t Zwe/mpje 21'jaargang nummer 1 begin 2006 Tabel: datumqrenzen en fusieafstand SOORT DATUMGRENZEN FUSIEAFSTAND Dodaars 1 mei - 10 juli 500 meter Bruine Kiekendief 20 april - 30 juni 1000 meter Patrijs 15 februari - 20 juni 500 meter Zomertortel 1 mei-20 juli 300 meter Koekoek 15 mei - 30 juni 1000 meter Groene Specht 1 maart-31 mei 500 meter Grote Bonte Specht 1 maart (individuen vanaf 15 april) - 30 juni 500 meter Veldleeuwerik 1 april - 15 juni 300 meter Blauwborst 1 april - 15 juli 200 meter Zwarte roodstaart 20 april - 10 juli 200 meter Roodborsttapuit 15 april - 15 juli 200 meter Grote Lijster 1 maart-31 mei 500 meter Spotvogel 15 mei - 15 juli 200 meter Braamsluiper 1 mei-30 juni 300 meter Grasmus 1 mei - 10 juli 200 meter Tuinfluiter 1 mei-20 juli 200 meter Zwartkop 20 april - 20 juli 200 meter Grauwe Vliegenvanger 15 mei - 10 augustus 200 meter Rietgors 1 mei - 10 juli 200 meter Noot: Fusieafstand in meters: geeft aan over welke afstand twee niet-uitsluitende waarnemingen tot één territorium worden gerekend. Inventarisatiegebied Het gehele eiland Walcheren is onderzocht. In het oorspronkelijke plan wilden we de gehele duinstrook en alle grotere natuurgebieden (zoals kreekgebieden en buitenplaatsen) buiten beschouwing laten en ons uitsluitend richten op dorpen, steden en het landelijk gebied. De meeste natuur- en duingebieden zijn uiteinde lijk ook enkele malen, zij het globaal, onderzocht. Alleen Oranjezon is niet door ons bezocht; hier zijn echter in een aantal deelgebieden inventarisaties verricht door de Werkgroep Vogelonderzoek Oranjezon. Op de bijgevoegde kaart kunt u de bezoekfrequentie per gebied zien. In het algemeen kan gesteld worden dat alleen het oorspronkelijke doelgebied evenals een groot deel van de zuidwestelijke duinstrook volledig is onderzocht. Voor de overige gebieden op Walcheren werd gebruik gemaakt van gegevens aangele verd door particulieren en organisaties (zie hieronder: Aanvullende gegevens). t Zwelmpje 21' jaargang nummer 1 begin 2006 5 l-2x onderzocht 3-tx onderzocht 9 4-Jx onderzocht 6-7x onderzocht Betrouwbaarheid De inventarisatiemethode (veel per fiets) impliceert een bepaalde onnauwkeu righeid. Anderzijds is het zo dat er naast veel gefietst, ook veel is stilgestaan (in B- wegen om de 200 meter). Sommige zangers, als Zwartkop, waren nauwelijks te missen (soms al vanaf een kilometer hoorbaar), andere, zoals Braamsluiper en Tuinfluiter, waren lastiger, door hun minder opvallende zang of lage zangfrequen tie. Doordat gebieden meerdere keren zijn bezocht op verschillende tijden van de dag en verspreid over het seizoen is de dekking naar onze mening echter goed en betrouwbaar. Dit geldt niet voor de gebieden die minder dan drie keer zijn bezocht. Doordat van de meeste van deze gebieden dekkende inventarisa ties bekend zijn uit 2003-2005, kan echter toch een goed beeld van het voorko men worden gevormd. Doordat pas vanaf half april is geïnventariseerd zullen vooral spechten, Grote Lijsters en Patrijzen over het hoofd gezien zijn; deze zijn namelijk juist vroeg in het voorjaar actief. In juni werden (buiten de datumgrenzen) nog op veel plaatsen nieuwe Groene Spechten aangetroffen. Deels zal het om zwervende vogels zijn gegaan, maar in een aantal gevallen ook om nog niet eerder ontdekte territoria. Van de bijschrijfsoorten is het beeld over het algemeen onvolledig. De meeste van deze soorten zijn genoteerd om een indicatie te krijgen over het voorkomen van de soort. In komende jaren zullen sommige van deze soorten verder worden gevolgd.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2006 | | pagina 4