t Zwelmpje 19' Jaargang nummer 3 augustus 2004 4 om 100 zeker te zijn van een Provengaalse Grasmus en de geheel grijzige Sar- dijnse Grasmus uit te sluiten. De waarneming doorgegeven per semafoon en telefonisch werden nog wat belangrijke kenmerken en aanvullende informatie ingesproken op de Dutch Birding vogellijn. Daarna zag ik de vogel nog enkele malen fraai op korte afstand in de toppen van de duindoorns en andere bosjes met als kortste afstand ongeveer 10 m. De vogel was vaak terug te vinden door zijn roep, wat veel leek op een zachte roep van een Patrijs. De zang bestond kort uit krassende geluiden met af en toe een rateltje. De zeer lange staart die vaak in een hoek van 45-60 graden omhoog werd gehouden was opvallend. De bovenstaart was donker, de top van de onderstaart witachtig, de stuit, mantel, rug en kop waren donkergrijs zonder een oog- of wenkbrauwstreep. De kruinveren werden enkele keren opvallend hoog opgericht. De handpennen en tertials waren iets bruingrijs met erg vage lichte zomen. De snavel was vrij lang waarvan de basis lichtgeel. De ondersnavel was voor driekwart lichtgeel en de bovensnavel/culmen alsmede de top van de snavel was donker. De onderdelen waaronder borst/keel en flanken waren diep roodbruin, vooral de flanken waren opvallend. Alleen de buik was lichter en gaf een vuilwitte indruk. Op grond van de donkergrijze bovendelen, rode oogring en iris, en de diep roodbruine onderdelen gaat het m.i. om een (ad) mannetje. Ik had alles in een klein half uurtje kunnen waarnemen waarbij de vogel van struik naar struik vloog en daarbij kort en goed te zien was. Als de vogel zoek was kon ik hem door zijn kenmerkende roep terugvinden. De 10 man die op de waarneming af kwamen hadden pech. Want vijf minu ten voordat de eerste belangstellende arriveerde hield de vogel zijn mond en was niet meer terug te vinden. Er is nog lang gezocht en ook de dagen erna, echter zonder resultaat. De soort staat er om bekend dat hij vaak erg lastig is te vinden. Zelfs op de ochtend van mijn ontdekking is er nog gevogeld op het opslagterrein Het was Tobi Koppejan die de vogel herontdekte op 19 december! De mensen die ook nu op de waarneming af kwamen konden de vogel helaas weer niet terugvinden. Indien aanvaard betekent deze waarneming het 2® geval voor Westkapelle en Walcheren en het 6® geval voor Nederland. Het 1® geval voor Walcheren was ook op het opslagterrein. Een door Pim Wolf ontdekt vrouwtje verbleef hier toen tussen 26 november en 3 december 1995. Deze ontdekking was de bekende druppel... Ik ben nu in het bezit van een digitale videocamera. Want wat had ik van deze Provengaalse Grasmus mooie opnamen kunnen maken Rob Sponselee, robenlinda@zeelandnet.nl t Zwelmpje 19* Jaargang nummer 3 augustus 2004 5 DE KERKUIL OP WALCHEREN, IN 2003 EN 2004, EN EEN OPROEP. 2003 was een uitgesproken mager jaar voor de kerkuil met slechts 14 broedsels op Walcheren, overigens wel met een voor Walcheren goed broedresultaat van gemiddeld 3,3 uitgevlogen juvenielen per broedsel. 2004 daarentegen was een uitgesproken goed jaar met 24 broedparen en het op één na (2001 met 26) beste broedseizoen sinds de tellin gen begonnen in 1976. Ook in 2004 een uitstekend broed resultaat met gemiddeld 3,4 juvenielen per broedsel. Tevens kwam er in 2004 ten minste één broedpaar met een tweede broedsel. Op Walcheren wordt niet bewust gecontroleerd op tweede broedsels, waarschijnlijk zijn er meerdere tweede broed-sels. Voor een compleet overzicht Zeeuwse en landelijke broedresultaten Walcheren week in '03 en '04 niet af van de provinciale en landelijke lijn. In Zeeland broedden respectievelijk 84 en 126 kerkuilen. 2004 was voor Zeeland weer een nieuw recordjaar. Het vorige record stond op 113 in 2002. Dit nieuwe recordaantal is met name te danken aan Oost-Zeeuws-Vlaanderen waar in 2004 35 broedparen geteld werden (mededeling van Mare Buise, Zeeuwse coördi nator). zie de bijgaande tabel en grafiek. Kerkuilen op Walcheren 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 199 7 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Aantal broedparen 7 8 8 8 8 11 17 10 14 16 15 26 22 14 24 Aantal tweede broedsels 1 0 0 0 0 1 0 1 0 1 2 0 1 0 1 Totaal aantal broedsels 8 8 8 8 8 12 17 11 14 17 17 26 23 14 25 Aantal juvenielen 22 21 20 18 20+ 43 46+ 27 35 48+ 44+ 53+ 53+ 36+ 58+ Gemidd. aantal juv/broedsel 2,8 2,6 2,4 2,3 2,5 3,6 2,7 2,5 2,5 2,8 2,6 2,4 2,7 3,3 3,4 Aantal geringde juvenielen 20 20 20 15 20 34 42 22 27 42 37 48 27 21 20

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2004 | | pagina 4