i t Zwe/mpje 17e jaargang nummer 4 november 2002 Grootte Bouw Vergelijkbaar met Zanglijster, maar slanker en minder compact. Kop Voorhoofd, kruin en achterhoofd vaalbruin met wat donkere vlekjes. Helder witte wenkbrauwstreep, ver vóór en achter oog doorlopend. Teugel zwartbruin. Vanaf teugel onder oog witte halvemaanvormige vlek. Oorstreek grijsbruin met smalle grijswitte schachtstreepjes. Witte kin en keel, welke aan weerszijde wordt begrensd door een zwartbruine vlekkerige baardstreep, aan snavelbasis het smalst. Brede witte mondstreep, waarin enkele bruine vlekjes. Hals Beigebruin. Bovendelen Mantel, schouder, rug, stuit en bovenstaartdekveren grijsachtig bruin (vaalbruin). Onderdelen Middenborst oranjebruin en zijborst beigeoranje. Flank bruinoranje. (vergelijkbaar met kleur okselveren van Zanglijster). Buik en anaalstreek wit, zonder strepen of vlekken. Onderstaartdekveren wit met zwartbruine vlekken, gevormd door de zwartbruine zomen aan diverse onderstaartdekveren. Vleugel Bovenvleugel bruin. Handpennen en grote handdekveren met lichtere rand op buitenvlag. 6 buitenste grote dekveren met lichte vlek aan de top. Ondervleugel lichtbruin. Ondervleugeldekveren en oksel lichtbruingrijs. Staart Grijsbruin. Alle staartpennen puntig. Binnenvlag van buitenste staartpen heeft vuilwitte vlek aan de top. Naakte Delen Oog donker. Bovensnavel donkerbruin, basale helft van ondersnavel lichtoranjegeel. Mondhoek geel. Poot lichtbruingeelachtig. Sleet Rul Verenkleed vertoonde geen sleet. le winterkleed. Geluid Na het loslaten liet de vogel een zesmaal snel achter elkaar, helder en luid, twak horen, duidelijk verschillend van alarmroep Koperwiek en meer gelijkend op roep van Kramsvogel. Biometrie Vleugellengte 118 mm. Gewicht 73.5 gram. VetgraadO. Leeftijd le kalenderjaar. Sexe Onbekend. De Vale Lijster is broedvogel in Siberië en overwintert hoofdzakelijk in Zuid- China tot Zuidoost Azië en Japan. In West-Europa is het een (zeer) zeldzame dwaalgast, die gewoonlijk met de eerste groepen Koperwieken meekomt. Er zijn in Nederland tot nu toe negen gevallen bekend, waarvan er momenteel nog 2 ter beoordeling zijn bij de CDNA. Een op 13 oktober 2000 waargenomen ex. in de Kobbeduinen op Schiermonnikoog en een ex. waargenomen in de "Kunstenaarsduintjes" bij Ymuiden op 14 oktober 2001. De vangst van een Vale Lijster in "Oranjezon" is de eerste voor Nederland en is inmiddels door de CDNA erkend. Alle overige gevallen betreffen waarnemingen. Geraadpleegde literatuur: Svensson, L 1992. Identification Guide to European Passerines. Vierde druk. Stockholm. Jonsson, L 1997. Vogels van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Vijfde druk. Baam. Lewington, I, Alström, P. Colston, P. 1991Afield guide to the Rare Birds of Britain and Europe. Londen. Dutch Birding, Volume 23, no.6,2001 t Zwelmpje 17jaargang nummer 4 november 2002 5 Dutch Birding, Volume 24, no 6, 2002 Adri Joosse, Willem Alexanderstraat 21. 4388 HZ Oost-Souburg. WILSON'S STORMVOGELTJE LANGS WESTKAPELLE Op 7 november 2002 heeft de krachtige noordwestenwind vier vogelaars naar Westkapelle gelokt: Mark, Pirn, Johannes en ik. Het begint al een beetje laat in het jaar te worden voor de echt leuke soorten (pijlen en jagers), maar al vroeg wordt duidelijk dat het niet slecht vliegt vandaag. Johannes vindt al snel een erg fraaie Grauwe Pijl en Mark ontdekt niet veel later een verre maar overtuigende Rosse Franjepoot. De eerste anderhalf uur zijn aangenaam, met een zonnetje in de rug en compleet uit de wind tussen de vuilcontainer en de flessenbak van restaurant Westkaap. Twee Roodhalsfuten, een Grijze Zeehond, drie Parelduikers, af en toe een Grote Zee eend en een verre Middelste Jager en de stemming zit er goed in Op zoek naar nog meer Rosse Franjepoten (Le Clipon had er negen de vorige dag) heb ik mijn telescoop ver naar het noorden gericht. Net na half tien ontdek ik links achter de vuurtoren een "stormvogeltje" op korte afstand uit de kust. Al snel heeft iedereen de vogel in beeld. De vogel is nog ver weg als de eerste twijfels komen; de vogel vliegt raar, snelle vleugelslagen, afgewisseld met glijpauzes. Het lijkt geen Vaaltje maar we kunnen er ook geen Stormvogeltje in zien. Als de vogel dichterbij komt valt de erg grote witte stuit erg op die bijna geheel doorloopt over de onderstaartdekveren, alsmede het patroon op de bovenvleugel. Bij Vaal Stormvogeltje loopt de lichte baan tot aan de vleugelboeg, bij deze vogel duidelijk niet. De ondervleugel is regelmatig goed belicht in beeld maar de lichte baan die zo kenmerkend is voor Stormvogeltje ontbreekt ook! Na enig zacht heen en weer gepraat is Mark degene die "ik zie pootjes achter de staart uitsteken" zegt. De vogel is nu recht voor de post en zelfs met het blote oog zichtbaar. Al snel worden door alle vierde relevante kenmerken opgezogen. We concentreren ons op alles dat we maar aan de vogel kunnen zien, alles moet beschreven worden. Gedurende bijna vijf minuten houden we de vogel in beeld en zijn we overtuigd dat we een Wilson's Stormvogeltje hebben gezien! Het volgende uur wordt besteed aan het maken van een beschrijving, het beantwoorden van diverse telefoontjes van verontruste soortenjagers (de vogel werd direct door Mark gepiept) en verdwaasd getuur over zee. Een echt Vaal Stormvogeltje dat anderhalf uur later langsvliegt wordt met groot enthousiasme 4

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2002 | | pagina 4