er ganzen foerageren op wintertarwe, graszaad of eenjarig gras en was toegestaan tot 1 april 2000. Aan de tellers werd gevraagd om kritisch te kijken naar de uitwerking van deze nieuwe vorm van ganzenjacht en dit indien nodig te melden. Voor zover ik weet zijn er de gehele winter geen meldingen geweest. Vanaf oktober werden de eerste overtrekkende ganzen gezien. De hele winter door waren er vaak genoeg ganzen in de lucht te bewonderen. Her en der streken er voor slechts een korte tijd nog wel ganzen neer, maar veelal buiten de telweekenden. Het kerngebied voor Walcheren blijft nog altijd het Oude Veerseweg gebied. Hier worden ieder jaar vaak genoeg gemengde groepen van een paar honderd ganzen gezien. Deze groepen hebben vermoedelijk een uitwisseling met Noord-Beveland. Dit jaar bleek er echter een ringer zijn neus af en toe tussen de ganzen te steken, wat vast voor enige paniek heeft gezorgd. Een andere plek waar zo nu en dan nog wel eens met regelmaat een groepje ganzen wil gaan zitten is de Sint Laurense weihoek. Knobbelzwaan - Walcheren is een belangrijkste overwintering- gebied in Zeeland voor de Knobbelzwaan. Dit was ook dit jaar weer het geval. In vergelijking met vorig seizoen (1998/1999) is er een ver schuiving van het aantalsverloop te bespeuren. Reeds in november werd het maximum bereikt (154 ex) waarna het aantal gestaag afnam tot in maart. Vorig seizoen was er duidelijk een piek te constateren in januari, waarna de aantallen in februari begonnen in te zakken. Het aantal overwinterende Knobbelzwanen lijkt afgelopen seizoen iets meer te zijn dan het seizoen ervoor. Bij deze aantallen moet gezegd worden dat het kanaal, de kreken en de stedelijke gebieden gewoonlijk niet worden geteld. Tijdens de midwintertelling werden in Middelburg alleen al 20 ex geteld. In november verbleven er 21 ex op het kanaal tussen Vlissingen en Arnestein. De plaatsen waar zich veel vogels 20) bevonden, waren de weilanden tussen Grijpskerke - Poppendamme - Buttinge, en tussen Meliskerke en Aagtekerke. Ook tussen Kleverskerke en Middelburg, in Welzinge en rond Nieuw en St. Joosland waren aanzienlijke aantallen 10) aanwezig. Kleine Zwaan - Deze soort is tijdens de tellingen drie keer opgemerkt. In december bevond een adulte vogel zich tussen Knobbelzwanen bij Kleverskerke. Januari leverde drie adulte op tussen Middelburg en Vlissingen. Het maximum van zeven vogels, waaronder 5 juveniele, werd bij Ritthem gezien. Tevens zou in december tussen Oostkapelle en Vrouwenpolder een groep van c 400 ex gezien zijn. Toendrarietgans - Buiten de telweekenden werden er af en toe overvliegende groepjes gezien. Tijdens de telling werden er vier keer aan de grond gezien. In januari deden 30 ex zich te goed aan bietenresten bij Vrouwenpolder, zaten 2 ex bij Zanddijk Aantalsverloop Knobbelzwaan en tenslotte een grote groep van maar liefst 200 ex bij Oostkapelle. Ook in februari waagde de soort zich aan de grond. Bij Serooskerke werden minstens 70 ex gezien. Kolgans - Deze soort werd tot februari bij Zanddijk gezien in een behoorlijke groep. In november, december en januari waren deze vogels ook tijdens de telling aanwezig. In november konden er 385, in december 496 en in januari 170 ex geteld worden. Opvallend bij de groep van december was het aantal jonge vogels 30%). Ook overvliegende vogels werden tijdens de tellingen opgemerkt. Soms in grote groepen, getuige de waarneming van ca 200 vogels onder Arnemuiden. De kolgans is, net als de voorgaande jaren, ook afgelopen seizoen weer de algemeenste gans op Walcheren. Grauwe Gans - Ook deze soort was weer aanwezig. Bij Nieuw en St. Joosland ligt het beste gebied om ze te zien. Van oktober tot maart werden ze hier gezien. De aantallen varieerden van 5 tot 33 ex. Buiten dit gebied is er nog een waarneming van 1 ex bij Ritthem in januari en werden ze nog op twee plekken gezien in februari. Bij Grijpskerke was een groep van 12 ex aanwezig, terwijl op dezelfde dag bij Oostkapelle nog eens 4 ex gezien werden. Brandgans - Eenmaal werd de Brandgans tijdens de telling aan de grond gezien. 5 ex bevonden zich in november in de grote groep Kolganzen bij Zanddijk. In het luchtruim zaten er meer. In februari vloog een groep van c 40 ex over Welzinge. De gehele winter waren er echter altijd een aantal tussen de Kolganzen bij Zanddijk aanwezig. Rotgans - Deze soort werd niet aan de grond gezien. Slechts eenmaal een overvliegende groep van 12 ex over Nieuw St. Joostland. Overige gans- en zwaanachtige soorten: Zwarte Zwanen waren ook weer aanwezig. Januari leverde 1 ex op bij Poppendamme. In februari werd een ex gezien bij Kleverskerke, terwijl er in maart twee vogels opvielen tussen Knobbelzwanen bij Hogelande. Aan Nijlganzen ontbrak het deze winter ook niet. Bij Kleverskerke was een maxima van 22 ex present. Tussen Ritthem en Vlissingen verbleven er maximaal 7 ex. Twee vogels vlogen richting zuid over Nieuw en St. Joosland. Van de Soepgans waren er twee aanwezig in de buurt van Nieuw en St. Joosland. Tot slot wil ik alle tellers weer bedanken voor hun inzet. HET OUDE VEERSEWEGGEBIED BLIJFT VERRASSEN! Je hebt op die mooie middag van 25 januari vanaf drie uur vrij. Wat doe je dan? Jawel, je pakt je fiets, om via de Oude Veerseweg nog even een rondje Veere te doen. Al fietsend door de Oude Veerseweg bedacht ik, dat er hier al aardig wat leuke soorten waren gezien. Alleen 's winters al, in de laatste 5 jaar 3 keer een Dwerggans. Dat de zeldzame ganzen allen Dwergganzen betroffen, was natuurlijk niet onlogisch, omdat t Zwelmpje 15jaargang nummer 3 augustus 2000 12 200 150 100 50 0 17-okt 14-nov 18-dec 16-jan 13-feb 19-mrt t Zwelmpje 15jaargang nummer 3 augustus 2000 13 Gerwirt Geertse, Reigershoutstraat 33, 4364 BA Grijpskerke

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2000 | | pagina 8