T
SCHREEUWAREND VERBLIJFT 24 EN 24 SEPTEMBER BIJ
WESTKAPELLE EN DOMBURG
t Zwelmpje 20'jaargang nummer 3 ét 4 augustus november 2005 14
De 24e september begon enigszins somber; het was zwaarbewolkt en er stond
een matige, frisse wind uit noordwest. Terwijl Pieter die ochtend de Nolledijk
voor zijn rekening nam, beklom Thomas rond 08:00 de zeedijk van Westkapelle
om wat trek te tellen vanuit het Kiek'uus. Boven zee viel echter weinig
beweging te bespeuren. Het waren vooral sterns die de waarnemer
bezighielden; tot 11:00 passeerden zo'n 500 Grote Sterns en 160 Visdieven. Van
iets hoger kaliber waren de tien Kleine Jagers die zuidwaarts langs de
befaamde zeedijk flapten, op weg naar zuidelijker bestemmingen. Het lokale
onvolwassen vrouwtje Slechtvalk maakte die ochtend de zeedijk ten noorden
van het Kiek'uus onveilig. Een belletje met Pieter leerde dat ook op de Nolledijk
weinig te beleven was. Hij zou richting Westkapelle komen, zodat we samen
wat bosjes uit zouden kammen in de omgeving van Westkapelle.
Die bosjes waren leeg, op wat Fitissen en een enkele Gekraagde Roodstaart
na. Het weer was inmiddels een stuk beter: de zon was tevoorschijn gekomen
en de temperatuur werd aangenaam. We dronken Dommelsch bovenop de
grootste steenhoop van het opslagterrein, toen Peter Meininger belde: 'Zin in
een Grote Pieper?' De Grote Pieper bleek er na een kwartier nog steeds te
zitten, en wel in de weitjes achter de voormalige ijsbaan. Terwijl we de pieper
bekeken, belde Geert Maljaars; hij stond 300 m ten noorden van 't Kiek'uus op
de zeedijk en had zojuist een Vorkstaartmeeuw over de dijk zien vliegen. Vlug
alarmeerden we Peter die nog ergens in die wereld aanwezig was. Korte tijd
later stonden we gevieren de juveniele Vorkstaartmeeuw te bekijken. De fraaie
meeuw maakte in vlucht jacht op insecten en landde soms op een
aardappelakker tussen camping Moens en hotel Woestduyn. Een uurtje later
zwom de vogel tussen de paalhoofden aan de andere kant van de zeedijk.
Het was inmiddels drie uur en we besloten om via de binnenzijde van de
zeedijk weer koers te zetten naar Westkapelle en wat vis te nuttigen bij de
viskraam onderaan de zeedijk, nabij de tank. Terwijl Pieter kabeljauw bestelde,
t
Schreeuwarend, vlak na het moment van de ontdekking (Niels de Schipper)
t Zwelmpje 20" jaargang nummer 3 ét 4 augustus ét november 2005 15
bemerkte ik plotseling het ontbreken van de antenne van mijn mobiele
telefoon. Ik had deze van mijn telefoon geschroefd om door mijn telescoop wat
plaatjes te schieten van de Vorkstaartmeeuw. In mijn onoplettendheid had ik
deze ergens in het gras aan de rand van het schelpenpad van de dijk gelegd.
We snelden terug naar de plek. Gelukkig zag Pieter de antenne meteen op het
pad liggen. In de verte zagen we Niels de Schipper liggen op de
aardappelakker, beeldvullende platen schietend van de Vorkstaartmeeuw die
daar was gaan zitten. We besloten de meeuw nog even te groeten (het was
inmiddels half vijf) om daarna huiswaarts te gaan.
Terwijl we de akker betraden zag Thomas met het blote oog in westelijke
richting een grote roofvogel naderen. Met de uitroep 'Visarend?' alarmeerde
hij Pieter en Niels, waarna de kijkers scherpgesteld werden op de naderende
vogel. Deze boog weg van de dijk en begon in oostelijke richting het
binnenland in te vliegen. We hadden ons inmiddels gerealiseerd dat het een
arend was, en wel één van de Aqu/7a-familie. De arend passeerde ons op een
afstand van zo'n 40 m en liet zich gedurende 30 seconden goed gekijken,
vooral van de onderzijde. Niels had zijn camera nog warm van het schieten van
de Vorkstaartmeeuw en begon de arend meteen te fotograferen.
Schreeuwarend, Westkapelle, 24 september 2005 (Corstiaan Beeke)
De arend flapte laag over de akkers in oostelijke richting en verdween uit
het zicht. Op grond van het middelgrote formaat, vrij licht ogende onder- en
bovenzijde en lichte kop was onze eerste gedachte Schreeuwarend, maar
door de korte waarnemingstijd en de consternatie waren we daar niet zeker
van. Duidelijk was het dat het een juveniele vogel betrof: een zeer vers kleed
zonder ruisporen en duidelijke witte 'druppels' op de bovenvleugel. We
probeerden uitsluitsel te krijgen aan de hand van de digitale foto's van Niels,
maar het was moeilijk om het hoofd koel te houden. Eerst maar de Walcherse