;W
t Zwelmpje 20 e jaargang nummer 3 ét 4 augustus ét november 2005
Roofvogels deden het aardig dit jaar, met o.a. 20 Wespendieven, 73 Bruine
en 30 Blauwe Kiekendieven, vijf Haviken (plus af en toe een exemplaar jagend),
ruim 500 Sperwers, 330 Buizerds, maar liefst negen Visarenden (drie op 5
september), 77 Torenvalken, 14 Smellekens, 18 Boomvalken en 11 Slechtvalken.
Vooral 17 en 18 oktober waren, met stevige oostelijke winden, goede
roofvogeldagen. Op de 17e passeerden o.a. acht Blauwe Kieken, 62 Sperwers,
128 Buizerds en drie Slechtvalken, de volgende dag 11 Blauwe Kieken, 106
Sperwers, 96 Buizerds, maar liefst vier Ruigpootbuizerds (waarvan twee
tezamen) en een Visarend. Opmerkelijk was het ontbreken van Rode Wouw en
Roodpootvalk dit najaar.
Trek van steltlopers stelde weinig
voor. Drie keer werd een Morinelple-
vier gezien: 4 en 22 september en 16
oktober. Van het totaal van ruim 8500
Kieviten trokken en 2200 langs op 29
oktober. Een vorstvlucht bleef uit. Een
langsvliegende Poelsnip werd
genoteerd op 14 oktober (les
Goedbloed), helaas kansloos om voor
aanvaarding door de CDNA in
aanmerking te komen. Er werden
slechts 38 Witgatten geteld, de
meeste in juli (acht op 28 juli).
Van de 625 Holenduiven trokken er
130 langs op 15 oktober. Het totaal
van ruim 14 000 (2210 op 8 november)
is voor West-Nederlandse begrippen
heel behoorlijk. Turkse Tortels deden
het met 457 exemplaren (104 op 11
oktober) beduidend beter dan de Zomertortel, waarvan slechts 43 exemplaren
werden opgemerkt (de laatste op 23 september). Zowel op 15 als 16 oktober
werd een Velduil gezien, langssnorrende Ijsvogels op 10 en 18 september,
respectievelijk over het binnendijkse fietspad en over het strand. De meeste van
de 1440 Gierzwaluwen trokken door in juli en augustus. In oktober werden er
nog drie gezien, waarvan die op 29 oktober zonder meer erg laat was. Net
zoals elders in den lande raakte het in zwang om Grote Bonte Spechten als
trekkers te noteren: dit gebeurde met 100 exemplaren. Vaak leek het om echte,
gerichte trek te gaan: vogels verplaatsten zich - regelmatig in twee- of
drietallen - vrij hoog en over grote afstanden over het duin richting zuidoost. Het
maximum bedroeg 20 exemplaren op 5 september (in 6 uren).
Boomleeuweriken werden regelmatig gezien, maar waren niet talrijk: 148,
waarvan 30 op 8 oktober. Op 3 november vlogen drie Strandleeuweriken langs.
Veldleeuweriken laten zich niet stuwen langs de kust, maar vliegen in een
strakke koers van noordoost naar zuidwest. In oktober en november werden er
7400 geteld, waarvan 1434 op 27 oktober. Dit laatste totaal is mede te danken
Ruigpootbuizerd, Nolledijk, 17 oktober
2005 (Niels de Schipper)
t Zwelmpje 20'jaargang nummer 3d 4 augustus d november 2005 23
aan enkele oplettende waarnemers, die met behulp van de telescoop
trekkende groepen boven Dishoek ontdekten.
De totalen van Oeverzwaluw (18), Boerenzwaluw (1584, laatste op 30 oktober)
en Huiszwaluw (307) waren niet indrukwekkend. Beste dag voor zowel Boeren-
(411) als Huiszwaluw (103) was 4 september. De najaarstrek langs de Nolle is
zeker niet het spiegelbeeld van de voorjaarstrek bij Breskens! Tussen 31 augustus
en 23 september werden vijf Duinpiepers (twee op 5 september) opgemerkt,
tussen 21 september en 28 oktober (twee op 5 oktober) acht Grote Piepers. Het
verhaal van de 'kleine', relatief kortstaartige, grote pieper met afwijkende
'kruisbek-roep', die op 29 oktober naar noordwest vloog, lijkt sterk op dat van
de Mongoolse Pieper die de vorige dag langs Westkapelle vloog. Het geluid
van de vogel van Westkapelle werd opgenomen, dat van de Nollepieper
helaas niet... De 430 Boompiepers vlogen vooral langs in augustus en
september, met een piek van 140 op 31 augustus. In oktober passeerden er nog
twee en die op 7 november (roep echt van een gewone Boompieper) was
extreem laat. Er werden ruim 7000 Graspiepers geteld, met maximaal 1560
vogels op 25 september. De
enige Roodkeelpieper riep luid en
duidelijk op 15 oktober (en was -
eindelijk - de eerste Walcherse
voor d'oude Meiningerl). Van de
119 Oeverpiepers trok het
grootste deel langs in oktober,
Waterpiepers waren met acht
exemplaren schaars. Gele
kwikstaarten waren in augustus en
september redelijk
vertegenwoordigd, met in totaal
1770 exemplaren. De topdag was
31 augustus met 539 vogels.
Grote Gele Kwikstaarten waren in
september en oktober dagelijkse
kost; tussen 14 juli en 13 november
werden er 230 geteld, met een
maximum van 24 op 8 oktober.
Hiermee was deze soort talrijker
dan de witte kwikstaart, waarvan er slechts 190 werden geturfd.
Pestvogels lijken de laatste jaren regelmatiger Nederland te bezoeken dan
voorheen. Zo ook dit najaar. Langs de Nolle trokken groepjes langs op 14
november (één), 19 november (twee), 22 november (zeven) en 27 november
(één). Hoewel de aantallen Heggenmussen nooit groot zijn, komt deze soort
dankzij het vrijwel dagelijkse voorkomen op een totaal van ruim 600 exemplaren
(maximum 34 op 4 september).
Van de 106 Beflijsters tussen 14 oktober en 10 november, trokken er maar liefst
de 90 langs op 15 oktober! Dit is de beste najaarsdag vermeld op
www.trektellen.nlOok andere lijsterachtigen deden het goed, met 1200 Merels
Beflijster, Nolledijk15 oktober 2005
(Corstiaan Beeke)