s/ ALPENGIERZWALUW IN VLISSINGEN 12 augustus 2000 SCOREN ÖICHTBIJ HUIS! 12-08-00 t Zwetmpje 16 e jaargang nummer 1 februari 2001 6 Op 12 augustus bevond ik mij met vrouwe en beide dochters in het Nollebos om het aldaar georganiseerde Concours Hippique te ondergaan. Een echte kwelling was dat zeker niet, er waren enkele bierkraampjes, het weer was prachtig en de plek is in augustus altijd goed vooreen overvliegende Boomvalk of Wespendief. Om 14.30 zat ik ontspannen naar het springen der paarden te kijken toen een Alpengierzwaluw laag over de ruiters vloog. Samen met enkele Gierzwaluwen begon hij boven de paarden te foerageren, eerst op geringe hoogte maar al snel hoger en hoger. De hele groep vloog enkele rondjes boven mij maar verdween na vijf minuten naar het zuidwesten, richting duinen. Nadat ik was bijgekomen van alle adrenaline die zo'n waarneming met zich meebrengt, alarmeerde ik elke Walcherse vogelaar wiens telefoonnummer ik bij me had. De combinatie Pim, zon, bier en gebrek aan medewaamemers zijn doorgaans voldoende garantie voor licht opgetrokken wenkbrauwen bij de overige Walcherse vogelaars zodat snelheid geboden was. Gelukkig bleken vele Walchenaren hun mobiele telefoon bij zich te hebben zodat binnen vijf minuten evenzoveel mensen zich door de zomerdrukte richting Vlissingen spoedden. In het Nollebos waren inmiddels weer vele tientallen Gierzwaluwen teruggekomen, maar leek de Alpengierzwaluw doorgevlogen. De spanning nam hierdoor behoorlijk toe. Rob Sponselee was gelukkig zeer snel ter plaatse en vond de vogel boven het zuidwestelijke deel van het Nollebos terug. Hij vloog nu wel verder weg, maar hij vloog er tenminste nog. In het anderhalf uur daarna werd hij nog tenminste tien maal gezien. Vooral de waarnemers op de Nolledijk zagen de vogel enkele malen vrij dichtbij passeren. In totaal zagen negen man de vogel tijdens zijn verblijf van krap twee uur. De laatste waarneming was om 16.15 toen de vogel zich losmaakte uit de groep Giertjes boven het Nollebos en laag over Peter de Vries en mij vloog. Hierna verdween hij in noordoostelijke richting boven de wijk Pauwenburg. De grote groep twitchers uit de rest van Nederland kwam, vooral gehinderd door de extreme drukte op de wegen, te laat. Ze zagen vele honderden Gierzwaluwen, maar net die ene niet... De determinatie was eenvoudig. De vogel was vrijwel steeds in gezelschap van enkele tientallen Gierzwaluwen zodat naast de witte buik ook het grote formaat en de opvallend krachtiger vleugelslag goed beoordeeld konden worden. Met de zon in de rug bleek de duidelijk lichterbruine bovenzijde dan Gierzwaluw goed te zien. Bij de ontdekking viel naast de witte buik ook direct het smalle bruine borstbandje en de lichte keel op. Deze werd niet door iedereen gezien maar tijdens de laatste waarneming ook door Peter de Vries. Dit was de vierde Alpengierzwaluw voor Walcheren. Eerdere waarnemingen waren op 3 mei 1992 te Vlissingen (Erik Sanders), 17 september 1993 Westkapelle (Floor Arts en ca. zes andere Walchenaren) en 4 juli 1994 Vlissingen, Nolledijk (Pim Wolf). Er zijn mij daarnaast nog twee niet-ingediende gevallen bekend. Walcheren heeft tot nu toe de enige juli en augustus- waameming van Nederland. Met de twee a drie waarnemingen in april en mei aan de over zijde van de Westerschelde komt het totaal in de regio op zes a zeven, zodat degenen die ook deze misten alle reden tot hoop hebben. De influx van dit voorjaar meegerekend (tenminste 7 gemelde exemplaren), is dit ongeveer de 38® Alpengierzwaluw voor Nederland. De laatste nationaal twitchbare vogel was op 28 en 29 oktober 1987 in Wormerveer en Koog aan de t Zwetmpje 16 e jaargang nummer 1 februari 2001 7 Zaan, zodat ook de volgende Alpengierzwaluw die enige tijd ter plaatse is zich in grote belangstelling zal mogen verheugen. Pim Wolf, Batenburg 63, 4385HG Vlissingen, pim.fiona@12move.nl Op bovenstaande datum besloten Johannes Luiten, les Goedbloed, Pieter Beeke, Jan van de Bosch en ik om enkele inlagen op Noord- en Zuid-Beveland en Schouwen-Duiveland aan een nadere inspectie te onderwerpen. Om 08.00 u begonnen we bij de Keihoogte. De oogst hier was aan de magere kant, met enkele Kemphanen, Watersnippen en Wintertalingen als leukste soorten. We reden verder naar de Gravenhoekse inlaag, waar we vanaf de dijk o.a. 1 Zwarte Stern, 1 Bosruiter, en 6 Geoorde Futen zagen. Toen we aan de oostkant van de inlaag over het rietveld uitkeken, zagen we dat er veel rietvogels aanwezig waren. Naast veel Kleine Karekieten zagen we ook 2 Baardmannetjes en enkele Rietzangers. Op een gegeven moment kreeg ik een 'Rietzanger' in de kijker, die ik om onbewuste reden doorgaf aan de anderen met een: "Kijk eens naar deze Rietzanger". Misschien was mij in een flits toch iets aan de koptekening opgevallen. Na enkele minuten zag Johannes de vogel weer en ook hij dacht een kruinstreep gezien te hebben. ("Het lijkt er inderdaad wel eentje.") De waarnemingsduur was steeds echter maar enkele seconden, terwijl de vogel soms wel 10 minuten onvindbaar bleef. Na bijna 3 kwartier zag ik de vogel weer goed en ook les had de vogel snel weer in de kijker. De vogel bleef nu gedurende een halve minuut stil boven op een rietstengel zitten en draaide zijn rug naar ons toe. Nu knalde de lichte kruinstreep eruit en ook de 2 lichte rugstrepen werden gezien. De determinatie leed nu geen twijfel: Waterrietzanger! Helaas kon Johannes de vogel niet vinden en dus bleven we weer zoeken. Na enkele minuten zag Johannes de vogel omhoog kruipen en kon ook hij de vogel goed bekijken. Er werd geen gestreepte zijborst gezien, hetgeen duidt op een onvolwassen vogel. De Waterrietzanger uit Birdwatching opvallend brede kruinstreep is ook kenmerkend voor juveniele Waterrietzanger (adulte hebben een smallere). Deze ontdekking leverde voor Pieter, Jan en mij een nieuwe soort op, terwijl het voor Johannes en les hun 2® Waterrietzanger in Nederland was en tevens hun mooiste. Saillant detail is, dat exact 10 jaar geleden de eerste Waterrietzanger voor de Gravenhoekse inlaag werd gezien. Om onduidelijke redenen stonden achteraf een aantal vogelaars nogal sceptisch tegenover deze waarneming, terwijl datgene wat wij (en anderen) gezien hebben toch helemaal niets aan duidelijkheid te wensen overliet.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2001 | | pagina 5