't Zwelmpje 22s jaargang nummer 2 augustus 2007
4
2006, dat op Walcheren met 3,2 een stuk beter was. Landelijk daalde het aantal
broedparen 2804 in (topjaar) 2005 naar 1900 in 2006. Dat is een daling van 32
toevallig exact hetzelfde dalingspercentage als op Walcheren.
Bijzonderheden
Dat ringwerk leuke feiten oplevert blijkt uit het volgende. In 1996 werd een door
de Mikke opgeknapte Kerkuil vrijgelaten in de paardenstal van de heer R. Meer
man te Vrouwenpolder. Tijdens een nestkastcontrole in 2006 in diezelfde paar
denstal blijkt deze geringde uil in de nestkast te zitten, levend en wel. Dat zegt
toch wel iets over plaatstrouw en de leeftijd van tenminste tien jaar. De oudste
door ringwerk vastgestelde Kerkuil werd overigens 17 jaar.
In het vorige verslag in 't Zwelmpje van november 2004 werd een proef aan
gekondigd met netten om de Kerkuil te weren uit delen van schuur/gebouw
waar uilenstront en braakballen minder gewenst zijn. Nu kunnen we melden dat
deze proef geslaagd genoemd mag worden. Met andere woorden: het open
stellen van een klein gedeelte van een schuur of ander gebouw voor de Kerkuil is
goed mogelijk zonder ingrijpende aanpassingen zoals houten schotten of iets
dergelijks; een stevig net is voldoende.
Tabel 1: Kerkuilen op Walcheren 2003-2006
'Personeelswijzigingen'
2006 was een belangrijk jaar voor de Kerkuilenwerkgroep Walcheren. In 2006
werden de oude, getrouwe controleurs met name Jan Meulmeester, Koos Min
naar en Jos Tramper voor een groter of kleiner deel afgelost door Leandra Boodt,
Renger Meerman, Joop Scheybeler Floor Arts, Niek Klaasse en Peter Dieleman
(voor de laatste twee trouwens een herstart van Kerkuilenkastencontroles). Een
bijzonder woord van dank aan de 'oude' nestkastcontroleurs, die dit werk tiental
len jaren hebben uitgevoerd, is hier wel op zijn plaats.
Dan nog het coördinatorschap voor Walcheren. Door mijn verhuizing naar Koe
wacht ('back to the roots') was het niet meer praktisch het coördinatorschap te
blijven doen. De oproep in 't Zwempje van november 2004 heeft gewerkt. Gido
Davidse neemt het over. Daar ben ik hartstikke blij mee. Gido coördineert vanaf
dit lopende seizoen (2007) en is daar nu al lekker actief mee bezig. Ik sluit daar
mee wel met de nodige weemoed een leuke periode af, leuk vooral vanwege
de contacten met boeren en buitenlui, en de werkgroepleden natuurlijk. Tevens
heb ik de Kerkuilenbevolking in die 22 jaar zien groeien van enkele paren naar
't Zwelmpje 22* jaargang nummer 2 augustus 2007
5
zo'n 20 paar, waarmee de Kerkuil weer een normale verschijning is geworden op
Walcheren.
Met dank aan de werkgroepleden die voor de gegevens zorgden: Jos Tram
per, Joris van Nispen, Adri Joosse, Gido Davidse, Koos Minnaar, Jan Meulmeester,
Floor Arts, Renger Meerman, Jan Willemse, Ledndra Boodt, Fred Twisk, Jan Goed-
bloed, Joop Scheybeler, Peter Dieleman en Niek Klaasse.
Luud Persijn, persijn@wanadoo.nl
BOERDERIJ 'NIEUWLANDSRUST' ALS "STEPPING STONE* VOOR
HERBEVOLKING VAN DE STEENUIL OP WALCHEREN?
De boerderij 'Nieuwlandsrust', gelegen aan de oude dijk tussen Nieuw en Sint
Joosland en Arnemuiden, is voor het eerst in de familie gekomen toen Cornelis
(Kees) Polderdijk rond 1850 trouwde met de enige erfgename van de boerderij.
In 2004 wordt de boerderij, na vier generaties boeren, door mijn ouders als land
bouwbedrijf beëindigd en nemen drie kinderen, Rian, Jolanda en Kees de boer
derij over. Door het bestaande groen te accentueren, ontstaan er nieuwe kan
sen voor herintroductie van soorten die voorheen algemeen op en rondom de
boerderij voorkwamen. De Steenuil is zo een kansrijke soort. Dat deze soort echter
zo snel zou terugkeren op onze boerderij hadden we niet verwacht. Het kan na
tuurlijk ook toeval zijn geweest.
De Middelburgse polder waarin de boerderij is gelegen, ontstond door inpolde
ring van het schor aan de oostzijde van het eiland Walcheren. Kort daarna, om
streeks 1650, werden er in deze polder een aantal boerderijen, waaronder de
boerderij 'Nieuwlandsrust', gebouwd. Van deze boerderijen is onze boerderij
door de jaren heen het meest authentiek gebleven. Daarvoor hebben onze
voorouders gezorgd. Karakteristiek
voor de boerderij is de nog aanwezi
ge oude beplanting, die tot de oud
ste beplanting van Walcheren be
hoort. Door de aanwezige dijken zijn
de meeste 'nieuwlandpolders' van
Walcheren en zo ook onze boerderij
tijdens de inundatie in 1944 en tijdens
de ramp in 1953 van zout zeewater
bespaard gebleven. Op de grenzen
van de weilanden staan oude mei
doornhagen en knotwilgen en es-
senbomen. Daarnaast staan er eeu
wenoude lindes en paardekastanjes rx kl. x
op het erf en taxusbomen rondom
de pronktuin. De oude notenbomen
2003
2004
2005
2006
Aantal broedparen
14
24
22
15
Aantal tweede broedsels
0
1
1
1
Totaal aantal broedsels
14
25
23
16
Aantal juvenielen
36+
58+
36+
38+
Gemiddeld aantal juvenielen
3,3
3,4
2,3
3,2
per broedsel
Aantal geringde juvenielen
21
20
9
0