t Zwelmpje 20" jaargang nummer 2 mei 2005
6
De eerste dag met leuke zeetrek viel op de 12®; met een harde westenwind
passeerden vijf Grauwe en 21 Noordse Pijlstormvogels; jagers werden echter nau
welijks gezien. Ook op de 13e (3) en 14e (1) werden Noordse Pijlen gezien.
Totaal onverwachts was de massale passage van deze soort op de 15e: 186
exemplaren! Ook werden die dag nog eens 17 Grauwe Pijlstormvogels, een Vale
Pijlstormvogel, drie Vaal Stormvogeltjes, vijf Grote, drie Middelste, 19 Kleine en vijf
Kleinste Jagers en twee Vorkstaartmeeuwen genoteerd. Naast een Visarend, een
Morinelplevier en een Kleinste Jager trokken op de 17e mooie aantallen steltlopers
langs: 127 Bontbekplevieren, 34 Krombekstrandlopers, 106 Watersnippen en 195
Tureluurs. Hoogtepuntjes van de dagen erna waren een Velduil op de 18® twee
Grauwe en twee Noordse Pijlstormvogels op de 19e en vier Noordse Pijlstormvo
gels op de 20®.
Na deze datum zouden vier dagen met ongekende aantallen zeevogels vol
gen. Op alle dagen stond een krachtige tot harde wind (6-7 Bft) uit west, later uit
noordwest. Het begon op de 21® met hoge aantallen pijlstormvogels (33 Grauwe
en 183 Noordse), vier Vaal Stormvogeltjes, 11 Grote, zeven Middelste, 28 Kleine en
één Kleinste Jager en twee Vorkstaartmeeuwen. Ook de 22® was erg leuk met 14
Grauwe en 42 Noordse Pijlstormvogels, een Grote of Kuhls Pijlstormvogel, 16 Vaal
Stormvogeltjes, bijna 1000 Zwarte Zee-eenden, een Grauwe Franjepoot en 27
Kleine en één Kleinste Jager. De 23® zal de boeken ingaan als de meest massale
zeevogeldag te Westkapelle ooit. Naast vier Grauwe en 50 Noordse Pijlstormvo
gels, een Grauwe Franjepoot, 238 Kleine Jagers, vijf Vorkstaartmeeuwen en een
Witvleugelstern werden niet minder dan drie Nederlandse records verpulverd: dat
van Vaal Stormvogeltje (318), Grote Jager (329) en Kleinste Jager (21). Na deze
dag bleek de Noordzee nog steeds niet leeg; op de 24® passeerden nog eens
drie Grauwe en zeven Noordse Pijlstormvogels, een Stormvogeltje, 76 Vaal Storm
vogeltjes, zeven Vorkstaartmeeuwen en 134 Grote, zes Middelste, 124 Kleine en
niet minder dan 40 Kleinste Jagers. Het aantal Kleinste Jagers betrof wederom
een nieuw Nederlands record. De 25® was de wind afgenomen (5 Bft) en werden
er nog 29 Vaal Stormvogeltjes, zes Vorkstaartmeeuwen en zeven Grote, twee
Middelste en vijf Kleinste Jagers bijgeschreven, alsmede twee Smellekens en een
vroege Sneeuwgors.
Vaal Stormvogeltjes, Westkapelle, 23 september 2004 (Patrick Palmen)
t Zwelmpje 20e jaargang nummer 2 mei 2005
7
Het einde van de maand verliep vrij rustig. Hoogtepunten waren de laatste
twee Vaal Stormvogeltjes op de 26®, Vorkstaartmeeuwen op de 26®, 27® en 29®,
Grote Piepers op de 26® en 28®, twee Witvleugelsterns, een Duinpieper en drie
IJsgorzen op de 28® en Kleinste Jagers op de 28® (2) en 30® (3). Klapper was de
adulte Zwarte Zeekoet die op de 30® in zuidelijke richting de post passeerde, de
Westerschelde op. Een adulte Baltische Mantelmeeuw bleef kortstondig pleiste
ren op de 27®. Goede trek van zangvogels vond plaats op de 30®, met o.a. 15000
Graspiepers, 42 Grote Gele Kwikstaarten, 3023 Vinken en 548 Kneuen.
Tabel 2: seizoenspatroon van enkele stormvogelsoorten (aantal per decade)
maand-»
decade-»
augustus
se
otember
oktober
november
december
1
2
3
1
2
3
1
2
3
1
2
3
1
2
3
Noordse Storm
Grauwe Pijl
Noordse Pijl
Vaaltje
1
6
24
2
43
6
7
19
3
24
55
213
287
1
1
3
445
1
1
2
oktober
In de eerste decade waaide de wind vooral uit het zuidwesten; na de 7® draaide
deze meer naar noordoostelijke richtingen. Naast vijf Grote en vier Kleinste Jagers
op de 2® werden zeevogels nauwelijks gezien; de tellingen bestonden vnl. uit
zangvogels. Een Bokje en vier late Kleine Plevieren trokken langs op de 1®. Flinke
aantallen passeerden op de 5® (32140 Spreeuw, 10650 Vink). Leuk waren Grote
Zilverreigers op de 3® (1) en 4® (3), twee Witvleugelsterns op de 3®, Buidelmezen
op de 4® en 6® (2) en een Vorkstaartmeeuw op de 7e. Er was flinke aankomst van
Koperwieken op de 9® (9027) en 10® (12800). Bijzonder waren een zuidwaarts trek
kende Pallas' Boszanger op de 11® en een kort pleisterende Roodmus op de 13®.
Opmerkelijk was de waarneming van een langstrekkend Stormvogeltje op de 17®;
de wind waaide die dag uit zuidoost! De eerste twee Kleine Alken van het seizoen
werden gezien op de 18®. Een Pestvogel, een Kuifmees en een Appelvink werden
opgemerkt op de 19®. Naast een recordaantal Aalscholvers (618) was het op de
20® vooral de Spreeuw die goed vloog (53863).
De hierop volgende dagen waren betrekkelijk rustig. Een Grote Kruisbek werd
de 22® opgepikt in een groepje gewone Kruisbekken. De 24® was de lucht weer
aardig vol met naast 30 Boomleeuweriken en een kort pleisterende Dwerggors
vooral hoge aantallen Spreeuwen (47400), Vinken (22.254), Kepen (2345) en Riet
gorzen (562). De enige Noordse Pijlstormvogel van deze maand vloog langs op
de 25®, alsmede een Vaal Stormvogeltje. De laatste zes dagen van oktober was
er elke dag massale trek van vnl. Kieviten (13.100 op de 28® en 7100 op de 29®),
Houtduiven (8500), Veldleeuweriken (12.900 op de 27e en 8300 op de 29®),
Spreeuwen (254.000 waarvan 79.000 op de 29®), Kauwen (14500 waarvan 7800
op de 29®), Vinken (27.900) en Rietgorzen (1900 op de 27®). Het record Aalschol
vers werd op de 27® alweer aangescherpt (979). De 335 Pijlstaarten op de 28®
betekende een evenaring van het oude record. Er waren verder waarnemingen
van IJsduikers op de 28® (1) en 31® (2), een adulte Vorkstaartmeeuw op de 27®,