S/ t Zweimpje 19e jaargang nummer 3 augustus 2004 6 afname kan waarschijnlijk niet gezocht worden bij klimaatsveranderingen, wei bij habitatverlies; Mogelijk dat toenemende vergrassing van de broedgebieden en daarmee een afnemend voedselaanbod van insecten de afname (deels) kan verklaren5. De Nederlandse populatie omvatte in 1998-2000 950-1150 paren. 35% van de populatie bevindt zich in Noord-Brabant en de Veluwe. De enige gevallen in de Nederlandse duinstrook in de periode 1998-2000 komen uit de Schoorlse duinen, Noord-Holland (dit betreft slechts een enkel paar). Na de afname in de tweede helft van de vorige eeuw is in de jaren 1990 een plaatselijk licht herstel vastgesteld. Eenduidige oorzaken zijn niet aan te wijzen5. Het landelijk herstel zette zich tot in ieder geval 2001 door, waarbij 2001 een erg succesvol jaar betrof8. In 2002 en 2003 komen eveneens goede berichten uit respectievelijk Leenderbos/Groote Heide, Noord-Brabant en de Sallandse HeuvelrugresP-9 en 7. In Zeeland is de soort tot eind de jaren 1970 een onregelmatige broedvogel. In de jaren daarna zijn slechts incidentele gevallen bekend6. De twee meest recente zijn afkomstig uit Oost-Zeeuws Vlaanderen (1996) en in de duinen van Westenschouwen in 1995 (pers. med. L. Tromper, 2004)0en4. Op Walcheren is de soort eveneens een voormalige broedvogel. Uit 1959, 1960 en 1974 zijn waarnemingen bekend die op broeden duiden (1959 en 1960: Valkenisse; 1974: Vrouwenpolderse duintjes, nestvondst). In de jaren 1980 en 1990 zijn slechts twee zichtwaarnemingen bekend op Walcheren zonder dat er sprake was van een territorium (in 1986 en 1991)6. De dichtstbijzijnde broedgebieden ten opzichte van Walcheren liggen op de Brabantse wal ten zuiden van Bergen op Zoom. Broeden niet uitgesloten Uit de waarnemingen kan geen zekerheid verkregen worden omtrent een daadwerkelijk broedgeval. Zeker was dat de vogel gedurende de maanden juni en juli in Oranjezon aanwezig is geweest en territoriaal gedrag vertoonde. In Oranjezon lijkt tevens een geschikt broedhabitat aanwezig voor de Nachtzwaluw: een dennenbos met plaatselijk vrij brede zandpaden, kapvlaktes, de naastgelegen TA jaar jonge, schaars begroeide duinvallei Doorndal en de voormalige, zandige, diepe zandwinplaats de Kaalkop en de relatieve (recreatieve) rust. De zangactiviteit nam al vanaf de eerste twee waarnemingen snel af. Het kan zijn dat de vogel kort voor de eerste waarneming in het gebied was gearriveerd. Over de broedzekerheid kan slechts worden gespeculeerd. Het kan een ongepaard mannetje betreffen, maar voor hetzelfde geldt betrof het een koppel dat daadwerkelijk gebroed heeft. Solitaire paren kunnen namelijk soms opmerkelijk stil zijn en zelfs niet eens reageren op recorder1. Bijzonder, maar op z'n plaats Het geval van de Nachtzwaluw in Oranjezon betreft het eerste geldig territorium op Walcheren sinds 1974; in Zeeland sinds 1996 en, voor zover bekend de eerste voor Oranjezon. Het geval betreft momenteel één van de enkele gevallen in de Nederlandse duinstrook. Het geval in Oranjezon is juist opvallend vanwege de combinatie van klein oppervlak aanwezig geschikt broedhabitat, de geïsoleerde ligging ten opzichte van de rest van de Nederlandse populatie en het t Zweimpje 19' jaargang nummer 3 augustus 2004 1 feit dat de soort in de andere Nederlandse duingebieden zeldzaam is. Daarentegen sluit het geval goed aan bij de positieve landelijke trend. Onduidelijk blijft of de waargenomen vogel gepaard -was of laat staan gebroed heeft. Ondanks de weinige waarnemingen blijft dit laatste tot de mogelijkheden behoren. De broedvogelinventarisatie in Oranjezon wordt de komende jaren in ieder geval gecontinueerd en onze toekomstige inspanningen zullen uitwijzen of het een incidenteel geval betrof of dat we te maken hebben met een permanente vestiging van de soort in het duingebied. Bronvermeldingen: 0 Bijlsma R J, Hustings F Camphuysen C J, 2001Algemene en schaarse vogels van Nederland (Avifauna van Nederland 2), GMB Uitgeverij, Haarlem/Utrecht 1 van Dijk AJ Hustings F, 1996, Broedvogelinventarisatie Kolonievogels en Zeldzame Soorten (handleiding Landelijk Soortonderzoek Broedvogels), SOVON, Beek-Ubbergen 2 Hagemeijer EJM Blair MJ, 1997, The EBBC Atlas of European Breeding Birds: Their Distribution an Abundance, T&AD Poyser, London 3 Sierdsema H, 1995, Broedvogels en beheer. Het gebruik van broedvogelgegevens in het beheer van bos- en natuurterreinen, SBB-rapport 1995-1, SOVON-onderzoeksrapport 1995-04, SBB/SOVON, Driebergen/Beek- Ubbergen 4 SOVON Vogelonderzoek Nederland, Archief Landelijk Soortenonderzoek Broedvogels, Beek-Ubbergen 5 SOVON Vogelonderzoek Nederland, 2002, Atlas van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000 - Nederlandse Avifauna 5, Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden 6 Walhout J Twisk F, 1998, Vogels van Walcheren, Stichting Avifauna van Walcheren, Middelburg 7 www.natuurmonumenten.nl. 2004, persberichten 8 www.sovon.nl. 2004, Opmerkelijke toename van een mysterieuze nachtbraker: een succesvol jaar voor de Nachtzwaluw in Nederland persbericht 9 Zomer P, 2002, Nachtzwaluwen in het Leenderbos en de Groote Heide in 2002, http:/Vwww.homeDaaes.hetnet.nl/~vwadekempen/Avifauna/Publicaties/Nach tzwaluw%20Leenderbos%202002.htm Gerwin Geertse, ggeertse@hotmail.com

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2004 | | pagina 5