I C 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 Huiszwaluw als broedvogel op Walcheren in 1969-2001 1960 1970 1980 jaar 1990 2000 2010 kippengaas. Maar in veel gevallen was de oorzaak niet te achterhalen. Enkele bewoners probeerden zelfs de soort terug te krijgen door het plaatsen van kunstnesten, echter zonder resultaat. Aan het eind van het seizoen bleef de teller op 377 bewoonde nesten steken, daarbij aangetekend dat slechts Serooskerke niet geteld is. Mogelijk handhaven zich hier nog enkele paren. .houhon In 2001 zullen er 360 tot 400 paar Huiszwaluwen op Walcheren gebroed hebben. Dat komt neer op een afname t.o.v. 1994 van 50-57%. In figuur 1, waarin alle inventarisatie jaren met hun maximaal resul taat zijn uitgezet, zijn drie perioden te onderscheiden (mede afhankelijk van het aantal tellingen): 1969 1982, 1982-1993 en 1993-2001. De eerste periode van 13 jaar kent een afname van c 40-50%. Daarna krabbelt de populatie weer wat op met als hoogtepunt 870-910 broedparen in 1993. Hiermee is de situatie van 1969 nog bij lange na niet hersteld. De rest van de jaren 1990 kende onge veer dezelfde teloorgang als die van de jaren 1970: een afname van >50%. Op het verspreidings kaartje (figuur 2) is te zien dat verspreid over het eiland gebroed werd, nadrukkelijk geconcen treerd in de dorpen. Op Oost-Souburg na zijn de steden slechts goed voor een handvol broedparen. Vooral in Vlissingen werd slecht geboerd met 8 nesten. In 1987 was de stad nog goed voor 116 broedparen. fig I: Huiszwaluw als broedvogel op Walcheren in 1969-2001 fig 2: kolonieverspreiding van de Huiszwaluw Relatief grote concentra-ties zitten in Oostkapelle, Vrouwenpolder, Veere/ Zanddijk en Arnemuiden e.o. Ontwikkeling in huidige concentratiegebieden (>30 pr) In al deze concentratiegebieden gaat de soort sterk achteruit, behalve die van Arnemuiden (figuur 3). De grootste kolonie van Walcheren aan één gebouw in de Oranjepolder, blijft nog altijd een onderkomen voor 33 paar. Binnen het dorp Arnemuiden is de soort slechts zeer licht afgenomen t.o.v. 1994. Wel was er een aanzienlijke verplaatsing van nesten binnen het dorp. De kolonie van Veere/Zanddijk blijft het erg slecht doen. In Vrouwenpolder is de afname minder dan in Oostkapelle en biedt (incl. Breezand) een onderkomen voor 52 paar (zie tabel 1). Verplaatsing van Huiszwaluwnesten t.o.v. 1994 figuur 4: locatieverplaatsing t.o.v. 1994 (n=68 locaties) nieuw 37% t Zwelmpje 17e jaargang nummer 1 februari 2002 4 O c -o c x O 2 (0 O O Q) SI t Zwelmpje 17' jaargang nummer 1 februari2002 5 450 1980 1985 1990 1995 2000 2005 jaar oVrouwenpolder oOostkapelle 6Veere/Zanddjjk xArnemuiden fig 3: ontwikkeling in huidige concentratiegebieden nog aanwezig 22% verdwenen 41% H verdwenen 0 nieuw noq aanwezig Van drie dorpen {Vrouwenpolder, Arnemuiden en Ritthem) en één gehucht (Kleverskerke) is de verplaatsing van de soort binnen deze gebieden uitgezet t.o.v. 1994. Aangegeven is dus het aantal locaties {op huisnr nauwkeurig) welke zijn verdwenen, nieuw bezet of beide jaren bezet waren. Binnen deze dorpen was er sprake van slechts een zeer lichte af- of toename (totaal aantal broedparen in beide jaren gelijk nl. 133). De geschiktheid van de nestgelegenheid per locatie was binnen deze gebieden slechts weinig veranderd (<10 locaties waar verandering optrad; eigen waarneming).

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2002 | | pagina 4