DWERGAREND BIJ WESTENSCHOUWEN
TOPJAAR BLAUWE REIGERS
OP TER HOOGE
4^* t Zwelmpje 16 e jaargang nummer 3 augustus 2001
15
Op zaterdag 26 mei zou erom 14.30 uur een libellenexcursie beginnen in de Zeepeduinen
op Schouwen, georganiseerd door de vlinder- en libellenwerkgroep. Aangezien ik wat te vroeg
was, besloot ik nog even een kijkje te nemen in de inlagen ten westen en oosten van de
pijlerdamaanzet. Bij de westelijke was een mannetje Tapuit (broedgeval?) aan het foerageren
op de akker.
In het meest westelijke deel van de oostelijke inlaag vloog een grote roofvogel op met een
prooi in de klauwen, fel geattaqueerd door o.a. een kievit en een scholekster. Voor ik hem
goed had kunnen bekijken ging hij in het lange gras zitten zodat ik alleen de kop kon zien.
Deze was fors en bruin met lichtere kopkap en wenkbrauw. De nek was duidelijk langer dan bij
een Buizerd. Ik reed naar de achterkant van de inlaag om de vogel eens even goed uit te
checken. Die ging er echter als een haas vandoor (in noordoostelijke richting), maar leek wel
erg veel op een donkere fase Dwergarend. De staart had rechte zijden en achterrand en was
egaal bruinig gekleurd zonder iets wat op een staartband leek. De bovenzijde van de vleugels
had dezelfde valigbruine basiskleur (de mantel ook) meteen lichte baan schuin over de vleugel.
Wat verderop ging de vogel even cirkelen en ik zag dat de onderzijde van de vleugels donker
was met duidelijk lichtere binnenste handpennen. Hoewel ik er niet goed zicht op had, leek het
er op dat de vogel geen zuiver witte 'landingslichten' had, maar de kleur daar leek dezelfde als
op de vleugelbaan (wel vrij licht dus), dus ik begon te twijfelen. Ik sprong in de auto om de
vogel verderop beter te bekijken, maar deze was nergens meer te bekennen, hij moet dus snel
in noordoostelijke richting verdwenen zijn, of mogelijk toch ergens geland.
Pas later thuis (na de libellenexcursie) bleek in de ANWB gids dat niet alle Dwergarenden zuiver
witte landingslichten hebben. Het was er dus toch echt één.
Jan êoedbtoed
Het jaar 2001 was met 70 broedparen weer een goed
jaar voor de Blauwe Reiger op Ter Hooge te
Middelburg.
Op bijgaande BIJLAGEN (lijst en grafiek) is het verloop
vanaf 1988 te zien.
Vóór 1988 al zijn kunstnesten geplaatst om ze op Ter
Hooge tot broeden te krijgen (ze zaten er immers
vroeger ook en vestigden zich in 1988 spontaan met
een eigen gemaakt nest), maar dat het zo zou uitpakken
is toch wel verrassend. Andere lokaties meegeteld lijkt
het me niet ondenkbaaar dat we op Walcheren boven
de 100 broedparen uitkomen.
t Zwelmpje 16 e jaargang nummer 3 augustus 2001
16
Broedgevallen/aantallen bewoonde nesten van de Blauwe Reiger
Ter Hooge, Middelburg, Atlasblok 48-22-55, Coördinaten 029 390
Jaar
Datum
Aantal nesten
bewoond
Opmerking
1988
1
mislukt, kapotte eierschalen gevonden
1989
2
2 nesten met 3 juv.
1990
869
1991
667
1992
176 18
1993
30-3
28 6 30
1994
24-4
53
1 nest niet bewoond
1995
2-4
50 6 52
17-4
59
nesten bewoonde of bewoond geweest
30-4
62
veel jongen al uitgevlogen
25-6
64
2 nesten buiten kolonie inbegrepen
1996
28-4
25
vaak al grote jongen. Info A. Abrahamse: 38 paarl
1997
8-3
25 6 30
30-4
38 6 40
1998
8-3
32
18-4
49 6 51
al veel (grote) jongen. (2 nesten in aanbouw?)
7-5
min. 51
1999
7-3
33
6 6 7 nesten in aanbouw/reparatie
8-5
49 6 50
2000
5-3
34 6 35
5 nesten onbewoond
30-4
50
2001
8-4
62
8-5
69 6 70
bewoonde en bewoond geweest zijnde nesten
1968 1990 1992 1994 Wb 1998 2000
Koos Minnaar, Obsidiaan 19, 4337LL Middelburg