dat ik ze in het vizier kreeg nog tien minuten in deze houding gelegen, waarbij de Torenvalk voortdurend riep. Plotseling liet de Torenvalk los en vloog weg; de Sperwer bleef verdwaasd achter op deze plek. Ongeveer een minuut later - terwijl ik de Sperwer nog in het telescoopbeeld had - dook de Torenvalk weer op de Sperwer en herhaalde zich het hele gebeuren. Na enkele minuten rolden beide vogels ineengestrengeld van de helling af en kwamen terecht op het modderige toegangspad naar de vuilstort. Ook daar bleven de vogels hun gevecht voortzetten. Na enige tijd ben ik er naar toegelopen, omdat ik bevreesd was dat de vogels wellicht door een vrachtauto zouden worden overreden. Ze zaten ondertussen helemaal onder de modder en hielden pas op met hun gevecht toen ik ze tot op twee meter genaderd was! Ze bleken echter niet meer te kunnen vliegen: beide vogels fladderden weg over de grond. Ik heb ze vervolgens allebei gevangen om te kijken of ze eventueel verwondingen vertoonden. Zover ik heb kunnen nagaan mankeerden ze niets en was het uitsluitend de modder aan de vleugels en staart, die hen het vliegen verhinderde. Ik ging ervan uit dat ze het vliegvermogen wel weer zouden terugkrijgen als de modder was opgedroogd. Om die reden heb ik ze - gescheiden van elkaar - weer losgelaten op een rustige plek. De Sperwer ben ik uit het oog verloren. De Torenvalk, die een Nederlandse ring bleek te dragen, heb ik daarentegen nog een tijd gevolgd. Ik had hem op een paaltje gezet, waarna hij onmiddellijk naar de grond fladderde. Minuten later vloog hij moeizaam en laag over de grond weg om vervolgens een onzachte landing te maken tussen enkele struiken. Daarna heb ik hem niet langer gevolgd." U zult het ongetwijfeld met mij eens zijn, dat een dergelijk verhaal bij een terug melding, behalve een erg leuke ook een waardevolle aanvulling is op de standaard vindgegevens. TERUGMELDINGEN VAN GERINGDE VOGELS In twee opeenvolgende winters n.l. die van 1995/96 en 1996/97 vielen met name onder Scholeksters veel slachtoffers. Door voedselgebrek in het Waddengebied werden veel Scholeksters gedwongen hun heil elders te zoeken. Ze zochten het Deltagebied op of trokken verder naar de Belgische en Franse kust. Ook langs de Ooster- en Westerschelde was het echter geen tafeltje dek je. Gevolg was dat veel Scholeksters onvoldoende voedsel konden bemachtigen en in combinatie met de koude het niet langer konden bolwerken. Ook van andere steltlopersoorten werden in deze periode meer dode exemplaren gevonden dan in andere jaren. Van een aantal zijn de ringgegevens vermeld in het voorgaande nummer van 't Zwelmpje. Van de vele gevonden geringde Scholeksters volgt hieronder een selectie. Duidelijk is te zien, dat nog al wat bejaarde vogels het niet hebben gered. Tevens is het aantal "noorderlingen" opvallend. t Zwelmpje 15 e jaargang nummer 2 mei 2000 8 ij fji Zwelmpje 15jaargang nummer 2 mei 2000 9 Adri Joosse, Willem Alexanderstraat 21, Oost-Souburg.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2000 | | pagina 6