BRESKENS VOORJAAR 2003 t Zwelmpje 18 jaargang nummer 4 december 2003 10 de telpost Breskens arriveerde en het verhaal in geuren en kleuren vertelde besloten o.a. Koos, Jos en Sander direct af te reizen. Deze zagen de vogels rond half elf cirkelen boven Rammekens en later afzakken via Welzinge. Na deze eerste waarneming voor Walcheren is het aantal waarnemingen in de regio snel toegenomen. Inmiddels wordt de soort jaarlijks gezien boven het Walcherse. Zelf moest ik lang wachten voor ik de soort kon toevoegen aan mijn zelfontdeklijstje: 15/09/2000 1 onvolwassen over de A58 bij Lewedorp. Dit jaar was het opnieuw raak: op 1 augustus klom ik met m'n telescoop in de aanslag het dijkje rond het slibdepot van Westkapelle op in de hoop een paar leuke steltlopers te verschalken. De eerste blik door mijn scoop levert direct een paar wel hele grote steltlopers op: twee onvolwassen Zwarte Ooievaars stappen bedaard door het beeld. Amper van de schrik bekomen besluit ik de vogels te piepen (Zwarte Ooievaars aan de grond is immers een buitenkansje). Het duurt nog wel tien minuten voordat ik opmerk dat er nog een derde exemplaar achteraf in een hoekje van het depot staat. Na een kwartier vliegen de vogels zonder aanwijsbare reden op om weg te schroeven richting de Baaiweg, Domburg. Het in het oog houden van de vogels loont, want na geruime tijd komen de vogels terug richting de Kreek, maar verdwijnen uiteindelijk uit zicht achter de bomen. Gelukkig vind ik de vogels een half uurtje later terug in een nieuw gegraven "milieuvriendelijke" sloot langs de Oostkreek. Hier laten ze zich mooi bekijken door een tiental vogelaars (eerst zittend en later recht boven ons hoofd draaiend). Groot is de verbazing als Peter na een half uurtje een vierde exemplaar ontdekt dat zich aansluit bij het groepje. De vogels keren terug naar het slibdepot waar ze zich tot 03/08 laten bekijken (vanaf zaterdag 02/08 zelfs 6 exemplaren!). De vogels zijn uitgebreid gefotografeerd en gefilmd. Uit het vers opgespoten slib weten ze met regelmaat flinke (dode) palingen te bemachtigen, maar er wordt vooral op kleine prooien gefoerageerd, door met halfopen snavel in het slib te peuren. Hoewel de waarde van een Zwarte Ooievaarwaarneming in de loop der jaren flink is gedevalueerd en de waarneming van 2003 in emotioneel opzicht ver achterblijft bij die van 1987 blijft het voor mij wel m'n leukste "vondst" van 2003. Jaco wal hout, Verwerijstraat 25, 4331 TA Middelburg, walhout25@zeelandnet.nl Met ingang van het afgelopen seizoen gingen we alweer het 24e teljaar in. Steeds weer hopend op leuk trekweer, werd door de 'Harde Kern' al in februari fa natiek geteld. Het weer kwam de wensen van de fanatiekelingen flink tegemoet: de trek werd een groot deel van februari, maart en april bepaald door gunstige aanlandige winden. Ook het mooie weer speelde daarin een grote rol; het jaar 2003 is door het t Zwelmpje 18e jaargang nummer 4 december 2003 11 KNMI niet voor niets uitgeroepen tot het zonnigste jaar ooit. De spectaculairste trekmaand qua soorten, mei, viel juist tegen. Oostenwind kwam in deze maand relatief weinig voor. En als de wind eens uit het oosten waaide, waren er weer andere factoren, zoals de ligging van een depressie ten zuiden van Zeeland, die er voor zorgden dat massale vogeltrek uitbleef. Eén van de absolute high-lights dit seizoen was ongetwijfeld de enorme stroom Graspiepers medio april. De teller bleef steken op 934.000 exemplaren, waarvan 381.000 op 15 april. Menig teller - of versta hieronder: tikker - had aan het einde van deze dag last van pijnlijke vingergewrichten van het constant indrukken van de tikker, hoewel de verschijnselen van RSI vooralsnog uitbleven. Desondanks blijft het genieten wanneer je een wolk van Graspiepers uit het karreveld ziet opstijgen om een jagend Smelleken of Sperwer te ontlopen. Sommige tellers kunnen ook meepraten over andere opvallende trekfeno- menen dit jaar, zoals de massale trek van Kolganzen (8300) en Kleine Rietganzen (1700) op 21 februari of de vroege doorkomst van ruim 12000 Gierzwaluwen op 28 april. Andere soorten die dit seizoen relatief goed vertegenwoordigt waren, zijn o.a. Grauwe Gans (max. 2146 op 9 februari), Houtduif (max. 3039 op 27 februari), Witgatje (max. 93 op 20 april), Beflijster (max. 48 en 46 op resp. 15 en 16 april), Zanglijster (max. 1948 op 16 april), Zwartkopmeeuw (max. 119 op 21 april) en Spreeuw (max. 19690 op 16 maart). Naast deze fenomenale aantallen gaf de telpost ook verschillende dwaalgasten prijs, zoals het 2®-zomer man netje Steppekiekendief op 21 april, de Roodstuitzwaluwen op 15 april en op 4 mei, een Bijeneter op 4 mei, een Kleine Burgemeester op 14 april, een Draaihals op 4 mei (de enige nieuwe soort!), en Graszangers op 21 april (2), 5 mei en 19 mei. Ook de waar nemingen van een Wilde Zwaan, 25 Witbuikrotganzen (één groep), een Morinel- plevier, zes Grote Zilverreigers, vier Roodpootvalken, 20 Kraanvogels (waarvan 18 op 24 maart), tien Lachsterns en zes Reuzensterns, vijf Kuifleeuweriken, een Grote en drie Roodkeelpiepers, 14 Pestvogels (zeven op zowel 14 als 21 februari), een Grauwe Klauwier en twee Buidelmezen mogen niet onvermeld blijven. Hieronder een selectie van enkel totaalstaten van dit seizoen. Aalscholver 3897 Lepelaar 287 Kleine Zilverreiger 34 Kleine Rietgans 2107 Blauwe Reiger 597 Kolgans 11681 Purperreiger 56 Grauwe Gans 5676 Ooievaar 52 Bergeend 1418 Rode Wouw, telpost Breskens, 7 mei 2003 foto Jacques Leclercq

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2003 | | pagina 7