X t Zwelmpje 21'jaargang nummer 1 begin 2006 X Bosrietzanger 20 ke voorkeur voor open duingebied met verspreid struweel. Van de vier paar tus sen Westkapelle en Domburg bevond zich slechts 1 territorium op het vroegere bolwerk de golfbaan. De toegenomen drukte op de golfbaan is hier mogelijk debet aan. In Oranjezon ontbrak de soort in 1983 als broedvogel; in 2003 werden echter alleen in het westelijk deel al 5 territoria gevonden. Eind jaren negentig broedde de soort ook met enkele paren langs de Westerschelde en in de duinen tussen Vlissingen en Dishoek. Dit jaar werd de soort hier niet meer aangetroffen. Wel op vallend is de ontdekking van een kleine enclave in en om de Oranjepolder bij Arnemuiden, waar 3, mogelijk 4 territoria werden gevonden. De vogels broeden hier in kleinschalig polderlandschap met dijkjes, bunkers en verspreide struiken en heggen. Samenvatting De populatie van de Roodborsttapuit op Walcheren is de laatste jaren licht toe genomen tot 20-25 broedparen. In het duingebied handhaaft de soort zich over het algemeen goed, al is er sprake van kleine verschuivingen en plaatselijk ver dwijnen. Vanuit het nieuwe broedgebied bij Arnemuiden kan de soort zich moge lijk verder verspreiden op Oost-Walcheren. Aantallen en veranderingen Nederland In Nederland broedden aan het begin van deze eeuw 70.000-110.000 paar. Zeeuws-Vlaanderen, de Biesbosch en het Grote Rivierengebied, "de polders" en de kop van Overijssel herbergen de grootste aantallen. De soort is de laatste decennia sterk in aantal toegenomen als gevolg van na tuurontwikkelingsprojecten, natuurlijker waterbeheer en een mogelijke verander de biotoopkeuze. Zeeland In Zeeland is de soort tegenwoordig een vrij algemene broedvogel; de populatie werd begin jaren negentig op 2400-2800 paar geschat. Een groot deel ervan broedt overigens in Zeeuws-Vlaanderen, waar hier en daar dichtheden van 0,8 0,9 paar/km2 voorkomen. Walcheren Voor de Tweede Wereldoorlog was de soort een vrij algemene broedvogel. Dat veranderde in de jaren erna: eind jaren zestig werd de populatie op slechts 6-20 territoria geschat. Sindsdien nam de soort duidelijk toe. Midden jaren negentig broedden 75-125 paar op het eiland. t Zwelmpje 21jaargang nummer 1 begin 2006 21 Resultaten onderzoek 2005 In 2005 werden in totaal 91 territoria van de Bosrietzanger op Walcheren vastge steld. Wellicht dat hier en daar aan de randen van het gedeeltelijk ontoegankelij ke spoorwegtalud tussen Vlissingen en het Sloe Bosrietzangers gemist zijn. Daar naast komt de soort hier en daar in de duinstreek voor (Westhove, Berkenbosch). Al met al zullen jaarlijks ca 100-120 paar Bosrietzangers op Walcheren broeden (0,47-0,57 paar/km2), waarmee de soort een vrij talrijke broedvogel is. Ten opzich te van de geschatte populatie in de jaren negentig is sprake van een lichte stij ging. Overigens lijkt de toename nu tot staan te zijn gebracht. Verspreiding en dichtheden. Hoewel midden jaren negentig gesproken werd van een voorkomen over het hele eiland en dat strikt gesproken nog steeds het geval is, zijn de dichtheden in grote gedeelten van het eiland wel erg laag en kan bijna van een incidenteel broeden gesproken worden. Op het Platte van Walcheren is vrijwel geen Bosriet zanger te vinden. Het voorkomen ten westen van het Kanaal door Walcheren heeft een bijna kolonieachtig karakter op een beperkt aantal plaatsen, zoals in het krekengebied rond Westkapelle (vanouds een goed Bosrietzanger-gebied), de driehoek Oost- kapelle-Aagtekerke-Domburg, rond Vrouwenpolder en vooral ten westen van de Rondweg Biggekerke, waar op een klein oppervlak een dikke 10% van de totale broedpopulatie te vinden is. Ten oosten van het kanaal is de soort relatief talrijk en wijd verspreid, waarbij vooral de vele territoria rond Arnemuiden opvallen. Dat was ook al in de jaren tachtig het geval: zo werden aan het spoorwegtalud ten

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2006 | | pagina 12