16 17 Gele Kwikstaart 't Zweimpje 22* jaargang nummer 1 medio 2007 Verspreiding Witte Kwikstaarten komen vrijwel overal op Walcheren voor, zij het in lage dicht heden. Ook in de uitgestrekte weide- en akkergebieden op het Platte van Wal cheren is de soort inmiddels hier en daar te vinden, wellicht een gevolg van toe genomen bebouwing en infrastructuur, die voor meer broedgelegenheid zorgt. De soort is zeer gelijkelijk over het eiland verdeeld met hier en daar wat hogere dichtheden, zoals tussen Westkapelle en Zoutelande en in de polders ten zuiden en zuidoosten van Middelburg. In stedelijke gebieden ontbreekt de soort als broedvogel volledig. De Witte Kwikstaart komt met name voor bij boerderijen en op campings en andere recreatiebedrijven. Daarnaast zijn enkele broedgevallen bekend van bedrijventerreinen en industrieterreinen (Arnestein 4 paar, Mortiereboulevard 1 paar). Samenvatting De Witte Kwikstaart is met 100-120 broedpaar een vrij talrijke broedvogel op Wal cheren. Van een toename zoals die landelijk geconstateerd werd, is echter geen sprake. Aangetekend dient daarbij te worden, dat vanuit een gedeelte van de duinstreek - een voor de soort overigens marginaal gebied - weinig gegevens ter beschikking staan. 't Zwelmpje 22* jaargang nummer 1 medio 2007 Aantallen en veranderingen Nederland - Betrouwbare schattingen voor de jaren zeventig ontbreken; de eerste broedvo- gelatlas noemt voor die periode 17.000-25.000 paar, maar deze raming is vele malen te laag. Voor de periode 1979-85 wordt een aantal van 40.000-70.000 paar genoemd, terwijl in 2000 nog circa 40.000-50.000 paartjes in ons land broedden. Dat er sprake is van achteruitgang is evident. Reeds in de jaren zeven tig werd een afname vastgesteld in graslanden. Tussen 1960 en 1984 namen de aantallen in dit biotooptype met 50-90% af. Landelijk is de soort in de periode 1975-2000 verdwenen uit zo'n 200 atlasblokken, vooral in Brabant en Midden Nederland en dan met name in graslanden en kleinschalig cultuurlandschap op zandgronden. Vanaf 1996 is landelijk een verdere afname vastgesteld in graslan den, terwijl op akkerland sprake is van een toename. Zeeland In de jaren tachtig van de vorige eeuw bestond de Zeeuwse populatie uit 7000 9000 paar. De populatie werd destijds als stabiel beschouwd. Walcheren Ook op Walcheren was in de jaren zeventig en tachtig sprake van een stabiele populatie van 425-625 broedparen. In graslandgebieden werd plaatselijk een forse afname vastgesteld die echter geheel gecompenseerd werd door toena me in akkerlandgebieden.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2007 | | pagina 10