I! Tom Poes en de Waarde-ring L f §1 a> c P-E" (D 2 8 -"> s 2 Q 2 2 2:^ fc 5 0 O CD \j O c O .V 0 o .c co c 0 0 A c 0 A A 0 JC C 0 <N CD O O jQ 0 0 t O _v c 0 0 O O) 0 c ■O 0 O O co v 0 C CD 0 0 y> n o OA 0 0 C 0 c c D .V Toonder Studio's f?ba' Toen hij de kamer binnenkwam, zat heer Bommel uitge zakt in zijn stoel en staarde lusteloos in de vlammen. „Dag, jonge vriend", sprak hij met doffe stem. „Het is mooi va n jc, dat je mc eens komt opzoeken in mijn eenzaamheid, waar in de dagen zich aaneenrijgen als de kralen van een ver molmd snoer, als je begrijpt wat ik bedoel." „Is dit niet iets voor u?'\ vroeg Tom Poes. het weekblad vooruitstekend. „Ik las hier toevallig een artikel in, over..." „Ach, neu", hernam heer Ollic. „Al die rellen en revoluties zijn niets voor iemand van mijn stand. Ik houd van het grotet Maar hier zit ik met mijn grote gaven en het leven trekt onbe langrijk aan mij voorbij. Ik heb het gevoel, dat ik niet op de juiste waarde word geschat." „Dit is een artikel over bird- vvatching", zei Tom Poes. „Vogels bekijken, u weet wel. Dat is erg in." „Vogeltjes kijken?", herhaalde heer Bommel met gefronste wenkbrauwen.,Ik zit hier over het grote te pra ten en jij komt met zoiets aan!

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2002 | | pagina 14