Fitis Phvlloscopus trochilus
t Zwetmpje 23'jaargang nummer 1 2008
8
Aantallen en veranderingen
Nederland
In Nederland is de Fitis een wijd verspreide, zeer talrijke broedvogel van duinen,
open bossen, houtwallen, kaalslagen en heide. Hoewel de soort op de bodem
broedt, zijn bomen en struiken van belang als zangposten en voor de voedsel
voorziening.
Eind jaren negentig broedden in Nederland ca. 450.000-500.000 paar, fors meer
dan in 1973-77 (200.000-300.000 paar). Het laatste decennium is de soort echter in
aantal achteruitgegaan; de afgelopen jaren met meer dan 5% per jaar. Deze
achteruitgang wordt onder meer toegeschreven aan afname van broedsucces
en verslechterde omstandigheden in de Afrikaanse overwinteringsgebieden.
Zeeland
De Fitis was in de twintigste eeuw een algemene broedvogel in duingebieden en
andere struweelrijkegebieden. In de jaren zeventig was Zeeland een van de re
gio's met de hoogste dichtheden. Begin jaren negentig was de Fitis in Zeeland
een kenmerkende en zeer talrijke broedvogel, die door het beschikbaar komen
van nieuw broedbiotoop in de vorm van droogvallende buitendijkse gebieden en
nieuw aangeplante bossen verder in aantal toegenomen was. Een totaalschat
ting voor de provincie is niet bekend. De hoogste dichtheden werden gevonden
in duinstruweel; 55-85 territoria/km.
Walcheren
In de jaren tachtig van de vorige eeuw was de Fitis met 1200-1500 paar een zeer
talrijke en wijd verspreide broedvogel van bossen, erfbeplanting, groenstroken en
houtsingels. In een stad als Middelburg broedde de soort met 63-65 paar op de
bolwerken, in plantsoenen (Meiveld 7 paar), parken (Toorenvliedt 11 paar) en
industriegebieden (Arnestein en begraafplaats 20 paar). Ongeveer de helft van
de totale populatie was echter in de binnenduinrand te vinden, waarbij Oranje
zon (249-290 paar) en Klein Valkenisse (63-72 paar) de kroon spanden. Hoewel
hier en daar van een geringe afname gesproken werd, was de stand als geheel
stabiel.
Resultaten onderzoek 2007
Aantallen
Tijdens de tellingen werden in totaal 194 territoria vastgesteld, waarvan slechts 65
in dorpen, steden, binnenwegen en plaatsen op het Platte van Walcheren.
Een groot deel van de Fitissen broedt echter traditioneel in de duinen en dan
met name in Oranjezon (geheel Oranjezon 1983 290 paar, centrale deel 1983,
2002 en 2003 respectievelijk 136, 76 en 68 paar). Van de Manteling bij Domburg
zijn geen recente gegevens bekend: in 1983 broedden er 84 paar; in 1996 nog 60
paar. Deze gegevens combinerende en uitgaande van de sinds de eeuwwisse
ling landelijk vastgestelde jaarlijkse achteruitgang van 5% broeden in het hele
noordelijke duingebied in 2007 naar schatting nog 150 paar Fitissen.
Met inachtname van een 10%-ondertelling kan ervan worden uitgegaan dat
in 2007 nog ca. 350-400 paar Fitissen op Walcheren broedden.
t Zwelmpje 23' jaargang nummer 1 2008
9
Verspreiding en veranderingen
Fitissen komen - afgezien van wat geïsoleerde voorkomens rond de kreken van
Veere (1983 75 paar, 2004 23 paar, 2007 8+ paar), Rammekens (1984 71 paar,
2004 13 paar, 2007 4+ paar) en Westkapelle, en hier en daar verspreid - eigenlijk
alleen nog maar in de binnenduinrand voor. Maar zelfs daar is de soort zeer sterk
afgenomen. Zo broedden eind jaren tachtig maar liefst 216-266 broedpaar aan
de Zuidwestkust. Anno 2007 werden niet meer dan 51 paar in het duinstruweel en
duinbossen tussen Zoutelande en Vlissingen vastgesteld.
De achteruitgang in het noordelijk duingebied in de afgelopen periode is
even schrijnend: van de 290 paar Fitissen in Oranjezon in 1983 resteert anno 2007
nog ca. 120 paar over. In de duinstrook tussen Zoutelande en Westkapelle broe
den 23 paar (in 1983 50). In het duingebied ten noorden en oosten van Vrouwen
polder en aan de Veerse Gatdam is de soort ten opzichte van de beginjaren '80
nauwelijks achteruitgegaan, maar hier gaat het om slechts geringe aantallen (20
paar). Geconcludeerd kan worden, dat de stand in duingebied en aangrenzen
de landgoederen en bossen meer dan gehalveerd is ten opzichte van 1983-84.
De eertijds Fitisrijke gebieden ten oosten van het Kanaal door Walcheren
(Rammekenshoek en Zilveren Schor: samen 115-126 paar) zijn vrijwel verlaten. In
totaal werden nog 25 territoria ten oosten van het Kanaal vastgesteld. Van de
Fills 2007 (n=194)
-niet of onvolledig ondetzocht