VERSLA© VWÖ-EXCURSIE WATERVOÖELTELLING KRAMMER-
VOLKERAK PER BOOT
25 JAAR
't Zwelmpje 2F jaargang nummer 2 februari 2006
14
ze zacht; met het 'blote oor' waren slechts drie van de zeven roepende vogels te
horen (de rest alleen met de geavanceerde apparatuur van Magnus). Het ge
luid leek nog het meest op een zacht roepende Krakeend. Vermoedelijk gingen
deze vogels 's nachts elders foerageren, maar wegtrek valt niet uit te sluiten
(pers. meded. Pim Wolf).
Ooit zag ik 12 Bokjes op één dag, op het goede oude Vlietland bij Leidschen-
dam. Ik was toen nauwelijks ouder dan Tim nu. Maar 22 Bokjes op één plek is toch
wel uitzonderlijk! Walhout Twisk (1998) noemen het Bokje op Walcheren als
doortrekker en wintergast in klein (3-8) tot vrij klein aantal (9-40 exemplaren),
vooral in oktober-januari en weinig in het voorjaar. Het grootste gemelde aantal
op één plaats bedraagt vijf (plasje Sloehaven, Spuikom Vlissingen). Bijlsma et al.
(2001) vermelden dat onder gunstige omstandigheden tientallen vogels op een
kleine oppervlakte kunnen verblijven.
Literatuur
Bijlsma R.G., Hustings F. Camphuysen C.J. 2001. Algemene en schaarse vogels
van Nederland (Avifauna van Nederland 2). GMB Uitgeverij/KNNV Uitgeverij,
Haarlem/Utrecht.
Walhout J.M. Twisk F. 1996. Vogels van Walcheren. Stichting Avifauna van Wal
cheren, Middelburg.
Peter Meininger, Liszflaan 5, 4384 KM Vlissingen, mein@zeelandnet.nl
In de vroege morgen van zaterdag 18 februari werd een aantal fanatieke leden
van de Walcherse vogelwerkgroep bij de Krammer sluizen verwelkomd door
Cees Joosse. Hier zouden we om 9 uur vertrekken voor de maandelijkse water
vogeltelling. Het gezelschap bestond verder uit een stuk of tien vaste tellers en
vogelfotograaf Bas van de Bogaard. Nog voor de eerste vogel genoteerd was,
hadden we al een heerlijke bak koffie binnen.
De trossen gingen even na 9 uur los. We voeren langs de Philipsdam richting
de Slikken van de Heen. Al snel noteerden we de eerste Slechtvalk en twee Havi
ken (Slikken van de Heen). Opwinding alom toen één van de Walcherse gasttel-
lers voor de Dintelse Gorzen een nieuwe soort voor deze telling ontdekte: een
mannetje Eider. Hier zagen we ook een Grote Zilverreiger en twee Kuifduikers.
Naarmate we oostelijker kwamen werd de lijst met hoge aantallen en leuke soor
ten langer. Ter hoogte van Dinteloord zagen we enkele Grote Zaagbekken en bij
het Dintelsas een Topper. We gingen bij de Sint Anthoniegorzen even van boord
om dit prachtige natuurgebied kort te bekijken. Een gebied met potentie, zoals
een welbekende Walcherse vogelaar het placht te noemen. We noteerden er
't Zwelmpje 2F jaargang nummer 2 februari 2006
15
de tweede Grote Zilverreiger van de dag. Ten zuidoosten van de Hellegatsplaten
(meest oostelijke punt van de telling) scoorden we uiteindelijk de voorspelde
zuurstokken: een gemengde groep Flamingo's, bestaande uit 23 Chilenen, zes
Europeanen en een Carabische. Voor veel van de vaste tellers was dit opvallend
genoeg het hoogtepunt van de telling. De Walcherse gasten hadden op dat
moment meer aandacht voor de zojuist opgeschepte Tomatensoep. Bij Oolt-
gensplaat zwommen niet minder dan 20 Grote Zaagbekken.
De terugweg werd hoofdzakelijk gevuld met het onderhouden van sociale
contacten en het stug doortellen van de forse aantallen Brilduikers. Toen we al
weer onder de Krammersche Slikken voeren, ontdekte Bas van de Boogaard een
IJsduiker. De boot lag kort stil, zodat iedereen deze soort kon bekijken, al was de
afstand vrij groot. Even later schreven we ook nog twee Haviken en een tweede
Slechtvalk bij. Voor het noordelijke deel van de Grevelingendam zwom tenslotte
een mooie groep Toppers (17 ex) en een groepje van 7 Kuifduikers. Gerard Troost
sprak namens de Walcherse delegatie een woord van dank, terwijl door Corsti-
aan (als enige andere deelnemer...) instemmend geknikt werd. We meerden om
half vier weer aan. Terugrijdend concludeerden we dat het weer goed had uit
gepakt, de opkomst erg was tegengevallen, de telling leuke aantallen en waar
nemingen had opgeleverd en dat de tweede IJsduiker van de dag (aan de
binnenzijde van de Veersedam) aanmerkelijk dichterbij zwom dan de vogel op
het Krammer-Volkerak.
Corstiaan Beeke, corstiaan@tele2.nl
Ze zaten zó braaf met elkaar aan die lange tafel, daar in de Napoleonhoeve,
dat nauwelijks te zien was dat het om een illuster gezelschap trektellers ging.
Zaterdag 25 maart 2006 was het, zo tegen elven. De 'paptoarten' zaten er nog
maar net in of het appelgebak met slagroom werd al weer aangedragen. De
officiële aanbieding van het eerste boekwerk (met dvd) 'Vertelpost Breskens'
aan Thijs Kramer stond op het punt te beginnen.
Geen groter contrast eigenlijk tussen de gedistingeerde, fraai in het pak en
donkerrode schoentjes gestoken gedeputeerde Kramer, en trekteller Thijs van
weleer. Maar Eric Marteijn, intussen ook niet meer de eerste de beste, laveerde
ons met zijn voormalige telmaat fraai tussen de klippen van notabelen en nostal
gie door. De Dijkgraaf, de voorzitter van de RECRON (namens de recreatie), de
baas van de Napoleonhoeve, de oud-voorzitter van 't Duumpje, en ook de bur
gervader van Sluis was uit het fraaie Waterlandkerkje overgekomen.
Eric Marteijn breide de zaken fraai aaneen, op een ieders gelaat een glim
lach achterlatend. Thijs Kramer ontvouwde de toekomstvisie op het gebied en
kreeg daarvoor de handen op elkaar van een ieder die het niet in kwantiteit,
maar kwaliteit wil zoeken. Zoute doorsteken creëren, het kampeerterrein ver
plaatsen, kleine stukken grond aaneenrijgen tot grote lappen land. Natuur heeft
een functie, en de vogelaars hadden aan dat besef, aan die visie bijgedragen.