12
13
Boerenzwaluw
't Zwetmpje 22s jaargang nummer 1 medio 2007
Indien Zeeland de landelijke trend volgt (en alles wijst daar op) zal het aantal
broedparen de laatste jaren op maximaal 1500-2000 uitkomen.
Walcheren
Nog geen vijftig jaar geleden was de soort een zeer talrijke broedvogel van wei
landen, bouwland en duinen. Op basis van inventarisaties in 1983-84 werd de
stand voor de jaren tachtig op 1250-1600 paar geraamd (exclusief 8-9 paar op
de Haringvreter en enkele tientallen paartjes in het Zuid-Sloe). Beginjaren negen
tig was al duidelijk dat er sprake was van een forse achteruitgang (40-60%) en
bedroeg het aantal broedparen maximaal 775-950. In 2004 en 2005 is de soort op
Walcheren gebiedsdekkend onderzocht en werd de populatie op nog slechts
een schamele 50-60 paar geschat (inclusief eilanden Veerse Meer en Sloe)
Resultaten onderzoek 2006
En dan toch eindelijk een soort waarover iets positiefs te melden valt; in 2006
werden niet minder dan 103 territoria gevonden, een dramatisch laag aantal
vergeleken met dat van de jaren tachtig, maar een verdubbeling ten opzichte
van 2004 (52-54) en 2005 (globaal onderzoek 44 paar). Een sluitende verklaring is
niet direct te geven (zie noot). De methode was niet anders dan in 2004, dus er
lijkt daadwerkelijk sprake van een toename, specifiek in het kerngebied tussen
Meliskerke, Domburg en Westkapelle. Een ondertelling met 50% voor de rest van
Walcheren, zoals in de Sint Laurense Weihoek (zie noot), is niet waarschijnlijk,
maar ook niet onmogelijk. Vermoedelijk ligt het werkelijke aantal territoria maxi
maal 25% boven het vastgestelde aantal, hetgeen een schatting van 110-130
paar oplevert.
Veldleeuwerik 2006
't Zwetmpje 22* jaargang nummer 1 medio 2007
Noot: veel territoria werden gevonden in het door het Zeeuwse Landschap geïnventari
seerde reservaat in Sint Laurense Weihoek (15 territoria gekarteerd in het nieuwe reservaat,
waarvan 4 territoria gebaseerd op 1 of 2-malige waarnemingen in maart-april). Zonder
deze aanvullende gegevens hadden we het aantal territoria zelf op maximaal de helft
geraamd, omdat tijdens 1 bezoek maximaal 4-6 zingende vogels werden gehoord. Van
Ted Sluijter werden ook enkele aanvullende waarnemingen ontvangen uit de door hem
geïnventariseerde gebieden. Intensief onderzoek levert dus altijd meer territoria op. Uitein
delijk zijn deze aanvullende gegevens echter maar goed voor ongeveer 10 extra territoria.
Vrijwel alle territoria elders zijn door beide auteurs (met enkele aanvullingen van Jan
Hengst) opgespoord.
Verspreiding
De verspreiding wijkt niet zo veel af van die in 2004 en 2005. Er is sprake van een
forse toename in de laatste echte bolwerken van de soort zoals de strook tussen
Westkapelle en Domburg (2004-2006 resp. 6, 3 en 11 paar), de hoek Westkapelle,
Aagtekerke, Grijspkerke, Zoutelande (2004-2006 resp. 15, 14 en 37 paar) en het
Zandvoortweggebied (2004-2006 resp. 5, 5 en 19 paar). Verspreid over Walche
ren handhaven zich solitaire paartjes. Opvallend is het (vrijwel) geheel verdwijnen
in het Oude Veerseweggebied (2004-2006 resp 12 en 0 paar) en de Kleverskerk-
se hoek (2004-2006 resp. 3, 0 en 1 paar). Op de Haringvreter was de stand in 2006
(5 paar) vrijwel gelijk aan die van 2004 (6 paar).
Qua biotoop prefereert de soort open akkerweidegebied, met een voorkeur
voor graslanden. In het gebied boven Meliskerke bevinden zich nog relatief veel
oudere graslanden en is het gebied ook kleinschaliger dan elders op Walcheren.
In de Sint Laurense Weihoek schept nieuwe natuur geschikte broedgelegenheid
voor de soort. In andere nieuwe natuurgebieden is de soort echter nog niet aan
getroffen. Een handvol Veldleeuweriken handhaaft zich op de versnipperde
stukjes verruigd haventerrein in het Sloegebied.
Samenvatting
Ten opzichtte van de jaren tachtig resteert nog een tiende van de toenmalige
Walcherse populatie. De al jaren dalende trend is in 2006 echter voor het eerst
gestopt en zelfs omgebogen in een forse toename. Op basis van nieuwe gege
vens wordt echter verondersteld dat de eerder populatieschattingen voor 2004
en 2005 te laag waren. Met een raming van 110-130 broedpaar is de Veldleeu
werik in 2006 een vrij talrijke broedvogel. Of het herstel van 2006 blijvend is, welke
oorzaken hieraan ten grondslag liggen en of de vastgestelde toename een lo
kaal fenomeen is of ook landelijk geld, zal moeten blijken uit verder onderzoek en
vergelijking met landelijke gegevens.
Aantallen en veranderingen
Nederland
In de jaren zeventig werd de Nederlandse populatie Boerenzwaluwen op
150.000-260.000 paar geschat. Recentere schattingen (1998-2000) gaan uit van
100.000-200.000 paar. Er is duidelijk sprake van een neerwaartse trend. In landen