Poortvliet 2002). Met vier tot vijf exemplaren is het Verdronken Land van Saeftinghe nog steeds het belangrijkste gebied voor Bonte Kraaien in de Delta. Het oude bolwerk rond het Paulinaschor is nu nog goed voor één a twee exemplaren. Bronnen Castelijns H. J. Poortvliet 2002. De Bonte Kraai, voortaan een zeldzaamheid. Steltkluut 32: 10-11. Meininger P.L. G.J. Slob 1983 Voorkomen van de Bonte Kraai Corvus corone comix n het Deltagebied in 1973-82. Limosa 56: 243-247. Walhout J.M. F. Twisk 1997. Vogels van Walcheren. Stichting Avifauna Walcheren, Middelburg. VERSLAS PELASISCHE TOCHT 2002 Op 28 september vond de tweede pelagische tocht plaats vanaf Neeltje Jans met de onvolprezen Maatje Adriana, die normaal gesproken voor de sportvisserij (met hengels) wordt gebruikt, en schipper Hoogerwerf. Een uitgebreide voorbereiding, inhoudende de administratie van geïnteresseerden en deelnemers en het organiseren van visafval en chum (lees: lokaas voor zeevogels) ging aan deze tocht vooraf. Daags te voren wist ik nog mijn Beverley Hillbilly-status in de chique gemeenschap Dishoek te onderstrepen door op straat vis te staan hakken met een spa. Op de dag zelf was ik om 7.45 u aanwezig met 10 emmers min of meer gehakte vis, 5 emmers popcorn, 1 fles vissaus en 3 vuilniszakken oud brood (met dank aan alle leveranciers en tussenpersonen). Er was een prachtige zonsopkomst te zien. Dat betekende rustig weer, maar elk voordeel hep se nadeel, en andersom natuurlijk. Zodoende was het risico voor zeeziekte klein, maar de vooruitzichten voor zeevogels niet erg gunstig. Wel stond er de voorafgaande week een stevige noordwesten wind, en de hoop was dat een aantal zeevogels voor de Zeeuwse kust waren blijven hangen. In de sluis werd een Grote Gele Kwikstaart gezien en nog één (of dezelfde) boven de haven. Net buiten de haven werd op grote hoogte een voorbij snellend Smelleken vastgesteld. Laag over de golven vloog een vrouwtje Middelste Zaagbek en verder weg golfde een sliert Zwarte Zee-eenden overzee, de eerste van 100-en, maar alle ver weg. Na enige tijd deden de meegebrachte geplette vis en het brood hun werk en werd een wolk meeuwen gelokt en dat lokte al gauw de eerste jager. Het was een vrij grote jager, maar kleiner dan een Grote Jager, met een duidelijke bandering op onderstaart- en bovenstaart-dekveren. Op het achterdek wordt ook de dubbele witte vlek op de vleugelpunten gezien. Het moest dus haast wel een Middelste Jager zijn. Niet iedereen was echter overtuigd en de genomen foto's moesten dus uitsluitsel geven. Dat zal inmiddels ook wel gebeurd zijn, maar ik heb er niets over vernomen. Aan meeuwen werden zo'n 15 Drieteenmeeuwen en eveneens 15 Dwergmeeuwen gezien, verder 5 Grote Stems, 10 Visdieven en zo'n 25 Noordse Stems. Ook was er trek van Graspiepers en Veldleeuweriken en een enkele Vink. Er werden 50 Jan-van Genten gezien. Een Zeekoet vloog laag over de golven. Later werden ook nog een Alk en 2 Alk/zeekoeten gezien. Johannes ontdekte op redelijk grote afstand twee onvolwassen Rosse Franjepoten die op het water dobberden. Voor velen kon de dag al niet meer stuk. De kapitein voer vakkundig om de tamme vogels heen en benaderde ze tot op circa 20 meter voordat ze opvlogen en even verder weer neerstreken. Met brood en visresten werden veel meeuwen gelokt met in totaal die dag zo'n 30 Noordse Stormvogels, waarvan fjjfJ i j meerdere dichtbij de boot vliegend 1 en zittend. Op grotere afstand iMrgBy vlogen 3 waarschijnlijke Roodkeel- duikers in zuidelijke richting. Enkele Grote Jagers achtervolgden de meeuwen, maar een Kleine Jager j werd door de grotere meeuwen verjaagd. In totaal werden er 6 «wH Grote en 7 Kleine Jagers gezien. j Rond de middag en op zo'n 35 kilometer NNW van Westkapelle verscheen opeens een Grauwe Pijlstormvogel. Deze gaf een ware show weg en landde binnen 5 meter van de boot. Hij dobberde wat rond, steeg weer op, en streek vervolgens weer bij de boot neer. Adembenemend! Video- en foto camera's zoomden en klikten voortdurend. Daarna werd nog een Roodborst gezien die na diverse mislukte pogingen om op de boot te landen, in het blauw verdween. Tegen half 5 arriveerden we weer in I de haven van Neeltje Jans. Fot° VneWl ORNITHO-CUISINE Na het wat ingewikkelde gerecht van voorgaande periode, nu een wat eenvoudiger te bereiden maaltijd, met een veel eenvoudiger te verkrijgen vogel soort", ...jawel de Soep-eend, of zoals onze zuiderburen dit zo fraai noemen de in1 t Zwetmpje 17' jaargang nummer 4 november 200212 Pim A. Wolf, Batenburg 63, 4385 HG Vlissingen, wolfpf@zeelandnet.nl t Zwelmpje 17e jaargang nummer 4 november 2002 13 Jan

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2002 | | pagina 8