Koekoek
t Zwelmpje 21 "jaargang nummer 1 begin 2006
10
Samenvatting
De Zomertortel is op Walcheren met 115-130 paar nog steeds een vrij talrijke
broedvogel, die de afgelopen jaren echter sterk afgenomen is.
Noot: De huidige inventarisatiecriteria wijken sterk af van die van vroeger. SOVON gaat er
vanuit dat het aantal broedparen van de soort in het verleden stelselmatig is overschat met
wellicht 60%. Hoewel de criteria zijn aangepast blijft een betrouwbare populatieschatting
lastig, omdat het vastleggen van territoria aan de hand van zingende mannetjes niet be
trouwbaar is gezien de grote mobiliteit van deze vogels.
Aantallen en veranderingen
Nederland
Het is lastig betrouwbare uitspraken te doen over veranderingen in de Nederland
se broedpopulatie. De algemene indruk is dat de soort in aantal achteruitgaat. In
de jaren zeventig werd de stand op 18.000 paar geschat (zie echter noot). Anno
2000 wordt uitgegaan van 6000-8000 eileggende vrouwtjes.
Zeeland
De populatie in heel Zeeland werd in de jaren zeventig op 1000-2000 territoria
geschat. Begin jaren negentig werd de stand op 1250-1500 geraamd, waarbij
melding wordt gemaakt van een plaatselijke lichte achteruitgang.
Walcheren
De stand op Walcheren werd voor de jaren tachtig en negentig op een stabiele
75-100 paar geraamd.
Resultaten 2005
In 2005 zijn op Walcheren 28-30 territoria vastgesteld (exclusief noordelijk duinge
bied). Zelfs wanneer de soort in de duingebieden stabiel is gebleven, is evident
dat er sprake is van een achteruitgang. Uit recente broedvogelinventarisaties is
vastgesteld dat de achteruitgang ook in de meeste duingebieden heeft plaats
gevonden. Op basis van de gegevens uit 2005 en recente inventarisaties van
duingebieden (2002-2004) wordt het aantal roepende mannetjes op maximaal
40-45 geschat (0,19-0,21 territoria/ km2), waarbij wordt aangetekend dat de wer
kelijke broedpopulatie (het aantal eileggende wijfjes) waarschijnlijk iets kleiner is.
Verspreiding
De Koekoek komt verspreid over vrijwel geheel Walcheren voor en ontbreekt al
leen op het Platte van Walcheren, grofweg tussen Middelburg-Serooskerke-
Aagtekerke-Zoutelande-Koudekerke. In de jaren tachtig was de soort hier nog wel
aanwezig, zij het in lage dichtheden (maximaal 0,5 territoria/km2). In het zuidwes
telijk duingebied is de soort vrijwel (Valkenisse 1983 5 paar, 1987 3 paar, 2004 1
paar, 2005 mogelijk geen) of geheel (Zoutelande-Westkapelle 1983 5 paar, 2005 0
paar) verdwenen; hetzelfde geldt voor binnenduinrand tussen Domburg en Oost-
t Zwelmpje 21' jaargang nummer 1 begin 2006
11
kapelle (1983 10 paar totale gebied, 1996 6 paar, 2005 1 paar (onvolledig onder
zoek)). Alleen in Oranjezon lijkt de soort stand te houden (1983 9-22 paar, 2002 en
2003 in vier deelgebieden respectievelijk 7 en 10 paar (1983 4-10 paar in dezelfde
deelgebieden)). In de omgeving van de spoorlijn en in kleinschalige akkerweide
gebieden met opgaande wegbeplanting, boerenerven, polderbosjes en boom-
dijken in de omgeving van Arnemuiden, Middelburg, Nieuwland en Koudekerke
houdt de soort nog redelijk stand (totaal 12 paar). Hetzelfde geldt voor het kre-
kengebied van Veere (inclusief caissonterein in 2005 2 paar, in 1983 en 1988 resp.
1-3 en 4-5 paar)) en Rammekens (2005 2-3 paar, in 1983 en 2004 resp. 4-5 en 2
paar)).
Koekoek 2005
28-35 territoria
Samenvatting
De broedpopulatie van de Koekoek op Walcheren is ten opzichte van de jaren
tachtig en begin jaren negentig afgenomen tot maximaal 40-45 paar, waarbij
nogmaals wordt opgemerkt dat de oude en nieuwe gegevens moeilijk onderling
vergelijkbaar zijn. De achteruitgang is het sterkst in de duingebieden langs de
zuidwestkust en tussen Domburg en Oostkapelle en op het Platte van Walcheren.
Voor de hand liggende oorzaken zijn afname van geschikte broedgebieden en
achteruitgang van sommige waardvogels (Graspieper, Gele Kwikstaart). Mogelijk
spelen ook andere factoren (afname van bepaalde vlindersoorten en dus minder
voedsel in de vorm van rupsen) en problemen in de overwinteringgebieden een
rol.