WEINIG ANIMO VOOR ZESDE WALCHERSE FIETSBIGDAY
t Zwelmpje 20e jaargang nummer 3 ét 4 augustus ét november 2005
(325 op 17 oktober), 13 385 Kramsvogels (3770 op 14 november), 20 890
Zanglijsters (7623 op 12 oktober), 61 160 Koperwieken (28 660 op 15 oktober) en
298 Grote Lijsters (65 op 15 oktober).
Vermeldenswaardige zangers zijn Graszangers op 31 augustus en 15
oktober, ruim 100 Tjiftjafs, 130 Goudhanen en negen Vuurgoudhanen. Het was
een leuk najaar voor mezen. Staartmezen (totaal 140) kwamen regelmatig
langs, maar zullen voor een deel lokale vogels hebben betroffen. Dit geldt zeker
niet voor het prachtige, ongemengde groepje van tien 'witkopstaartmezen',
dat op 18 oktober kortstondig in de bosjes pal naast de telpost aanwezig was.
Op 17 oktober werd een Kuifmees gezien en op 29 oktober een Buidelmees
gehoord. Pimpelmees (752) en Koolmees (1933) waren relatief talrijk, met voor
beide soorten de beste dag op 15 oktober (respectievelijk 257 en 747
exemplaren). De talrijkste mees dit najaar was echter de Zwarte Mees, met 6446
exemplaren. Vanaf eind augustus namen de aantallen vrijwel dagelijks toe en
op 23 september werden maar liefst 3195 Zwarte Mezen geteld. In oktober en
november druppelde het nog wat door.
Was het vrouwtje Wielewaal, dat
op 16 juni naar noordwest vloog
een late voorjaarstrekker, een
vroege najaartrekken of een
zwerver? Klapeksters werden
gezien op 23 september en
29oktober. Van de ruim 11 000
Kauwen passeerden er 1910 op 17
oktober. De trek van andere
kraaiachtigen stelde weinig voor,
terwijl de Bonte Kraai schitterde
door afwezigheid. Met bijna een
kwart miljoen was de Spreeuw de
talrijkste soort op de Nolle. Beste
dag was 27 oktober met ruim
60 000 exemplaren. Een
onvolwassen Roze Spreeuw liet
zich - voor een langsvliegende
vogel - goed bekijken en overtuigend herkennen op 10 november (Peter
Meininger, Pirn Wolf). Van de ruim 4800 Ringmussen trokken er bijna 1000 langs
op 27 oktober.
Dit was ook de topdag voor Vink (31 000, seizoentotaal 117 000), Keep (2690,
seizoentotaal 12 200) en Groenling (168, seizoentotaal 1500). Tussen 11 oktober
en 22 november lieten 37 Europese Kanaries hun vrolijke roepje horen, waarvan
negen op 10 november. De topdag van (totaal 475) langstrekkende Putters was
28 oktober met 70 exemplaren, die van Kneu (totaal 1722) 8 oktober met 467
exemplaren. Fraters ontbraken in de tellingen, maar van vijf andere soorten
vinkachtigen werden opmerkelijke aantallen gezien.
Al in juni werden trekkende Kruisbekken gezien (o.a. 63 op 19 juni) en deze
soort zou eigenlijk het hele najaar regelmatig langstrekken. Het totaal bedroeg
Zwarte Mees, Nolledijk, 23 september 2005
(Niels de Schipper)
t Zwelmpje 20 e jaargang nummer 3 ét 4 augustus november 2005
607 exemplaren. Tussen 19 september en 13 november passeerden maar liefst
488 Appelvinken, met een piek van 93 exemplaren op 27 oktober. Dit zijn voor
Walcheren ongeëvenaarde aantallen! Toen .de Appelvinken een beetje op
waren, begonnen de Goudvinken goed te vliegen: 182 tussen 17 oktober en 19
november. Het overgrote deel bestond uit Noordse 'trompet'-Goudvinken,
forse, helder gekleurde vogels met een opmerkelijk nasale roep. Met 125
exemplaren was 8 november de beste dag voor deze soort. Toen de
najaarstrek op zijn eind leek te lopen, kwam er rond half november als toetje
nog een golf (hoofdzakelijk Grote) Barmsijzen, de eerste serieuze influx sinds
1996. Bijna 1500 barmsijzen werden geteld, waarvan 575 op 14 november. Deze
dag was ook een overtuigende adulte man Witstuitbarmsijs kortstondig ter
plaatse langs de Nolledijk (Pim Wolf Peter Meininger). Nadat in juni en juli al
enkele Sijzen waren gezien, was deze soort in oktober en november algemeen,
met in totaal bijna 9500 vogels (maximum 1167 op 8 november).
Er werden ruim 3100 Rietgorzen geteld, vooral in oktober. De beste dag was
27 oktober met 724 exemplaren. Naast een handjevol Sneeuwgorzen en
Geelgorzen, passeerden 20 IJsgorzen (zeven op 28 oktober), vijf Ortolanen
tussen 31 augustus en 10 september, een mogelijke Dwerggors op 12 oktober
en een zekere (geluid opgenomen) op 10 november, en twee Grauwe Gorzen
(31 oktober en 8 november; van de laatste geluid opgenomen).
Peter Meininger, mein@zeelandnet.nl
Op 3 september vond al weer de zesde Walcherse Fietsbigday plaats. Het
zag er naar uit dat dit jaar slechts twee teams zouden meedoen, namelijk de
Crex Crex (Corstiaan, Thomas, les en Jan van den Bosch) en Westmalle Triple
(Gido, Karei, Jaco). Op de valreep kwamen hier nog de Heitendurpse
Uulskukels (Jan, Marcel, Gerwin) bij. De kans dat de seniorenploeg dit keer de
hoofdprijs in de wacht zou slepen was daarmee wel verkeken. Nog meer dan in
andere jaren was genieten voor alle teams belangrijker dan winnen, ledereen
deed het dan ook rustig aan; afstanden van meer dan 100 km, zoals in
voorgaande jaren werden niet afgelegd. Een en ander kwam ook tot uiting in
de eindscores. De Heitendurpers eindigden op 93 soorten, Westmalle verloor
traditioneel (88 soorten) en de jongerenploeg won, maar wat hun score was, is
me ontschoten. De lage scores werden voor een belangrijk deel bepaald door
de dichte mist die tot ver in de morgen bleef hangen. Daarna klaarde het weer
echter op en werd het zowaar een prachtige dag.
Elk team was enkele mooie soorten gegund. Het Grijpskerke-team scoorde
de soort van de dag met een onvolwassen Steppekiekendief in de buurt van
Biggekerke. Of deze soort de CDNA ongeschonden zal passeren is de vraag,
maar zoals bekend zal dat onze jongens een worst zijn. Hetzelfde team scoorde