VOGELTREK LANGS BRESKENS IN HET VOORJAAR VAN 2006 t Zwelmpje 21e jaargang nummer 3 mei 2006 4 2005 was wederom een jaar met vele vele vele vogels en waarnemingen en e-mails via DVN. Wat was nou het hoogtepunt? De Steppekiekendief op 29 maart, de Schreeuwarend op 24 september of dé Vorkstaartmeeuw of de Orp- heusspotvogel bij Arnemuiden of de Roodoogvireo onder de toren? Of was het gewoon de Heggenmus die dit jaar wederom driftig haar nest in de eigen tuin bouwde? Wouter van Zandbrink, voorzitter Terwijl ik aan dit artikel bezig ben, is de najaarstrek al weer in volle gang. Kieviten, Witgatjes, Kokmeeuwen en Spreeuwen en zelfs Kruisbekken waren deze week hard op weg naar zuidelijker bestemmingen. Aan het begin van deze maand stond ik op telpost Breskens nog Gier- en Huiszwaluwen te tikken en zag ik Noordse Kwikstaarten en Wespendieven naar het noordoosten gaan. De voorjaarstrek lijkt soms naadloos over te gaan in de najaarstrek. Dit geeft wel eens stof tot naden ken. Wat doe je met groepen Kieviten en Spreeuwen die begin juni naar het oos ten gaan langs Breskens, de goede kant op? En waar gaat een Huiszwaluw heen als 'ie op 18 juni over de duinen van Walcheren vliegt, richting zuidoost? Interes sant, die vogeltrek. Mysterieus vooral. Afgelopen voorjaar heb ik bijzonder genoten van deze vogeltrek. We - maat Pieter en ik - huurden voor zes dagen een stacaravan af op camping Groede en wijdden ons volledig aan de telpost Breskens. We telden zes da gen, maakten veel uren en zagen veel vogels, 's Avonds kookten we onze eigen soep en witte bonen. De avond was dan nog lang genoeg om een biertje en een tuinstoel te pakken en heerlijk in de tuin de telling van die dag uit te werken. Snel een belletje naar Gerard of Sander om alvast wat op het internet te zetten. Vroeg naar bed - de volgende dag wilden we vroeg op de telpost zijn. Een stacaravan blijkt voorzo'n kampeerweekje heel geschikt te zijn. Er was gas en stromend water, een koelkast, een riant toilet en zelfs het kleine tweeper soonsbed bleek groot genoeg voor ons tweeën. Eén nacht kregen we zelfs Frans gezelschap: Nicolas en Christophe bleven een nachtje logeren. Dat vonden wij prima, en als blijk van hun waardering namen ze zelfs twee flessen echte Bor deaux mee. Kleine Zilverreiger, Breskens, 5 mei 2006 (Arjan Boele) t Zwelmpje 21'jaargang nummer 3 mei 2006 5 Terug naar de telpost. In het voorjaar van 2006 was de telpost bemand op twee dagen in januari, zeven in februari, 16 in maart, 16 in april, 18 in mei en negen in juni. In totaal werd op 68 dagen gedurende ca. 355 uren geteld. Een vrij beneden gemiddeld seizoen dus wat de postbezetting betreft. Een contrast met de vijf voorgaande seizoenen, toen het totale aantal teluren steeds rond of ruim boven de 500 lag. Het was ook een matig seizoen wat vogels zelf betreft. De seizoenstotalen van soorten als Zilverplevier, Kanoet, Zwarte Stern, Veldleeuwerik, Graspieper (laagste aantal ooit), Witte Kwikstaart, Kauw, Ringmus, Europese Kanarie en Kneu waren ver beneden het gemiddelde. Typische Breskenssoorten als Lachstern en Ortolaan ontbraken vrijwel. Toch zijn er ook hoogtepunten in dit voorjaar te noemen. Zo springen de tota len van Grutto, Boerenzwaluw en Vink eruit - voor alledrie was dit het op één na beste seizoen ooit. Enkele dagen met oostenwind in de eerste helft van mei maakten veel goed. De enige nieuwe soort voor de telpost werd gehoord op de 6e mei: enkele mensen hoorden één van de Cetti's Zangers van de Napoleon hoeve, tijdens een gelukkig moment van stilte en een westelijk windvlaagje. Hieronder maak ik vrij uitgebreid verslag van het verloop van trektelseizoen 2006. Voor de volledige tellingen bezoeke men de website www.trektellen.nl. Januari en februari De eerste tellingen in januari (2) en februari (7) leverden weinig op. Zoals gebrui kelijk kwam in de loop van februari de trek langzaam op gang van soorten als Kievit (715 op de 19e), Houtduif, Graspieper, Grote Lijster, Spreeuw en Rietgors. De eerste Grutto's (3), Zwartkopmeeuwen en Rouwkwikstaart kwam langs op de 19® Leuk voor de post waren 25 Sneeuwgorzen op de 23® Maart Maart begon met Roodkeelduikers (58) en Brandganzen (785, record) op de 4®. Op de 7® was er voor het eerst aardige trek van met name Kolgans (792), Kievit (675), Houtduif (544), Grote Lijster (24), Kauw (607) en Spreeuw (823). Het duurde echter tot de 12® dat de wind wat meer uit de oosthoek ging waaien. Van de 12® maart tot en met de 23® waaide er een overwegend noordooste lijke, soms vrij krachtige wind. Het was dan ook een goede periode voor met na me steltlopers. Kluten vlogen op de 14e (220) en 15® (497), Tureluurs op de 18® (775) en Grutto's op de 21® (1492), maar ook Pijlstaarten (623 op de 21®, record) en Aalscholvers (994 op de 21®) piekten in deze periode. Ook de trek van zangvogels kwam los, met dagelijks duizenden Spreeuwen en honderden Graspiepers en Witte Kwikstaarten. Goede dagen waren de 14® (284 Sijzen), de 15® (68 Boomleeuweriken, 18 Grote Gele Kwikstaarten, 1948 Rietgorzen) en de 23® (ruim 1000 Vinken). Een reeks aan schaarse soorten kwam voorbij, waaronder tien Ooievaars, 14 Zomertalingen, een mannetje Krooneend, een Ro de Wouw, een Havik, een Ruigpootbuizerd, drie Slechtvalken, een Kuifleeuwerik, een Witkopstaartmees, een Europese Kanarie, zeven Appelvinken, een IJsgors en een Grauwe Gors.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2006 | | pagina 4