t Zweimpje 19' jaargang nummer 2 mei 2004 4 St. Laurensül Voor Pim was het niet moeilijk de vogel goed op de tape te zetten, omdat de vogel zeer frequent zat te zingen. De eerste toegesnelde vogelaars waren al snel teleurgesteld, omdat de vogel opvallend genoeg zijn snavel hield tot i.i.g. 13.30 uur! Gelukkig was ik snel klaar met werken (14.00 uur), zodat Thomas en ik vol goede moed naar 'the place to be' gingen. Bingo! De vogel zat weer te zingen, maar wel een paar tuinen verder naar achteren. De weer gewaarschuwde mensen konden dit keer hun hart wél ophalen, omdat tot vreugde van velen de vogel niet alleen hard zat te zingen, maar ook omdat hij regelmatig goed zichtbaar was! Alle kenmerken waren goed zichtbaar. Zie foto...: De vogel was erg plaatstrouw en had zijn vaste zangposten in de omliggende tuinen. Volgens de plaatselijke bewoners zat de vogel al langer (1 week?) hier te zingen. Indien aanvaard, betreft het de tweede Grauwe Fitis voor Walcheren. Tot in ieder geval 9 juni bleef de vogel aanwezig. Tot nu toe zijn ongeveer 35 aanvaarde gevallen in Nederland bekend. Alles bij elkaar vond ik het heus niet erg om die zaterdag te werken...! Pieter Beeke, Titus Brandsmakwartier 5, 4333 EM Middelburg, pieterbeeke&hótmaii com. ONBEKEND MAAKT BEMIND "De verse sneeuw knispert onder m'n voeten en de zon schijnt hard op m'n voorhoofd. In alle stilte klim ik op een duintop en daar kijk ik met priemende ogen richting de zeereep; in een meidoorn hoor ik een Keep zachtjes zingen; Mijmerend over de komende maanden die me te wachten staandeelname aan een broedvogelinventarisatie van 500 ha Walchers duingebied; een flinke, maar uitdagende klus voor een kleine club enthousiastelingenhmmmmmm". "Een Winterkoning begint te zingen; ik daal af en verdwijn tussen het struweel, want ondertussen werd ik bedonderd scheel van het reflecterende licht op het sneeuwdek". Een maand later gaf ik mijn richtingaanwijzer een haal naar beneden en suisde in m'n drie met de breakbeats van ID&T radio de Noorddijk op. Motor af en het werd stil; met de dampende koffie op m'n dashboard en een aanwaaiende rust vanuit het duin, noteerde ik enkele minuten later de Heggenmus en Winter koning op m'n veldkaart van de Beekhoekspolder. Het leventje was begonnen. Althans, zo voelde het; nq veel voorbereidend bureauwerk zat ik dan eindelijk in het veld; hier aan de fand van honderden hectares duingebied. Stil, kijkend, luisterend en tussendoor enorm genietend. Het voorjaar uitte zich op dat moment in de mus, de koning en de gele bloempjes van het Speenkruid en het Klein Hoefblad. De eerste notities van de inventarisatie waren in ieder geval gezet onder een mooi voorjaarszonnetje. t Zweimpje 19' jaargang nummer 2 mei 2004 Enkele Kieviten begonnen rondjes te buitelen. Een beetje starend en rondkijkend zag ik vanuit m'n ooghoeken een koppel Scholeksters en een ander soort gevogelte aan komen vliegen. Langgerekt lichaam; lange, bruine, bolle Griel. BeekhoeksDolder. 21 maart 2004 Ifoto: Gerwin Geertsel vleugels met een zwartwitte tekening; al met al een vreemde gewaarwording; "Tuurlijk, een Griel, duidelijk, kan niet missen". Met de Zeiss lukte het me in vlucht de gele iris te zien. De Griel draaide een paar rondjes boven het gebied. Tijdens deze rondjes kon ik een paar fotos maken, maar ik verkwanselde er maar niet teveel dia's aan. De vogel zakte af. Plof!!! de vogel was, niet zichtbaar, halverwege in het gebied gaan zitten. Pppffff, hoe was het mogelijk, als een donderklap bij heldere hemel; maar goed, "De Griel, die zit daar goed; verder met het werk; wat kan ik anders doen?". De Kieviten waren nog druk aan het buitelen boven de noordkant van het gebied en ik besloot om via de rand het natuurterrein in te lopen. Met een beetje geluk kon ik dan als bonus, nadat ik de strook ruigte voorbij was gelopen, waar de Griel achter zat, de vogel zittend zien. M'n camera nam ik mee; het licht deed me namelijk goed en de dode bomen langs de zanddijk met de rondvliegende Kauwen vormden een mooi beeld. Nog even stond ik stil en keek met een ontspannen blik naar de rust en het gebied. Ik zette mijn eerste passen in de natte klei; de grond werd verwoest en het donkere water spatte de gele bloemen zwart. Het geluid van de Kieviten werd sterker; inmiddels was de wind aangewakkerd en dreven grijze wolken het duin binnen; de Kieviten zag ik geconcentreerder op één punt gaan buitelen; het was verdomd nog wel in de buurt van de plek waar de Griel was gaan zitten. De vogel vloog op en verdween met rappe vleugelslagen laag in oostelijke richting. In één zucht weg en verdwenen. Echt verdwenen, want de vogel is nooit meer teruggevonden. Het abrupte einde aan deze beleving was een feit, maar leek me ook juist; de vogel heeft gekozen om te komen en weer te gaan... Het enige wat bekend is én blijft van de vogel is dat hij daar die zondagmorgen voor hooguit een kwartier heeft gezeten; een dier met onbekende oorsprong en een onbekende bestemming; het idee dat ik daar geen enkele controle op had, 5 ^s$ggS3B2E@ - *-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2004 | | pagina 4