t Zwetmpje 18' jaargang nummer 1 februari 2003
14
heeft het bestuur uiteraard deze donatie met de bijbehorende voorwaarde
geaccepteerd. We bedanken de (inmiddels opgeheven) Stichting Avifauna van
Walcheren voor deze genereuze schenking. Deze donatie biedt de
Vogelwerkgroep de mogelijkheid een apart fonds op te richten, welk als apart
artikel in de begroting opgenomen zal worden.
Daarom bij deze een oproep aan de leden om actief mee te denken over de
manier waarop dit fonds beheerd zal moeten worden en mogelijke
bestemmingen van dit fonds. Al geopperde mogelijkheden zijn een update van
de Avifauna en een opknapbeurt voor de schildering in 't Kiekuus. Maar vooral zijn
we geïnteresseerd in nieuw te ontwikkelen activiteiten die bijdrage aan de
bescherming van de Walcherse vogels. Ook de inkomsten die gegenereerd
worden uit de verkoop van "Vogels van Walcheren" zullen in dit fonds
opgenomen worden.
Het bestuur
MIDWINlTÉRTErLLINö 2003
Inleiding
Voor de twintigste achtereenvolgende maal werd op Walcheren deze telling
gehouden. In Nederland wordt deze telling sinds 1967 gehouden als onderdeel
van de International Waterfowl Census die door het International Waterfowl and
Wetlands Research Bureau (IWRB) wordt georganiseerd. Sinds 1993 is SOVON de
landelijke coördinator, terwijl Gerard van Zuijlen als coördinator voor Zeeland is
aangesteld. Vanaf 1992 worden op Walcheren ook de in het binnenland
pleisterende meeuwen geteld. Bij de telling van dit jaar kwamen er een aantal
bijzondere soorten bij die geteld moesten worden. Zo moesten dit jaar alle
Ijsvogels genoteerd worden. Deze bijzondere soorten werden door ons echter
ieder jaar al bijgehouden. Dit jaar vond de telling plaats in het weekend van 18 en
19 januari. Doordat niet iedereen op dezelfde dag heeft geteld is het mogelijk dat
soorten welke zich veelvuldig verplaatsen dubbel zijn geteld.
Het weer
Voor de weersomstandigheden tijdens de winter van 2002-2003 wordt
verwezen naar het verslag van de ganzen- en zwanentelling 2002/2003 elders dit
nummer. De weersomstandigheden tijdens het telweekend waren deels ongunstig
door harde wind en neerslag. Een sneeuwdek en bevroren waterlopen ontbraken.
Resultaten
De gebiedsdekkendheid was wederom erg goed. Het gehele platteland,
Middelburg en het kanaal door Walcheren werden geteld. In Middelburg werden
de meeuwen en Soep/Wilde Eenden niet geteld (zoals ieder jaar). De resultaten
(tabel 1hebben enerzijds kenmerken van een vrij koude winter, waarin enkele
varstgevoelige soorten het veld ruimden. Dit uitte zich o.a. in de aantallen
Goudplevieren (87) en Kieviten (443). In zachte winters worden van beide soorten
t Zwetmpje 18e jaargang nummer 1 februari 2003
15
enkele 1000-en vogels geteld. Ook het aantal Wilde Eenden was met 2660 ex
hoog. Anderzijds bleven typische wintergasten als de Smienten wat achter in hun
aanwezigheid. Van deze laatste soort werden 412 vogels geteld. De aantallen
van een "zachte wlntersoort" als de Wulp waren in tegenstelling tot de
Goudplevier en kievit met 1979 ex opvallend hoog (het hoogst getelde aantal in
de periode 1984 - 2003 op 1996 na, waarin 2126 vogels werden geteld). De
grootste groepen (120-200 ex) waren te vinden in het Oude Veerse weggebied,
noordelijk deel van het kanaal door Walcheren, Mortierepolder en het gebied
Vrouwenpolder-Serooskerke-Oostkapelle.
De top vijf van meest getelde soorten is:
1 Wilde Eend 2 Meerkoet 3 Wulp 4 Kokmeeuw 5 Zilvermeeuw
Enkele soorten uitgelicht
Dodaarzen waren weer aanwezig In een aanzienlijk aantal van 235 vogels.
Toch was dit minder dan voorgaande twee jaren (2001:370 en 2002:289). Bijna de
helft bevond zich in het kanaal door Walcheren (48 ex - 20%) en Middelburg (52
ex 22%).
Blauwe Reigers lijken de winter (in ieder geval tot aan de telling) vrij goed
overleefd te hebben met 75 ex. De aantallen in de zachte winters van 2001 en
2002 lagen niet veel hoger; resp. 81 en 82 ex.
Eenden
De aantallen Bergeenden liggen sinds 1998 ieder MWT tegen de 200 ex aan. Ook
dit jaar vormde geen uitzondering met 179 ex. Het leeuwendeel kwam voor
rekening In een telgebied tussen Poppedamme en Krommenhoeke waarin 133 ex
werden gezien.
Wintertalingen waren de laatste jaren nadrukkelijk aanwezig op het Walcherse.
130 ex deze telling behoort zeker tot één van de hogere in de tijdreeks 1984-2003,
maar vormde slechts 1/3 van het aantal van de laatste twee tellingen (2001:431
ex en 2002: 412). De meeste talingen bevonden zich in de Spuikom van Ritthem
(78 ex). Het Oude Veerseweggebied en het Vroon, Westkapelle leverde beide 14
ex op.
De Krakeend vertoonde weer een duidelijke presentie met 110 ex. Een aantal
waar we 20 jaar geleden nog slechts van konden dromen. De soort werd slechts
op twee plaatsen waargenomen en wel in het kanaal door Walcheren (85 ex) en
in het Oude Veerseweggebied (25 ex).
Tafeleenden en Kuifeenden waren weer in opvallende aantallen aanwezig.
Kuifeenden bleven sinds 1997 telkens steken bij 500-600 exemplaren. Deze winter
werden maar liefst 1359 ex geteld. Dat komt weer meer in de richting van winterse
aantallen in begin de jaren 1990, waarin rond de 1500 vogels volstrekt niet
ongewoon is. De Veerse Kreken was met 1189 ex (87%) the place to be voor deze
duikeend. De Rammekenshoek (56 ex 4%) en de Westkapelse kreek (49 ex 4%)
vormden de twee andere gebieden waar de soort in een redelijk aantal
aanwezig was.
De Tafeleend was met 148 ex ook een opvallende verschijning. De eerste maal
sinds 1996 dat er meer dan 100 vogels werden geteld.