S/ ORPHEUSSPOTVOGEL BIJ ARNEMUIDEN t Zwelmpje 20' jaargang nummer 2 mei 2005 16 werd bemoeilijkt vanwege het feit dat alle Knotwilgen juist gesnoeid waren en de uil dus onzichtbaar bleek. Onze tocht voerde verder langs het 'Hamsterreservaat' bij Sibbe. Dit leverde, naast een keur aan deskundige commentaren omtrent dit maatschappelijk flink bekritiseerde project, ook onze highlight van de dag op. Terwijl we op het uitge strekte plateau stonden te turen in de horizon op zoek naar verre wouwen, Kraan vogels e.d., ontdekte let Baas met haar kleine kijkertje 17 grote vogels boven ons: Kraanvogels! Zelfs Arjan, toch wel wat gewend op vogelgebied, was hier van ondersteboven: 't was voor hem de eerste keer dat hij een groepje Kraanvogels, overtrekkend over Limburg waarnam. Nog groter was de feestvreugde toen hij, als dank voor de excursie, ook een jaarabonnement op het Zwelmpje in ont vangst mocht nemen. De Zeeuwse auto koerste tenslotte nog langs de Eysder Beemden met onder meer onze eerste zingende Fitis. Over een groepje verre meeuwen die door ande ren als Pontische Meeuwen waren gedetermineerd, deden we niet moeilijk: "Ja hallo, we zijn tenslotte Pim niet!". Weer een kruisje op de jaarlijst! Tenslotte deden we nog een tweede poging in de ENCI-groeve, eind van de middag voor de Oehoe. Goed om te weten dat je daar beter eerder kan kijken: het tegenlicht maakt het dan wel erg lastig. En twee uurtjes later stonden we weer bij de Mac... G/do Davidse Aan de Steigerweg bij Arnemuiden bewaar ik goede herinneringen; op 12 mei 1986 ontdekte ik daar namelijk een mannetje Blauwvleugeltaling in het plasje achter de hondentrimbaan. Het wegje is bovendien een gekende plek voor Bos- rietzangers en tijdens inventarisatierondes dit voorjaar werden in de aangrenzen de polder 2 territoria Roodborsttapuit en een territorium Blauwborst gevonden. De kans dat iemand, laat staan ikzelf, ooit nog eens een dwaalgast langs dit wegje zou ontdekken werd tot voor kort echter nihil geacht. In het kader van de al eerder gememoreerde broedvogelinventarisatie van dit jaar (gericht op het in kaart brengen van ondermeer alle grasmusachtigen, maar ook spechten en Spotvogels op het platte van Walcheren) ben ik dit voorjaar enkele malen in de vroege ochtenduren, van Middelburg naar mijn werk in Goes gefietst. Zo ook op donderdag 9 juni. In de ochtenduren werden het gebied rond Kleverskerke, het Heggenreservaatje bij Arnemuiden en de Witte Raaf bezocht. Na het werk probeerde ik, op de opoefiets, een goede tijd neer te zetten van Goes naar Middelburg. Even voor zessen zoefde ik over de steigerweg en hoorde ik aan het einde, ter hoogte van het woonwagenparkje aan de Veerseweg, en kele seconden een snelle brabbelzang, vanuit een bosje. De bekende Bosrietzan- ger dacht ik en ik reed door, maar na 200 meter begon de twijfel te knagen en t Zwelmpje 20' jaargang nummer 2 mei 2005 17 draaide ik om. Helaas besloot een kampbewoner dit moment aan te grijpen om flink in de weer te gaan met een popnagelapparaat. De vogel liet zich dan ook niet meer horen en eenmaal in Middelburg was ik hem al vergeten. Een dag later, rondsurfend op de DB-site, schoot het zangetje me weer te bin nen en bedacht ik me dat er wel een geluidsopname van een Orpheusspotvogel op de soundgalerie zou staan. Inderdaad, en...de zang leek toch wel verdraaid veel op het korte brabbeltje dat ik had gehoord. De volgende morgen, zaterdag 11 juni, eigenlijk tegen beter weten in, met Emma en Laurens, richting Arnemuiden gefietst. Aangekomen bij de Steigerweg hoorde ik de vogel al zingen en knipperde ik -om met Pietje Puk te spreken- even met mijn ogen en mijn oren te gelijk; dit was duidelijk geen Bosrietzanger! Bijna direct zag ik de vogel ook zitten, vrijwel ge heel vrij hoog in de struik; een onmiskenbare Spotvogelachtige met korte vleugels. Als dat geen Orpheus is dan Paniek dus, er moest gebeld worden. "Weet je het toch wel zeker papa? Anders komen ze allemaal voor niks". Emma wilde me duidelijk behoeden voor Roodkeelstrandloperachtige ta ferelen. Nog maar eens geke ken, maar zelfs een blinde zou deze vogel als Orpheusspotvo gel op naam kunnen brengen. Daar ik geen mobiel bij me had, fietste ik naar de dichtstbijzijnde telefooncel in het dorp. Beide kaarten bleken echter verlopen, althans, ze weigerden dienst. Geen nood, boven aan de dijk woont een nicht, die gelukkig thuis blijkt. Het pie pen mislukt jammerlijk; pincode onjuist (ben ik dan toch gek geworden, ik weet zeker dat dit mijn pincode is; Gerard helpt me later uit de droom, alle pincodes zijn gewijzigd in een universele code). Dan Pim maar bellen... in gesprek, dan Peter proberen...in gesprek (met Pim blijkt later), 't Zal toch niet waar wezen dat ik niemand kan bereiken. Gelukkig neemt Pim even later wel op, al verstaat hij in eerste instantie niks van de onsamenhangende geluiden die ik uitstoot. Nu het nieuws eindelijk de wereld in is gauw terug naar kinderen en de vogel, die alledrie nog aanwezig blijken. Binnen een kwartier arriveert Sander, al spoedig gevolgd door de rest van de scène. De vogel zingt dat het een lieve lust is en laat zich daarbij mooi platen. Blije gezichten alom. Vogelaars die dezelfde dag niet kunnen, komen de dagen daarna ook volop aan hun trekken. De vogel is tot in ieder geval 23 juni aanwezig (DB-lijn) en zingt tijdens zijn verblijf de gehele dag door, in de morgenuren zelfs Orpheusspotvogel, Arnemuiden, 14 juni 2005 (Jaco Walhout

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2005 | | pagina 10