Vink Frinailla coulebs t Zwelmpjt 23'jaargang nummer 1 2008 10 steden zijn alleen van Middelburg historische gegevens bekend (1989 63-65 paar). In 2007 broedden hier nog slechts 10 paar. Gebieden, waar de Fitis het (nog) wel goed 'doet' is de jonge bosaanplant ten oosten van de Westkapelse Kreek (17 paar) en de nieuwe aanplant ten zui den van de rondweg Biggekerke (6 paar). Samenvatting De Fitis is nog steeds een 'gewone' broedvogel op Walcheren, maar met een sterk ingekrompen verspreidingsgebied en in sterk afgenomen aantallen. Dat heeft enerzijds te maken met buiten Walcheren gelegen oorzaken, anderzijds is veel goed broedbiotoop door natuurlijke successie ongeschikt geworden. Wel licht dat de recentelijk aangeplante bossen tussen Dishoek en Vlissingen op ter mijn een geschikt biotoop gaan vormen. Dit zal echter geen compensatie zijn voor de achteruitgang van de afgelopen decennia. Aantallen en veranderingen Nederland In Nederland is de Vink een wijd verspreide en talrijke broedvogel van bossen, houtwallen, parken, tuinen en boomsingels. De soort is de afgelopen decennia sterk in aantal toegenomen door het vergrote areaal aan bossen, het meer na tuurlijke bosbeheer, de aanplant van bosjes en windsingels in agrarische gebie den en het geschikt worden van voorheen buitendijkse kale gebieden. Eind jaren negentig broedden in Nederland ca. 600.000-700.000 paar, een veelvoud van de aantallen (60.000-90.000) medio jaren zeventig. De soort neemt nog steeds met meer dan 5% per jaar toe. Zeeland Ook in Zeeland is de Vink sinds mensenheugenis een gewone verschijning. Na een achteruitgang na de watersnoodramp, de ruilverkavelingen en de daarmee ge paard gaande ontruiming van het landschap en het overvloedig gebruik van insecticiden en pesticiden in de jaren vijftig en zestig, nam de soort vanaf 1970 weer flink toe. Eind jaren tachtig werd de Zeeuwse populatie op 1000-1250 paar geschat, landelijk gezien overigens een verwaarloosbaar aantal. Walcheren Op Walcheren was de soort begin jaren negentig een vrij schaarse tot vrij talrijke broedvogel met 50-75 paar, waarvan het leeuwendeel in de kuststreek broedde. In Oranjezon en eraan grenzende gebieden tussen Vrouwenpolder en Domburg werden 16-29 territoria vastgesteld. Daarnaast broedde de Vink in kleine aantal len en niet jaarlijks bij Serooskerke, Veere, Koudekerke, Ritthem, Westkapelle en Middelburg. Resultaten onderzoek 2007 Aantallen t Zwelmpje 23'jaargang nummer 1 2008 11 Anno 2007 is de verspreiding van de Vink op Walcheren niet wezenlijk veranderd. De aantallen daarentegen wel: de soort is beduidend in aantal toegenomen. Op grond van de in de tellingen vastgestelde 34 territoria en aanvullende gegevens mag worden uitgegaan van een broedpopulatie van minimaal 75-100 paar. Verspreiding en veranderingen Nog steeds broedt het grootste gedeelte van de broedpopulatie in de duinbos sen en op de landgoederen van Noordwest-Walcheren. In Oranjezon is sprake van een forse toename, al kunnen de aantallen van jaar tot jaar blijkbaar sterk fluctueren (Oranjezon-midden 1983, 2002 en 2003 respectievelijk 10, 16 en 29 paar). In 2003 broedde de helft ervan in het dennenbos. In de Manteling was al eerder een toename vastgesteld (1983 3 paar, 1996 13 paar) en zullen de aantal len zeker niet zijn afgenomen. Daarnaast wordt verspreid over het eiland gebroed in onder meer Klein- Valkenisse, Vlissingen, Serooskerke en Aagtekerke en mogelijk Veere. Ten oosten van het Kanaal waren vier territoria. Kolonisatie van steden, dorpen en platteland gaat geleidelijk maar gestaag. In Middelburg werd de soort in 1989 nog niet vastgesteld, in 2007 werden 4 territo ria gevonden, waarvan 3 in boomgaarden bij Nieuwland. Vink 2007 (n=33) j niet or onvolledig onderzocht

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2008 | | pagina 7