t Zwelmpje 16 e jaargang nummer 1 februari 2001 14 Gerwin Geertse Op 16 december om 09.15 vertrok een groep van 13 vogelaars met goede moed op weg naar de ganzen en zwanen. Zowaar met een andere excursieleider dan gepland. Jan Goedbloed nam de taak van Floor over. De eerste gansachtige wezens werden gescoord in "ons eigen" oude Veerseweggebied in de vorm van twee Nijlganzen. De eerste grote groep Kleine Zwanen (500 ex) en (Toendra) Rietganzen met daartussen Kolganzen werden gezien in de Nieuw Noord-Beveland polder bij de 's Gravenhoekinlaag op Noord-Beveland. Twee Kleine Zwanen sierden aldaar met een halsband (een blauwe en een gele). Deze halsbanden zijn makkelijker af te lezen dan een ring aan de poot, maar je moet er toch niet aan denken dat iedere Kleine Zwaan met een halsband (in verschillende kleuren) rondloopt. Noord-Beveland zorgde tevens voor andere smaakmakers van de dag: 1 Kleine Zilverreiger met een paar meter ernaast een Ijsvogel, minstens 1 Bruine Kiekendief en een Blauwe Kiekendief. Schouwen was nu aan de beurt en met name de Wilde Zwanen bij Zonnemaire stonden bij velen hoog op de lijst. Onderweg stopten we bij de Steenzwaan. Een mooie Schouwse kreek waarin 130 Kluten te bezichtigen waren. Ook de Slikken van Bommenede aan de Grevelingen konden niet overgeslagen worden. Veel Wintertalingen en Krakeenden waren hier aanwezig. In de aangrenzende polder schoten overal (althans zo leek het) Kleine Zilverreigers uit de sloten en zaten op akkers en zelfs op de weg. Hier werden dan de Wilde Zwanen gezien. In totaal vijf adulte vogels. Erg fraai was een groepje met alle drie de witte zwanensoorten bij elkaar. Voor het tijd was voor een borrel, bracht Jan ons naar een aantal akkers met enige 1000-en Rietganzen, 50 Nijlganzen en drie Casarca's. Het vogellogboek in de Heerenkeet, waar iets warms werd genuttigd, vertelde ons dat zich in de Prunje een albinistische Fazant en een blauwe fase Sneeuwgans ophielden. De vermeende Sneeuwgans werd ogenblikkelijk door onze excursieleider ondermijnd, zowel in theorie als in de praktijk. Het bleek om een kruising te gaan die slechts leek op een blauwe fase Sneeuwgans. t Zwelmpje 16 e jaargang nummer 1 februari 2001 15 De kleine zwarte snavel paste geheel niet op een Sneeuwgans. De vogel bevond zich tussen 1000-en Brandganzen. Ook de bijna geheel witachtige Fazant werd gevonden. Het begon al wat donkerder te worden, dus snel naar Scharendijke. Hier was de afgelopen week een Zwarte Rotgans gesignaleerd. Deze werd snel gevonden tussen de Rotganzen. De vogel was te herkennen door de zwarte rug, erg opvallende witte flankvlek, weinig kleurcontrast tussen borst en buik en de brede witte nekband. Velen waren nog niet bekend met de soort en dit werd dus erg leerzaam gevonden. In dezelfde groep was tevens een leucistische Rotgans aanwezig. Minstens zo bijzonder waren de twee Grote Sterns die op de Grevelingen aanwezig waren. De Brouwersdam konden we niet laten liggen. Dit bleek een goede afsluiting van de dag te zijn. Vooral de Kuifaalscholver en de IJsduiker waren erg leuk, hoewel de Usduiker zijn naam eer aan deed door meer onder dan boven water te verblijven. Ook zwommen hier een Roodhalsfuut, Kuifduiker, Eiders en een Zeekoet rond. De reis naar huis werd aanvaard en weer kon wonden teruggekeken op een geslaagde dag. Wat mij betreft dit jaar weer! Berwin Geertse ÖENACHTELIJKE VLUCHTEN VAN OE HOUTSNIP OP WALCHEREN Een inmiddels bekend winters fenomeen op Walcheren zijn de voedselvluchten van Houtsnippen vanuit het duin naar het "binnenland" van Walcheren. Dit verschijnsel speelt zich af vanaf november. Fred heeft in 1994 een onderzoekje gedaan naar dit fenomeen tussen Vlissingen en Westkapelle. Tezamen met wat literatuur onderzoek werd (voorzichtig) geconcludeerd dat deze vogels systematisch de beschutting van het duin verlaten en tot 1,5 km (mogelijk nog verder) weilanden, boomrijke tuinen en akkers bezoeken om daar te foerageren naar vooral regenwormen. Iedere dag werd dit herhaalt naar de dezelfde gebieden en rond dezelfde tijd. Tussen het Vebenabos en Hotel Zuiderduin werden tenminste 20 vogels opgemerkt tijdens het onderzoek. Sinds december 1998 werd bij toeval ontdekt dat er bij het Oranjebos, Oostkapelle dezelfde vluchten van Houtsnippen worden waargenomen. Hierbij vliegen de vogels uit het Oranjebos Oranjezon over de Koningin Emmaweg richting "binnenland". Iedere winter vanaf 1998 werd door Marcel en ik een paar keer gepost steeds op dezelfde plek, namelijk aan de Kon. Emmaweg, c 150m ten westen van Overduin. Op deze plek is het zicht echter beperkt tot een straal van max. 50 m. Het gaat hierbij steeds om max. 19 vogels die binnen een half uur (steeds om dezelfde tijd) voorbij vliegen! De waarnemingen heb ik op een rijtje gezet: 22-12-1998: 4 ex. om 17.30 24-12-1998: min. 7 ex. om 17.30 04-01 -2000: 19 ex. van 17.30 tot 18.00. 27-12-2000: 12 ex. van 17.10 tot 17.25 Ook hier valt weer op dat de vogels vanaf een half na zonsondergang beginnen te vliegen en de vluchten tot een uur na zonsondergang duren.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2001 | | pagina 9