t Zwelmpje 16 e jaargang nummer 1 februari 2001 16 Op andere plaatsen langs de "noordelijke bosrand" is niet gepost en er is dus niet bekend of op andere plaatsen dezelfde aantallen vliegen. Wellicht een leuk onderzoekje voor volgende winter? Op een mooie avond begin januari al kijkend naar de vliegende Houtsnippen is de kans groot dat je tevens de echoënde roep van de Bosuil uit het bos kan opvangen. Erg sfeervol! Gerwin Geertse BLIKSEMBEZOEK AAN BAHREIN Begin september 2000 ontving ik een merkwaardige e-mail. Ik werd (op persoonlijke titel) uitgenodigd deel te nemen aan de in oktober 2000 te houden "First Arabian Ornithological and Conservation Conference" in Bahrein. De conferentie zou worden voorafgegaan door een tweedaags veldbezoek aan de Hawar archipel, een eilandengroep met belangrijke zeevogel-kolonies. De conferentie zou plaatsvinden onder beschermheerschap van de Emir van Bahrein, H.H. Sheikh Hamad bin Isa Al Khalifa, en de genodigden zouden worden beschouwd als gast van de staat Bahrein: zowel reis als verblijfkosten (behalve de genuttigde alcoholische dranken...) zouden worden vergoed. Even vreesde ik dat men de verkeerde persoon voor ogen had, maar neen, ik was bewust uitgenodigd omdat ik werd beschouwd als "Midden Oosten ornitholoog": tussen 1977 en 1990 verrichte ik veel vogelonderzoek in Egypte en tien jaar geleden co-redigeerde ik "The Birds of Egypt", uitgegeven door Oxford University Press. Ook wisten de organisatoren van mijn ervaring met kustbroedvogels in Nederland en van de overige ornithologische activiteiten in het Midden Oosten en Afrika. Ik hoefde zelfs geen lezing te geven: het opsturen van een curriculum vitae en het aanvaarden van de uitnodiging was voldoende... De reis Op donderdag 19 oktober ontmoette ik aan het eind van de middag mijn reisgenoten op Schiphol: de enige andere deelnemende Nederlander, Norman van Swelm (Stichting Ornithologisch Station Voorne, meeuwenexpert), en de Belg Dirk Raes (initiator van de European Colour Ring Birding website). We vlogen via Londen met Gulf Air naar Bahrein. Onze tickets waren inmiddels opgewaardeerd van "business class" naar "first class", als goedmakertje omdat er tot het laatste moment onduidelijkheden waren over de reserveringen. In Londen brachten we een uurtje door in de Admirals Club, een speciale wachtkamer voor VIPs. Vanaf het moment dat we in Londen in het vliegtuig stapten werden we in de watten gelegd. Ontvangst met champagne, een uitstekende maaltijd, stoelen die met een druk op de knop in een heus bed veranderden en voorzien waren van een TV-schermpje in de leuning, en 's ochtends voor de landing een prima ontbijt. We landden op vrijdagmorgen om 07:00 op het moderne vliegveld van Manama, de hoofdstad van Bahrein. Zodra we het vliegtuig verlieten zagen we een man in een lang wit gewaad en getooid met hoofddoek, die een bordje met onze namen omhoog hield. Binnen tien minuten waren we langs de voor de douane wachtende menigte geleid, onze passen voorzien van een visum, de bagage door een kruier van de lopende band gehaald en wij in een t Zwelmpje 16 jaargang nummer 1 februari 2001 17 limousine geloodst, die ons direct naar het hotel bracht. We kregen ieder een riante kamer toegewezen op de "executive floor" van het Sheraton Hotel. Manama Na een verfrissende douche en een eerste bezoek aan het uitbundige ontbijtbuffet, stapten we om 10:00 in de direct aangerukte huurauto, om de omgeving te verkennen en wat vogels te zien. Voor een Arabisch land bleek het verkeer uitzonderlijk ordelijk en gedisciplineerd: er werd niet getoeterd en men respecteerde zelfs rode lichten! De temperatuur van tegen de 40 °C en de zeer hoge luchtvochtigheid zorgden ervoor dat we vooral vanuit de auto (met airconditioning) onze waarnemingen verrichtten. Zelfs de stevige zeewind kon niet verhinderen dat we na enkele korte wandelingen baadden in het zweet. Bahrein is een kleine, zelfstandige staat, bestaande uit 33 eilanden. Het grootste deel van de half miljoen inwoners woont op het noordelijk deel van het hoofdeiland, dat 50 km lang en maximaal 16 km breed is. De totale landoppervlakte van Bahrein is 693 km2. Een 25 km lange brug verbind Bahrein met Saudi Arabië. Hoewel formeel beschouwd als ontwikkelings-land, maakt Bahrein een zeer welvarende indruk: talrijke grote nieuwe gebouwen, vaak met een fraaie Arabische architectuur, grootschalige nieuwbouw van luxe villa's, vierbaanswegen en veel grote auto's. De olie, in Bahrein gewonnen sinds 1932, is vrijwel geheel geëxploiteerd en de huidige economie bloeit vooral dankzij gaswinning, olieraffinaderijen, aluminiumsmelterijen, scheepswerven en het bankwezen. De weinige mensen die zich te voet op straat begeven zijn vrijwel zonder uitzondering "werkers" uit India, de Filippijnen of Egypte. Het prijspeil ligt erg hoog, behalve dat van benzine: 10 liter benzine bleek minder te kostten dan een kwart flesje mineraalwater, namelijk f 7,50. Op onze eerste dag verkenden we voornamelijk de randen van de hoofdstad Manama. Langs de kust liggen enkele aardige intergetijdengebieden, die echter duidelijk onder grote druk staan van de uitbreidende stad: veel uitgestrekte slikken zijn en worden bedekt met een laag puin en zand, waarop wordt gebouwd. De resterende slikken waren echter rijk aan vogels: duizenden steltlopers, meeuwen en stems. Een groot deel van de middag brachten we door op een twee kilometer lange, recent in zee aangelegde en voor woningbouw bestemde dam nabij Busaityn. Hier was het goed vogels kijken, waarbij de meeste soorten zich vanuit de auto prima lieten fotograferen: tientallen Bonte Tapuiten en Isabeltapuiten, enkele Woestijngrasmussen en een Turkestaanse Klauwier. Hier zagen we nog meer in vogels geïnteresseerden: drie mannen vingen vanuit een auto met behulp van een dodelijk klapvalletje en een krekel als lokaas de ene na de andere tapuit, een treurig schouwspel. Zijdestaarten In de loop van de volgende dag arriveerden de meeste andere gedelegeerden: er waren in totaal ruim 40 deelnemers, afkomstig uit 13 landen (Australië, Bahrein, België, Egypte, Kuwayt, Libanon, Nederland, Oman, Palestina, Saudi Arabië, Turkije, Verenigd Koninkrijk en Verenigde Staten). De middag werd besteed aan een korte excursie per bus. Doel was vooral het bezoeken van een slaapplaats van Zijdestaarten (Grey Hypocoleus) nabij Sar. De Zijdestaart is een merkwaardige, aan de Pestvogel verwante zangvogel, die o.a. broedt in Irak en Iran en overwintert in Bahrein, de Verenigde Arabische Emiraten en Saudi Arabië. Overdag zijn deze vogels niet of nauwelijks te vinden, maar tegen de avond verzamelen ach tientallen tot Zijdestaart uit de nieuwe ANWB Vogelgids, een aanrader!

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2001 | | pagina 10