Grasmus t Zwetmpje 21'jaargang nummer 1 begin 2006 24 De soort ontbreekt in open akkerweidegebieden op het Platte van Walcheren, maar ook in polders als Welzinge, de Quarlespolder en opmerkelijk genoeg ook tussen Westkapelle en Domburg (vergelijk Grasmus). Samenvatting In tegenstelling tot eerdere aannames is de populatie van de Braamsluiper op Walcheren de laatste decennia geleidelijk toegenomen van 85-110 paar in 1983 84 tot 125-135 paar (0,59-0,64 paar/km2) in 2005. De populatie in de duingebieden is met 20% toegenomen. De grootste toename heeft echter plaatsgevonden in halfopen cultuurlandschap en stedelijk gebied. De bosaanplant van de laatste decennia en de ontwikkeling van groenstroken heeft de soort vermoedelijk in de kaart gespeeld. Aantallen en veranderingen Nederland De Grasmus is in grote delen van Nederland broedvogel, zij het dat dichtheden sterk variëren. In de Randstad en Noord-Nederland zijn die vrij laag, in Oost- en Zuid-Nederland komt de soort in plaatselijk hoge dichtheden voor. De soort heeft zich grotendeels hersteld van de achteruitgang als gevolg van extreme droogten in de overwinteringsgebieden (Sahel) in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. De populatie werd aan het begin van deze eeuw op ca. 140.000 paar geschat. Zeeland In Zeeland is de Grasmus al sinds mensenheugenis een gewone broedvogel. Door oorlogsinundaties en de watersnoodramp en daarop volgende landbouwkundi ge veranderingen nam de soort in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vori ge eeuw echter sterk af. Daarna werd weer een toename waargenomen. Begin jaren negentig werd de populatie op 3500-4000 broedpaar geschat. Op de Kop van Schouwen en in de duingebieden van Noord-Walcheren werden de hoogste dichtheden vastgesteld. Walcheren Midden jaren negentig werd de broedpopulatie op 240-320 paar geschat. In de jaren zestig had de soort het predikaat talrijke broedvogel (81-400 paar). Resultaten onderzoek 2005 In totaal werden dit jaar 289 Grasmus-territoria op Walcheren vastgesteld. Samen met de grote aantallen broedparen in Oranjezon, de Manteling, het Veerse Bos en andere gebieden, mag worden uitgegaan van een totale broedpopulatie van 350-380 paar (1,66-1,8 paar/km2). Daarmee is Walcheren een van de beste Grasmus-gebieden van Nederland. t Zwelmpje 21' jaargang nummer 1 begin 2006 25 Overeenkomstig de landelijke trend is de soort ten opzichte van midden jaren negentig (met 20-40%) in aantal toegenomen. Of de aantallen weer hetzelfde niveau bereikt hebben als voor de ineenstorting van de broedvogelpopulaties in de jaren zeventig, is echter de vraag. Het gaat-de soort trouwens niet overal voor de wind. In een natuurlijk beheerd duingebied als Oranjezon is de soort in een viertal deelgebieden sinds beginjaren tachtig met bijna 50% afgenomen. Verspreiding De Grasmus komt op vrijwel het hele eiland voor, met uitzondering van dorpsker nen en steden. Toch zijn er ook enkele territoria bekend van onbebouwde terrein- tjes langs afgesloten wegen en spoorwegbermen in Middelburg en Vlissingen. De grootste dichtheden bereikt de soort echter in sommige duingebieden en langs B- wegen met een goed ontwikkelde bermbeplanting, zoals bij Westkapelle, Arne- muiden en Veere. De Grasmus is vanouds een zeer kenmerkende soort van de B-wegen op Wal cheren; er zijn er maar weinig, waar in het geheel geen Grasmussen voorkomen. Alleen daar waar bermbeplanting ontbreekt of slechts weinig ontwikkeld is (hier en daar ten westen en noorden van Middelburg en in de grote polders ten oos ten van de Sloeweg), ontbreekt de soort. Ook houtsingels rond (mini-)campings en sportvelden vormen een geliefd biotoop. In de duinen vormen met name duindoornhagen een favoriet habitat, maar gezien het feit, dat de soort weinig kieskeurig is, komen bij hoge dichtheden ook andere doornige struiken en dichte kruidenvegetaties als broedbiotoop in aanmerking. Nog steeds broedt bijna de helft van alle Walcherse Grasmussen in de duinstreek. Grasmus 2005 299-305 lerrituria

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2006 | | pagina 14