BOSUILEN EN DE BOSUIL
't Zwelmpje 2F jaargang nummer 2 februari 2006
10
een Phyllosje ter grootte van een Tjif in beeld en stond even te twijfelen. Aange
zien het beestje meteen weerweg dook en ik geen enkel detail heb kunnen zien,
was het misschien dan toch een Zwartkopje in een ander struikje?
Na een kleine minuut begon toch het ge-tsek weer vanuit hetzelfde struikje en
liet de Phyllos zich een stuk beter bekijken. Het helemaal niet om een Tjiftjaf te
gaan! De vogel had egaal bruine bovendelen en beigebruine onderdelen met
iets donkerdere flanken, en totaal geen tekening. Het opvallendste was nog de
koptekening, die bestond uit een opvallende scherpbegrensde tweekleurige
wenkbrauwstreep. Voor het oog licht (niet wit) en achter het oog overgaand in
beige en breder worden. Dit kon in combinatie met het geluid maar een ding
betekenen: een Bruine Boszanger. Dit was mijn eerste zichtwaarneming, want
met de vogel van Westkapelle moest ik het doen met een paar roepjes in de late
schemer. Gezien de zeldzaamheid van de soort, besloot ik mijn toestel te pakken
en te proberen iets van de vogel vast te leggen. Wat na een hoop gedoe en
een kleine tien minuten onmogelijk bleek, gezien het skulkende gedrag. Dan in
ieder geval Pim maar bellen om het nieuws eilandwijd te laten verspreiden. On
dertussen kreeg mijn moeder ook wel genoeg van de Pimpelmezen en wilde
naar de auto. Nadat de waarneming doorgegeven was, heb ik meteen Gerwin
gebeld die toch nog in de buurt was bij de franjepoten en heb de vogel weer
proberen in beeld te krijgen. Uiteindelijk heb ik de vogel totaal zo'n 20 minuten
veelvuldig horen roepen en een paar maal prachtig kunnen bekijken. De daarna
aangekomen vogelaars hebben de vogel niet meer terug kunnen vinden. Alleen
Pim en Peter dachten allebei wat te horen, maar die vreugde werd hevig ver
stoord door een iets te enthousiaste en vooral hard pratende toerist. De gemaak
te bandopnamen leverde buitenom het gekrakeel van de toerist niets meer op.
De Bruine boszanger is een broedvogel uit Siberië, vanaf de Ob-rivier oost
waarts en zuidelijk tot in Mongolië. De soort overwintert in Noord-lndia en Zuid-
oost-Azië. In Nederland is de soort samen met de Grauwe Fitis (na de Bladkoning)
de meest algemene van de zeldzame boszangers met 41 aanvaarde exempla
ren tot en met 2004. Veruit de meeste worden gezien in oktober en november en
bijna allemaal langs de kust. Voor Walcheren betreft dit de derde waarneming,
na de eerste op 25 oktober 1990 in het Nollebos, volgde de twee op 3 november
1999 op het opslagterrein van Westkapelle. Van een waarneming van een vogel
op het Westkapelse kerkhof door Jan-Erik Kikkert (med. Pim Wolf) heb ik geen
informatie kunnen vinden.
Marcel Klootwijk
Walcherse Bosuilbelevenissen gaan bij mij terug naar 1994 toen ik mijn eerste
vrouwtje hoorde in het Oranjebosch. Het was het begin van een 13-jarig lange
reeks Bosuilwaarnemingen in de Mantelinge van Walcheren, met name in het
Oranjebosch, landgoed Overduin. leder jaar checkte ik met Marcel of 'onze' uil
er nog zat. leder jaar weer, tot 2005, werd ons bezoek beantwoord.
't Zwelmpje 2F jaargang nummer 2 februari 2006
11
Historische Bosch uilen
Walcherse Bosuilen zijn geen exclusieve fenomenen van de jaren 1990. De eerste
bekende waarnemingen op Walcheren gaan zeventig jaar terug; Baron van
Lynden doet reeds in de jaren 1930 en 1940 melding van een exemplaar op het
landgoed Ter Hooge. Na deze waarnemingen duurde het tot 1965 voordat er
wederom een Bosuil op het Walcherse werd gemeld. Nu uit de noordwestelijke
binnenduinrand. Het noordelijk duingebied blijkt in de tweede helft van de 20s,e
eeuw de plek om een Bosuil te horen. Niet verwonderlijk natuurlijk; de binnen-
duinbossen zijn immers de oudste bossen op het eiland. Tussen 1965 en 1969 werd
bijna jaarlijks een exemplaar gehoord in de broedtijd in de tussen Hoogduin en
Oranjezon. De jaren zeventig is voor wat betreft de Mantelinge Bosuilloos. Wel
werd in deze jaren een exemplaar gehoord in de Rammekenshoek. Waarnemin
gen uit de jaren 1980 blijven beperkt tot één op Hoogduin in 1983 (met dank aan
de Walhout&Twisk, 1998).
De waarnemingen uit de periode tot 1984 betroffen telkens 1 exemplaar. Er
zullen naar schatting minimaal 4 exemplaren Walcheren hebben aangedaan,
verdeeld over drie locaties: Noordelijke binnenduinrand, Ter Hooge en Ramme-
kens. Er is geen duidelijkheid omtrent de herkomst van de vogels. Het lijkt aanne
melijk dat de vogels op eigen kracht uit de broedgebieden ten oosten en/of ten
zuiden van Zeeland hier verzeild zijn geraakt.
De jaren 1990: populaire Bosuiljaren
De laatste aaneengesloten periode waarin Bosuilen werden waargenomen op
Walcheren betrof die van 1993-2005. In 1993 werden twee opgelapte vogels
vanuit de Mikke uitgezet in Berkenbosch. In datzelfde jaar werden echter drie
vogels waargenomen; twee mannetjes en een vrouwtje. Misschien dat de ande
re vogel een ouwe rakker van 1983 betrof. Het is goed mogelijk dat het paar hier
in 1993 gebroed heeft, gezien het agressieve gedrag jegens vogelaars. De uilen
werden voornamelijk ten westen van Oostkapelle gehoord en gezien. Hetzelfde
gold ook voor het daaropvolgende jaar, 1994. Het vrouwtje werd in dat jaar ech
ter ook in het Oranjebosch gehoord.
In de jaren die volgden, verkaste een mannetje naar het Oranjebosch en
werd de famous, all-known Bosuil van het Oranjebosch. Deze vogel zat voorna
melijk in het noordoostelijk deel van het Oranjebosch en was een groot deel van
het jaar actief. Af en toe was de vogel vanuit het aangrenzende Oranjezon te
horen. In de tweede helft van zijn verblijf liet de vogel zich ook regelmatig op de
aangrenzende landgoederen Overduin en Duinzicht horen. Bosuilendrukte was
op basis van de bekende waarnemingen beperkt tot 1993 en 1994; de Oranje
bosuil leek jarenlang te roepen tegen de bierkaai... Waar die andere uithingen, is
niet bekend. Half de jaren 1990 zou er in de Mantelinge een Bosuilenpoot met
een ring gevonden zijn. Dit verhaal heb ik echter nooit geverifieerd gekregen.
Een keer houdt alles op en gaan we gewoon weer verder
Omdat jaarlijks meerdere malen de Bosuil van het Oranjebosch werd bezocht,
was de eenmalige waarneming van een vrouwtje op 21/01/2001 verrassend (wrn
Pim Wolf). Betrof dit hetzelfde vrouwtje als zeven jaar geleden? Of was dit een
nieuwe Walcherse vogel die was aan komen waaien van de kleine populatie op