"W
t Zwe/mpje 21'jaargang nummer 1 begin 2006
28
toename. Verder is de soort andere eisen gaan stellen aan zijn leefomgeving, wat
blijkt uit de kolonisatie van bosjes, houtwallen en erfbeplanting van open agra
risch gebied.
Zeeland
In Zeeland heeft de soort zich vermoedelijk pas aan het begin van de twintigste
eeuw gevestigd. Vervolgens is de populatie geleidelijk gegroeid tot 500-1000 paar
medio jaren zeventig, 1500-2200 paar begin jaren tachtig en 2000-2500 paar be
gin jaren negentig. Recente schattingen zijn niet bekend, maar wanneer de soort
in Zeeland de landelijke trend heeft gevolgd zou de Zeeuwse populatie in het jaar
2000 uit 6000-7500 paar hebben bestaan.
Walcheren
Op Walcheren vestigde de soort zich rond 1900 en bleef de Zwartkop de eerste
decennia van de 20e eeuw een zeldzame broedvogel. De toename in de jaren
dertig werd weer tenietgedaan door de oorlogsinundatie. Vanaf de jaren vijftig
werd echter weer een opgaande trend gesignaleerd. In de jaren zestig werd de
soort al een talrijke broedvogel (tussen 80-400 paar) genoemd. Begin jaren ne
gentig werd de populatie op 325-400 paar geraamd.
Zwartkop 2005
6)0-62(1 territoria
Resultaten 2005
In 2005 werden niet minder dan 610-620 territoria gekarteerd (hierbij zitten ook
vastgestelde territoria van onvolledig onderzochte gebieden als delen van de
t Zwe/mpje 21'jaargang nummer 1 begm 2006
29
binnenduinrand en Rammekenshoek). Combinatie met inventarisatiegegevens uit
2003 en 2004 leidt tot een schatting van 720-750 paar.
Verspreiding
De Zwartkop komt verspreid over geheel Walcheren voor als broedvogel. Alleen
daar waar opgaande beplanting ontbreekt, zoals het Zandvoortweggebied en
de Aagtekerkse Weihoek, ontbreekt de soort. In de binnenduinen lijkt globaal
genomen sprake van een stabiele populatie ten opzichte van de jaren tachtig.
Plaatselijk, bijvoorbeeld in deelgebieden in Oranjezon, is sprake van een lichte
toename, elders van een geringe achteruitgang of stabilisatie. Een sterke toena
me is vooral vastgesteld in stedelijk gebied, agrarisch gebied (binnenwegen, erf
beplanting) en relatief jong loofbos, zoals kreekbossen.
Een belangrijk deel van de Walcherse populatie broedt nog altijd in de bin
nenduinrand (Vlissingen-Vrouwenpolder 140-160 paar). Dat de populatie hier
stabiel is komt bijvoorbeeld duidelijk naar voren te Klein-Valkenisse (1983 17-20,
1988 13 en 2004 18 paar). In de naoorlogse bosaanplant rond de Walcherse kre
ken is de toename in Rammekenshoek evident (1983 15-18, 2004 43 paar), maar
laat het Veerse Bos een ander beeld zien (1983 23, 1988 54-57, 2004 27 paar). Een
duidelijke verklaring is hier niet voor te geven. In het Nollebos is de soort zeker
toegenomen ten opzichte van de jaren tachtig (2005 29 paar). In andere naoor
logse bosaanplant is sprake van een geringe groei (Zilveren Schor 1983 16-19,
2005 26 paar) of achteruitgang (Ter Hooge 1989 12, 2005 6 paar).
Zeer opvallend is de toename in stedelijk gebied. In Middelburg nam het aan
tal broedparen toe van 36 in 1989 tot 90-95 in 2005. Deze toename is opvallend in
parken, groenstroken en op begraafplaatsen; daarnaast heeft de soort zich ge
vestigd op tal van nieuwe plaatsen zoals grotere tuinen in de binnenstad en klei
ne plantsoentjes in Middelburg-Zuid. Hetzelfde geldt voor Vlissingen (ca. 40 paar
exclusief Nollebos). Ook in het agrarisch gebied, waar de soort 15 jaar geleden
nog nauwelijks als broedvogel voorkwam, is een opvallende toename vastge
steld.
Samenvatting
Conform de landelijke trend is de Zwartkop de laatste decennia sterk toegeno
men, van 325-400 paar begin jaren negentig tot 720-750 paar in 2005. In de bin
nenduinrand en in de na de oorlog aangeplante kreekbossen is de populatie
over het geheel genomen stabiel, maar zijn er zowel gebieden waar de soort
achteruitgaat als plaatsen waar de soort toeneemt. Mogelijk heeft dit te maken
met beheersmaatregelen en veranderingen in de gebieden zelf (boskap, recrea
tiedruk). De verdubbeling van de Walcherse populatie is geheel op conto te
schrijven van de toename in het stedelijk en agrarisch gebied.