s/ t Zwe/mpje 16 jaargang nummer 3 augustus 2001 9 J. Walhout, J. Tramper, F. Twisk, J. Willemse, K. Minnaar, J. Hengst, A. R. Joosse, J. Goedbloed, J. Tuin, R. Sponselee, M. Klootwijk en G. Geertse. Ook Cor Berrevoets wordt vriendelijk bedankt voor het beschikbaar stellen van het computerprogramma Dotmap (voor het maken van stippenkaarten) en Fred Twisk voor de nodige installatie en uitleg ervan. Het weer oktober t/m half december: In het hele land en heel NW Europa viel uitzonderlijk veel neerslag en was het gemiddeld erg zacht (deze herfst staat bij de vier zachtste in honderd jaar). Het natte weer in de laatste oktoberdagen hing samen met stormweer. Tot in december vlogen in Nederland nog heel wat zomervogels rond zoals Zomertaling, Zwarte Sterns en Tuinfluiter. half december t/m januari: Het werd winter (11 vorstdagen in december) in het land, hoewel Zeeland lang moest wachten op koude en sneeuw. Tijdens de telling was het koud (temperatuur net boven nul) maar mooi zonnig winterweer. Kleine slootjes en plasjes waren dichtgevroren. Volledigheid van de telling De midwintertelling omvatte naast het platteland ook Middelburg (net als het jaar daarvoor), Oost-Souburg en het gehele kanaal door Walcheren. Slechts de binnenduinrand en Vlissingen (Nollebos wel!) werden niet geteld. Resultaten De soorten en aantallen van de midwintertelling vertoonden alle kenmerken van een zachte winter, hoewel het vanaf dit weekend echt koud werd. Na een nationale broedexplosie van Ijsvogels in combinatie met het zachte weer, werden er tijdens de midwintertelling heel wat gezien. Dit lijkt ook te gelden voor de Blauwe Reiger. Deze midwintertelling is vergelijkbaar met andere tellingen in zachte winters: veel Goudplevieren en Kieviten en weinig Smienten en zaagbekken. De totalen staan in tabel la. De telling van het kanaal en Middelburg deden de aantallen Dodaarzen, Meerkoeten en Wilde Eenden goed. De telling van het kanaal en Middelburg staan resp. in tabel 1 b en 1 c. De gemaakte kolomdiagrammen en bepaalde trends dienen voorzichtig geïnterpreteerd te worden. De aantallen zijn sterk afhankelijk van het weer, het aantal getelde gebieden, eventuele dubbeltellingen en waarnemers. Een eventuele aantalontwikkeling zegt niets over een toe- of afname van een soort. Het zegt slechts iets over binnendijks Walcheren als overwintertnggebied voor een bepaalde soort. De zogenaamde krenten uit de winterpap Met een telling is het goed zoeken geblazen. Vaak kom je soorten tegen die de telling extra leuk maakt (voor zover dat nog kan!). Een opsomming: vijf Boomleeuweriken aan de Aagtekerkseweg, een (of moet ik zeggen "de") Zwartkopmeeuw in het kanaal, maar liefst acht Kleine Zilverreigers. In totaal 3 Blauwe Kiekendieven (w.o. een adulte man), 3 Bruine Kiekendieven (de primeur voor een Walcherse midwintertelling!) en 1 Slechtvalk werden gezien. De twee Grote Gele Kwikstaarten (een paartje) in Middelburg werden ook tijdens de telling gezien. Het mannetje was druk in de weer met zingen! De Kwak en de Kuif- x Tafeleend waren ook weer aanwezig in de Veerse kreken. t Zwelmpje 16 e jaargang nummer 3 augustus 2001 10 Soorten nader besproken Dodaarzen werden heel wat gezien (n= 370). Een groot deel bevond zich in het kanaal (41 ex) en Middelburg (86 ex). In figuur 1 zijn de aantallen vanaf 1984 in een kolomdiagram uitgezet. Het grote aantal van deze winter is te wijten aan de grote mate van gebiedsdekkendheid. Niettemin lijkt het aantal overwinterende Dodaarzen stabiel te zijn. Een eventuele toename zal de komende jaren blijken. AantalonWkkeling Dodaars op HnnencSjks Walcheren ■Bi Figuur 1Aan fa /ontwikkeling Dodaars Figuur 2: Verspreiding Dodaars fijdens MWT 2001 over een vijfjarig gemiddelde In figuur 2 staat de verspreiding in 2001 weergegeven. Zeker omdat vrijwel geheel Walcheren geteld is geeft dit een representatief beeld van de verspreiding van de soort. Slecht het niet getelde Oranjezon zal nog een tiental vogels opleveren. De stip op het kanaal geldt voor het gehele kanaal. De Blauwe Reiger was ook weer volop aanwezig met 81 ex (1999:53, 1998: 52, 1997:38): een nieuw record! Het grote aantal t.o.v. voorgaande jaren lijkt me reëel. Ook als broedvogel zit de soort in Zeeland namelijk in de lift. De komende midwintertelling zijn er dan ook weer heel wat te verwachten (mits de winter niet te streng wordt). Kleine Zilverreigers blijven toenemen in de delta. De kans gezien te worden tijdens de midwintertelling is dan ook groot. Dit jaar werden er maar liefst 8 gezien. Filter je mogelijke dubbeltellingen eruit, dan kom je nog op een aantal van 6 ex. Weer een goed jaar voor de Bergeend op binnendijks Walcheren (n= 181): een record! Hoewel het bekend is dat de aantallen tijdens midwintertellingen van deze soort in Nederland erg fluctueren, lijkt er hier een toename te zijn als overwinteraar. Figuur 3 laat duidelijk een toename zien sinds 1994. Is deze toename te wijten aan de toename van het aantal broedvogels op Walcheren, of vindt de soort er meer en meer geschikte voedselbronnen binnendijks? Toename als broedvogel vindt echter al vanaf de jaren tachtig plaats. Veel eerder dan de toename als overwinteraar. Dat Bergeenden vroeger in het jaar territoria bezetten lijkt mij eveneens onwaar. Een algemene toename in Nederland is mij niet bekend. Een verschuiving van overwinteringgebied (van buiten- naar binnendijks) blijft dan over. De dieptepunten in 1987 en 1997 kunnen worden verklaard door het koude weer. Hierbij trekken de vogels naar buitendijkse gebieden. Voor het lage aantal in 1999 heb ik geen verklaring. Op de verspreidingskaart (figuur 4) is te zien dat de soort zich vooral ophoudt op Noordoost Walcheren, Zuidoost Walcheren en het weide/akkergegebied tussen Grijpskerke/Oostkapelle/ Aagtekerke/Mel iskerke.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2001 | | pagina 6