PROGRAMMA EXCURSIES VOGELHERKENNING. In deze maandelijkse excursies staat het herkennen van vogels in het veld centraal. In eerste instantie zijn de excursies bedoeld voor leden van de VWG maar andere geïnteresseerden zijn altijd welkom. Programma eerste helft 2001 Zondag 7 januari - Veere, Veersche kreek Aanvang 10 uur op de grote parkeerplaats in het bos tegenover jachthaven Oostwatering (vanaf Veere komend eerst de oude zeedijk oprijden en dan de tweede afslag naar links weer naar beneden, na ongeveer 100m aan je linkerkant is een grote parkeerplaats). Einde ca. 12 uur. Zondag 4 februari - Domburg, Westhove Aanvang 9 uur op de parkeerplaats bij kasteel Westhove. Einde ca. 11 uur. Zondag 4 maart - Vrouwenpolder, Veerse Dam Aanvang 8 uur op de parkeerplaats aan de Veerse Dam bij Resto Vrouwenpolder. Einde ca. 10 uur. Zondag 1 april - Middelburg, Oude Veerseweg Aanvang 7 uur, verzamelen aan de Oude Veerseweg ter hoogte van het natuurgebied (vanuit Middelburg richting Veere, na bruggetje eerste weg rechts en bij splitsing linksaf). Einde ca. 9 uur. Zondag 6 mei - Bres kens, telpost Aanvang 6.50 uur. Deze keer een excursie aan de overkant, we gaan met de boot van 6.50 vanuit Vlissingen naar Breskens. We laten de auto in Vlissingen achter en lopen naar de telpost. Einde ca. 11 uur. Zondag 3 juni - Dishoek, duinen Aanvang 6 uur op de parkeerplaats bij het pompstation in de duinen (einde van Strandweg). Einde ca. 8 uur. Het is niet nodig je van tevoren aan te melden, we zien wel wie er verschijnt. Het moet wel heel slecht weer zijn wil het niet doorgaan. Dus niet meteen bellen of het wel doorgaat als er een buitje valt of als het een beetje mistig is. Vragen en opmerkingen bij voorkeur via e-mail. WAT KRIJGT EEN VLISSINGS SPERWERJONG OP Z'N BORDJE? Recent heeft de Sperwer zich definitief gevestigd op Walcheren (Walhout Twisk 1998). Een vaste broedlokatie is de bosstrook in de binnenduinrand van Vlissingen tussen het Nollebos en Vebenabos. Voor het eerst werd broeden daar vastgesteld in 1997, sindsdien is daar jaarlijks succesvol gebroed door een paartje Sperwers. Afgelopen broedseizoen (2000) heb ik een klein onderzoekje uitgevoerd naar de prooikeuze van dit paartje Sperwers. Sperwers jagen op kleine prooien (vogeltjes), van deze prooien weegt 93% minder dan 80 g (Bijlsma 1993). Sperwennannetjes (150 g) zijn veel lichter dan vrouwljes (260 g), dit komt tot uiting in hun prooikeuze, mannetjes vangen gemiddeld de kleinste prooien. Tijdens het broeden is de voedselvoorziening een taak van het manneke. Pas als de jongen ongeveer tien dagen oud zijn, de voedselbehoefte is dan erg groot, gaat het vrouwtje zich ook bemoeien met de jacht. Daarvoor blijft het vrouwtje altijd op of in de buurt van het nest. De Sperwer heeft meestal een vaste plukplaats nabij het nest. Daar wordt de prooi van veren ontdaan voordat die aan het nest gebracht wordt Zo'n plukplaats is een stobbetje, liggende stam, richel in het terrein en soms een tak op enkele meters hoogte. Bij de onderzochte nestplaats waren twee plukplaatsen op ongeveer 10 meter van het nest. In de periode dat er jongen op het nest waren heb ik alle veertjes opgeraapt die ik maar kon vinden. De methode is om wekelijks alle plukresten te verzamelen, op die manier weetje wat er in de voorgaande week gevangen is. In dit onderzoekje was dat op 21 juni, 26 juni en 2 juli. Thuisgekomen werden de veertjes gesorteerd en behulp van m'n referentiecollectie van staartpennen op soort gedetermineerd. Totaal werden 46 prooien gevonden (tabel 1). De "mus" is de favoriete prooi van de Sperwer. Met 37% van het totaal was deze soort het talrijkst Ik ga ervan uit dat het in de meeste gevallen Huismussen betrof want de Ringmus is niet algemeen in de omgeving van de nestplaats. Andere soorten die meerdere malen werden aangetroffen rijn Spreeuw, Koolmees en Pimpelmees. Wat verder opvalt aan de lijst is dat er een zeer grote diversiteit is aan soorten, minimaal 13 verschillende soorten werden gevonden. Het ontbreken van Heggemus komt doordat de veren van deze toch algemeen voorkomende soort moeilijk te onderscheiden zijn van de mussen en tevens ontbreekt in mijn referentie collectie. Bijna de helft van de vogels is als juveniel gedetermineerd, het werkelijke percentage juvemelen is waarschijnlijk nog groter maar een deel van de veren was niet op leeftijd te brengen. Met het ouder worden van de jongen nam het aantal gevonden prooien toe (11 op 21 juni, 16 op 26 juni en 19 op 2 juli). Op 12 juli werden verspreid door het nestbos enkele plukresten verzameld die niet zijn vermeld in tabel 1, daaronder 3 plukresten van juveniele Spreeuwen. De belangrijkste prooien; Huismus, Spreeuw, Koolmees en Pimpelmees komen overeen met resultaten van andere onderzoeken in Nederland waarbij grote aantallen prooien werden verzameld (Bijlsma 1993, Donkers 1998, Ottens 1998). De grote diversiteit aan soorten toont aan dat de Sperwer in verschillende habitats jaagt. In de directe omgeving van het nest bevinden zich de volgende habitats: duin, bos, akker, stad. Van al die habitats zijn soorten Tabel 1. Prooien van Sperwer bij nestplaats in Vlissingen. Soort Fazant Boerenzwaluw Graspieper Winterkoning Zwarte Roodstaart Braamsluiper Grasmus Tjiftjaf Pimpelmees Koolmees Spreeuw (Huis/Ring) mus Kneu "onbekende soort" totaal totaal aantal aantal aantal juveniel adult 1 1 1 4 5 6 17 2 4 46 1 1 1 6 10 21 leeftijd onbekend 2 4 17 t Zwelmpje 15g jaargang nummer 4 november 2000 4 Floor Arts, 0118-419651, arts@zeelandnet.nl t Zwelmpje15 jaargang nummer 4 november 2000 5

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2000 | | pagina 4