i t Zwelmpje 17e jaargang nummer 2 mei2002
6
Na wat discussie met bekende vogelaars in den lande blijkt het toch vrij moeilijk te
zijn om dit kleed als een zekere 2® zomer te bestempelen, gewoon omdat er
domweg te weinig in de beschikbare literatuur over dit kleed voorhanden is!
Alleen Mijnheer Grant die verschillende boeken heeft geschreven over Meeuwen
beschrijft het 2® zomerkleed, formeel is het 2® zomerkleed niet meer te
onderscheiden van het adulte zomerkleed, want mijnheer Grant schrijft in zijn
boek (2® editie) op pagina 77 "perhaps second-summers", en zie dan ook plaat
191 die veel op de Noord-Bevelandse vogel lijkt.
De discussie of het een adulte vogel in zomerkleed of een 2® zomer kleed is zal
nog wel open blijven, in ieder geval is het erg leerzaam, de vogel in kwestie was
erg fraai en velen hebben er van genoten, daar gaat het ten slotte om!
De Franklins Meeuw broedt in het binnenland van Noord-Amerika en
overwintert langs de Pacifische kusten van Midden- en Zuid-Am erika, in West
Europa is deze meeuw tientallen keren waargenomen, waarvan minimaal 35 in
Groot-Brittannië en Ierland. Het meest recente geval voor de Noord-Bevelandse
vogel, was een adult in zomerkleed in juni 2002 te Hongarije.
Rob Sponsde*, Irislaan 43, 4382 TL Vlissingen, 0118-410654, robenlinda@zeelandnet.nl
EEN OEVERZWALUWENWAND BIJ WESTKAPELLE
Op 18 maart hadden Gerwin
Geertse en Gido Davidse een
gesprek met Anne Fortuin van het éÊÊs*
Waterschap over het plan om bij de f&ÊÊR
oostkreek van Westkapelle een
Oeverzwaluw wand te maken. t A
De oostkreek zal worden uitge- ifes m
baggerd, voorzien van natuur- «sBr
vriendelijke oevers en er gaat gfljjjr r
gewerkt worden aan een betere ilgs!
doorstroming van de west- naar de
oostkreek. Het parkachtige bos
eromheen wordt tevens nog wat 1^
uitgebreid. Aan de zuidkant van de -
kreek (op de grens met bouwland)
wordt een sloot gegraven om het fosfaat en de stikstof, afkomstig van het
bouwland, voortijdig af te voeren en op deze wijze eutrofiëring (voedselverrijking)
van de kreek tegen te gaan.
Het stuk bouwland ten ZW van het kruispunt Schoutsweg/Oostkreek wordt
omgevormd tot een moerasje. Op deze plek, dus tegen de kreek aan, staat de
nieuwe Oeverzwaluwwand ingetekend. De grond hiervoor is afkomstig uit de
uitgegraven oevers en de afwateringssloot. De wand (nestzijde), is geprojecteerd
t Ztvelmpje 17e jaargang nummer 2 mei 2002
op de NNW-zijde en het geheel heeft de afmetingen van 3m x 6m x 80m en
wordt gemaakt met een flauwe bocht.
Het plan wordt ongeveer in september uitgevoerd.
De vraag was of volgens ons de wand ruimtelijk gezien juist was geprojecteerd
(kon nog verplaatst worden) en de tweede vraag was of wij als VWG bereid
waren om het onderhoud voor onze rekening te nemen. Het materiaal en
eventueel mankracht kan het Waterschap regelen.
Voor "groot" onderhoud, dwz het na een aantal jaren "opschuiven" van de
wand, zou het Waterschap natuurlijk zorgdragen.
Aan de ruimtelijke indeling hoefde ons inziens niks veranderd worden en v.w.b.
het beheer: laten we het als VWG gewoon proberen!
Mogelijk zijn er binnen de VWG personen die willen meewerken of is het beter om
dit aan de SLZ over te laten. We zijn echter van mening dat we een (voorzichtige)
samenwerking met het Waterschap positief moeten ontvangen. Om dit soort
zaken ongeïnteresseerd door te verwijzen naar anderen, lijkt ons geen goede
zaak. Een betere grip op en inzicht in de inrichtingsplannen in ons werkgebied,
waar we vervolgens op in kunnen haken, zijn leuke dingen om aan te werken. Een
Oeverzwaluwwandje van 80 meter is dan ook aardig om mee te beginnen.
Sido Davidse en Gerwin Geertse
KRAAI VERVAARDIGT GEREEDSCHAP
Kraaien gebruiken in de vrije natuur allerlei takjes als gereedschappen om
voedsel te bemachtigen. Biologen van de Oxford University onderzochten in hun
laboratorium het gedrag van twee kraaien (Corvus moneduloides, een
kraaiensoort die voorkomt op het eiland Nieuw Caledonië in de Stille Oceaan).
Betty en Abel, zoals de vogels genoemd werden, konden in een experiment
kiezen uit twee eindjes metaaldraad om een emmertje met stukjes vlees uit een
glazen buis op te hijsen; een onbruikbaar recht ijzerdraadje en een tot een haakje
gebogen draad.
Toen Abel tijdens een van de experimenten het haakje van Betty afpakte,
zagen de onderzoekers tot hun stomme verbazing dat Betty het rechte draadje
'eigenhandig' tot een haakje boog. Meteen startten ze een vervolgexperiment
waarbij beide vogels alleen nog maar rechte ijzerdraadjes kregen.
In negen van de tien proeven boog Betty het rechte ijzerdraadje tot een
haakje en gebruikte het om het voedsel in het emmertje te bemachtigen. Zij stak
een uiteinde van het draadje tussen het plakband en boog het andere uiteinde
met haar snavel om, of ging met haar poten op het draadje staan en trok het
dan met haar snavel krom. Op één uitzondering na probeerde Betty eerst het
rechte draadje, voordat zij het gereedschap ging maken. Abel boog nooit één
draadje om, maarstal wel regelmatig het door Betty gemaakte haakje om ook bij
het voedsel te kunnen.
7