Huismus
21
't Zwelmpje 22* jaargang nummer 1 medio 2007
20
aantallen zijn met 25-50sterk afgenomen. In totaal werden in 2006 van deze
lastig te inventariseren soort 248 paar vastgesteld. Samen met de in de duinstreek
broedende vogels (in de jaren negentig 10% van de totale broedpopulatie) en
hier en daar gemiste vogels zullen al met al niet meer dan 275-300 paar Ringmus-
sen op Walcheren broeden.
Verspreiding
Gelijkmatig over het eiland verspreid valt het vrijwel ontbreken van de soort in het
gebied tussen Vlissingen en Koudekerke op. Dit is merkwaardig, juist hier zijn
nogal wat maneges, die voor een op het eerste gezicht groot aanbod aan
voedsel zorgen. Wellicht, dat gebrek aan broedgelegenheid hier de beperkende
factor is. Daarnaast ontbreekt de soort hier en daar in het noordelijk duingebied.
Plaatselijk worden elders op het eiland nog steeds hoge dichtheden bereikt, zoals
aan de kleinschalige dijken ten zuiden van Nieuw- en Sint Joosland. Dit is op zijn
minst opvallend: volgens de Atlas van de Nederlandse Broedvogels komt de
Ringmus hier niet of nauwelijks voor. Ook het Oude Veerseweg-gebied is een nog
goed Ringmusgebied.
De Ringmus broedt vooral in bomen, struiken, en beplanting rond en op boe
renerven. Daar is ook broedgelegenheid te vinden onder scheve dakpannen, in
schuren en nestkasten. Hoe 'rommeliger' het erf is, hoe groter de aantallen Ring-
mussen. Voorts wordt hier en daar in wegbeplanting en struweel in de polder
gebroed. In recreatiegebieden, waar de soort het begin jaren negentig goed
zou hebben 'gedaan' is de soort niet opvallend talrijk.
Samenvatting
De broedpopulatie van de Ringmus is de afgelopen decennia sterk afgenomen,
maar de soort is nog steeds een talrijke broedvogel van het agrarisch gebied.
Met dichtheden van 1,30-1,42 paar per km2 behoort Walcheren tot de beste
Ringmusgebieden van Nederland.
Aantallen en veranderingen
Nederland
De Huismus komt vrijwel overal in Nederland voor (in 95% van de atlasblokken
vastgesteld). In de periode 1973-77 was de soort de talrijkste broedvogelsoort van
ons land met een schatting van 1-2 miljoen paren. De laatste decennia is een
opvallende afname van de soort vastgesteld. Uit systematisch onderzoek in Ne
derland blijkt dat er tot 1990 weinig veranderingen waren in het aantal broedpa-
ren, maar dat in de tien jaar daarna een afname van tenminste 30% heeft
plaatsgevonden. In 2000 werd het aantal broedparen landelijk op 500.000 tot 1
miljoen geschat. Afnemend voedselaanbod en vermindering van geschikte
broedplaatsen worden genoemd als belangrijkste oorzaken voor achteruitgang.
In België is het aantal broedparen overigens al eerder gehalveerd (van 1 miljoen
naar 500.000 paren in de periode 1970-1985). Deze trend werd ook in Zeeuws-
Vlaanderen vastgesteld.
't Zwelmpje 22? jaargang nummer 1 medio 2007
Zeeland
De Zeeuwse populatie werd midden jaren zeventig op 125.000-250.000 paar ge
raamd, vermoedelijk een wel zeer progressieve schatting. Eind jaren tachtig werd
de stand op 40.000-70.000 paar geschat. Er zijn echter weinig inventarisatiegege-
vens van de soort bekend.
Walcheren
Smulders en Joosse noemen de soort een zeer talrijke broedvogel. De Walcherse
populatie werd eind jaren tachtig op 8000-16.000 gesteld. Op basis van inventari
saties van enkele wijken in Middelburg en Westerzicht, Vlissingen werd de popula
tie voor Middelburg, Souburg en Vlissingen samen in 1996 op 15.000 paar ge
raamd en voor heel Walcheren op 20.000-25.000.
De volgende harde cijfers zijn bekend (alle uit 1996): Middelburg-Centrum 281
paar 200 terr/km2 (in Walhout en Twisk wordt abusievelijk gesproken van 381
paar ofwel 272 terr/ km2), de lintbebouwing langs de Veerseweg (50 paar), indu
strieterrein Ramsburg (6 paar), de Punt (35 paar 367 terr/ km2) en Westerzicht
(99 paar 565 terr/km2). Van het Platteland zijn geen gegevens bekend.
Resultaten onderzoek 2006
In 2006 werden buiten de stads- en dorpskernen alle ^Huismus geteld cq ge
schat. Totaal werden om en nabij 900 mannetjes geturfd. Dit aantal moet gezien
worden als een absoluut minimum (zie noot). Uitgaande van een ondertelling
van maximaal 25% omvat de totale populatie op het Walcherse platteland 900
1125 paartjes.
Daarnaast is aanvullend onderzoek verricht in Ritthem (bebouwde kom 19 Jd)
en Middelburg: centrum (32 23 terr/km2), Nieuw-Middelburg exclusief Veer
seweg (28 <JcJ 160 terr/km2), de Punt e.o. (2 21 terr/km2) en de Veerseweg
(22 <J<J) en Ramsburg (3 S3). In het onderzochte stedelijk gebied heeft dus in tien
jaar een afname plaatsgevonden van ruim 50% langs de Veerseweg en op
Ramsburg tot 90-95 in het centrum en de oude arbeiderswijken.
Dat de soort dramatisch achteruit is gegaan staat wel vast. Of deze achteruit
gang zich ook op het platteland en in dorpen heeft voorgedaan en in welke
mate blijft helaas onduidelijk. Ook is niet bekend hoe het de soort vergaat oude
re nieuwbouwwijken in Middelburg en Vlissingen. Uitgaande van een achteruit
gang van 70-90% in dorpen en stedelijk gebied broeden in 2006 maximaal 1800
3500 Huismussen in steden en dorpen op Walcheren. In combinatie met de aan
tallen van het platteland kan de totale populatie op 2700-4700 paar gesteld
worden.
Noot: Het vaststellen van de aanwezigheid van Huismussen is niet zo'n probleem, maar wel
het tellen van het exacte aantal mannetjes. Regelmatig verbleven vogels goed hoorbaar,
maar onzichtbaar, op daken en in wegbeplanting, heggen of coniferen. Van de verschil
lende bezoeken hebben we steeds het maximum aantal getelde mannetjes als uitgangs
punt genomen.
Verspreiding
Huismussen komen verspreid over geheel Walcheren voor bij vrijstaande huizen,
hofjes, loodsen en vooral boerderijen in agrarisch gebied. De soort ontbreekt