VERSLAS PELASISCHE TOCHT 15 SEPTEMBER 2001 t Zwelmpje 16 e jaargang nummer 4 november 2001 10 De revalidatie van Zwartvoetpinguins in Zuid-Afrika was wel succesvol. Hierbij werden alle adulte vogels (zowel schone als bevuilde) gevangen en na schoonmaken tijdelijk naar een geheel andere locatie gebracht. In de tussentijd werd het oorspronkelijke biotoop grondig schoongemaakt. Na verloop van tijd werden alle vogels weer op de broedplaats uitgezet. De Reuzenalbatros maakt voedselvluchten van c. 10.000 km. De oude vogel komt c. 1 maal per maand aan land om het jong te voeden. De grootste sterfte bij deze soort komt door long-line fishing. In de magen van deze en verwante soorten bevinden zich doorgaans plastics in allerlei soorten en maten. Olievervuiling komt voor het grootste deel van de motorolie van schepen en afvalolie vanaf snelwegen. Er is geen directe relatie tussen de hoeveelheid geloste olie en het aantal olieslachtoffers; veel drukbevaren scheepvaartroutes gaan door gebieden met veel vogels. Vooral zwem- en duikvogels zijn extra kwetsbaar. Gido öavidse foto Han Reijnhoudt De pelagische tocht van VWG Walcheren was voor iedereen in positieve dan wel negatieve zin een gedenkwaardige ervaring. Om ongeveer 8.30 u vertrok de Maatje Adriana vanaf Neeltje Jans met aan boord 51 toen nog verwachtingsvolle vogelaars. 11 personen waren al of t Zwelmpje 16 e jaargang nummer 4 november 2001 11 niet met kennisgeving afwezig. Dankzij Tobi en Erik was er in ieder geval vis aan boord om als lokaas te gebruiken, de door Pim beloofde chum bleek niet aanwezig. Direct na het vertrek werd al een Ijsvogel gezien in de sluis. Er werd pal west aangehouden tegen de wind (kracht 6) en de golven in. De boot was klein maar zeewaardig, wat niet betekent dat ie stabiel was. Enkele km buitengaats dook de eerste Jan van gent op, tevens werden toen de eerste kenmerken van opkomende zeeziekte gesignaleerd. De boot stampte ontzettend, dan weer hing het voorschip in de diepte, dan weer hing het heel hoog. Zo nu en dan spoelde een golf over het dek, die de mensen in het midden drijfnat maakte. Het werd op vogelgebied langzaam leuker: Zo nu en dan werd een Noordse stormvogel gezien en ook enkele Grote jagers lieten zich af en toe fraai bekijken. Sommige mazzelaars zagen een Kleine jager en enkele personen namen een Grauwe pijlstormvogel waar. Er werden ook 2 Zwarte stems en 1 Dwergstern gezien. Ter hoogte van Westkapelle waren 20-25 mensen in meer of mindere mate zeeziek, daarom bracht ik een bezoek aan de schipper. Dat had ik beter niet kunnen doen, want toen ik de horizon niet meer zag, wou mijn maaginhoud eruit. Er werd dus besloten de kust op te zoeken om in wat rustiger vaarwater te komen. Dit onder protest van de schipper die nog wel een uurtje verder de zee op had gewild. Langs de kust werd weer langzaam richting Neeltje gevaren. De meeste zeezieken knapten weer aardig op. 2 onv Vorkstaartmeeuwen foto Gerard Troost Toen we voor de kust van Domburg waren werd het echt leuk. We zagen daar zo'n 30 Noordse stormvogels, >4 Grote jagers (die regelmatig de achter de boot vliegende onv. Kleine mantelmeeuwen terroriseerden), >50 Jan van genten, 5 Drieteen meeuwen (1 ad, 2 2° jrs, 2 le jrs), 1 Noordse en een Grauwe pijl en maar liefst 4 Vorkstaartmeeuwen. Nadat een eerste onvolwassen ex op afstand was gezien, ontdekte Arjen er één dichtbij. Toen iedereen dit prachtige beestje in beeld had bleek dat er nog een 2e bijvloog. De vogels landden op zee en Pim kwam met het idee om te draaien en dat was een uitermate geslaagd plan! De vogels vlogen enige minuten prachtig achter en langs de boot. Zelf Tobi kwam even bij uit zijn zeeziektecoma. Later werd nog een mooie adulte Vorkstaartmeeuw gezien. Een Grote jager gaf verscheidene keren een prachtige show weg en werd tot op 3 meter vanaf de boot gezien. Verschillende keren werd gezien hoe hij of zij een meeuw vastpakte en letterlijk uitschudde.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2001 | | pagina 7