t Zwetmpje 23' jaargang nummer 1 2008 6
Tjiftjaf PhvlloscoDus collvbita
t Zwelmpje 23' jaargang nummer 1 2008
Aantallen en veranderingen
Nederland
In Nederland is al decennia lang sprake van een sterke toename van de Tjiftjaf.
Het aantal broedparen nam toe van 80.000-125.000 in de jaren 1973-77 tot
125.000-225.000 in 1980 en 550.000-600.000 in 1998-2000. De toename deed zich
voor in alle landschaptypes; in een periode van 25 jaar verdubbelde het aantal
broedparen in loofbossen, terwijl in agrarisch gebied de aantallen vervijfvoudig
den. De sterkste toename (met maximaal factor 12) vond echter plaats in duin
gebied.
Zeeland
De soort vestigde zich vermoedelijk pas in het begin van de twintigste eeuw in
Zeeland. Aanvankelijk was de verspreiding beperkt tot de binnenduinrand en
bosrijke landgoederen. De soort nam geleidelijk toe en verspreidde zich verder
over de provincie. Medio jaren zeventig werd de stand op 500-1000 paar ge
raamd en kwam de soort voor in 80% van alle atlasblokken. Eind jaren tachtig
werd de populatie op 2500-3000 broedparen geschat.
Walcheren
Eind jaren zestig was de soort al een vrij talrijke broedvogel (21-80 paar). Medio
jaren tachtig werd de stand op 185-265 paar geraamd. Walhout Twisk schatten
de populatie in die periode op basis van dezelfde gegevens overigens hoger op
240-300 paar. De stand zou vanaf beginjaren negentig stabiel zijn.
Resultaten onderzoek 2007
Aantallen
Totaal werden 501 territoria vastgesteld. Combinatie van deze gegevens met de
meest recente inventarisatiegegevens van duin- en bosgebieden levert een to
taal van ca. 690 territoria op. Uitgaande van maximaal 10% gemiste territoria in
het onderzoeksgebied omvat de Waicherse populatie anno 2007 690-730 paar.
Verspreiding en veranderingen
De soort komt tegenwoordig verspreid over vrijwel het hele eiland voor en ont
breekt alleen in open weidegebieden, als Hoogelande, het Zandvoortweggebied
en de Meliskerkse Weihoek. Buiten deze gebieden komt de soort tamelijk gelijk
matig verspreid voor over Walcheren.
In het buitengebied is de soort te vinden op boerenerven, wat oudere bosaan-
Plant, grote tuinen en in B-wegen met voldoende hoge bomen en een gevari
eerde ondergroei (struiken). Hogere aantallen worden vooral gevonden in zowel
relatief jong (40-65 jaar oud) als oud loofbos, en in boomrijke duingebieden:
Rammekenshoek (1984 9-10; 2004 36 paar), het Veerse Bos (1988 21; 2004 39
paar), duinbossen (SBB) Vlissingen-Zoutelande (2004: 43 paar), Zoutelande-
Westkapelle (1983: 3-6, 2007 6 paar). Oranjezon-midden (1983 en 2003: respectie
velijk 18 en 59 paar), de Manteling bij Domburg (1983 26,1996 53 paar).
7
In de steden springt de toename in Middelburg in het oog (1989: 35; 2007: 72
paar). Van Vlissingen zijn nagenoeg geen historische gegevens bekend; in 2007
werden (buiten het Nollebos) 30 territoria vastgesteld.
Lokaal lijkt sprake van achteruitgang of stabilisatie, bijv. in Ter Hooge (1989: 9
12, 2007: 6 paar), het Nollebos (2005: 21 paar, 2007:14 paar) en park Toorenvliedt
(1989 en 2007 4 paar).
Samenvattend is de populatie in vrijwel alle bos- en duingebieden verdrie- tot
verviervoudigd.
Samenvatting
In overeenstemming met de landelijke trend is de Tjiftjaf de laatste drie decennia
sterk toegenomen op Walcheren. Ten opzichte van eind jaren zestig is de popula
tie meer dan vertienvoudigd. Tegen eerdere verwachtingen in is het aantal
broedparen ook vanaf eindjaren tachtig blijven toenemen. In vergelijking met de
laatste populatieschatting is het aantal broedende Tjiftjaffen op Walcheren ver
dubbeld tot verdrievoudigd. De toename doet zich voor in alle biotooptypen. De
grootste winst is geboekt door de kolonisatie van het platteland en dorpen en
steden. Meer dan de helft van de huidige Waicherse populatie broedt in dergelijk
gebied. De mogelijkheden voor een verdere populatiegroei in de nabije toe
komst lijken beperkt.
Tjiftjaf2007 {it 501)
z an Epos ten 9-14 npril
niet of onvol ledig onderzocht