Methode Waterstand en weer Het natuurgebied is waterkundig geïso leerd van de omgeving en heeft dus een geheel eigen regime. Het waterpeil wordt bepaald door regenval en verdamping. Eind 2007 waren de lage delen door re genval gevuld met water. In de winter 2007/2008 stonden de lage delen on der water. Begin mei 2008 daalde door verdamping de waterstand. De droog vallende slikken trokken veel steltlopers aan. In de zomer van 2008 was de water stand laag; grote oppervlaktes stonden droog. Begin augustus verdwenen de drooggevallen delen weer onder water door extreme regenval (>100mm). Begin oktober viel er nogmaals extreem veel regen. Het waterpeil steeg zover dat er vrijwel geen slik meer over was. Als gevolg van het natte najaar was in december de waterstand relatief hoog. Het vroor vanaf 26 december, en op 29 december was 't Vroon dichtgevroren en kon er voor de tweede opeenvolgende winter worden geschaatst. De watervogels hadden, op enkele Meerkoeten na, het gebied ver laten. Dit rapport presenteert de resultaten van watervogeltellingen in 't Vroon in 2008. Vanaf januari 2008 zijn een jaar lang mi nimaal eenmaal per maand alle water vogels geteld in 't Vroon. Indien in een maand meerdere tellingen plaatsvonden is het maandmaximum gebruikt. Over vliegende watervogels tellen niet mee, alleen vogels die van het terrein gebruik maakten zijn opgenomen in dit rapport. De meeuwen en sterns worden buiten beschouwing gelaten in dit verslag, om dat ze niet systematisch zijn geteld. De tellingen vonden plaats vanaf de rand van het gebied en werden uitgevoerd met 45 40 35 i Viseters Bodemdiereters i Planteneters jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Figuur 1. Cumulatief aantal waargenomen soorten watervogels (viseters, bodemdiereters en planteneters) per maand in 2008 in 't Vroon. 12 't Zwelmpje 24e jaargang, nummer 3, december 2009 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Figuur 2. Cumulatief aantal watervogels (viseters, bodemdiereters, planteneters) per maand in 2008 in 't Vroon. een verrekijker. Omdat niet alle delen van het gebied goed zijn te overzien, zijn de gepresenteerde aantallen een minimum. Voor dit verslag zijn de watervogels inge deeld in drie voedselgroepen: de viseters, de planteneters en de bodemdiereters. Tot de viseters behoren de fuutachtigen, Aalscholver, reigers, Lepelaar en IJsvogel. De zwanen, ganzen, bijna alle soorten eenden, Waterhoen en Meerkoet behoren tot de planteneters. De steltlopers, Berg eend, Casarca en duikeenden behoren tot de bodemdiereters. Resultaten Soortdiversiteit In 2008 werden 59 verschillende soorten watervogels vastgesteld in 't Vroon. Het aantal soorten varieerde van 18 in januari 2008 tot maximaal 40 in augustus 2008 (figuur 1). De maanden met de grootste soortdiversiteit waren april, mei, augus- tus en september. De planteneters en bodemdiereters waren de soortenrijkste voedselgroepen. Aantallen In de wintermaanden waren de aantallen watervogels het hoogst; in december 2008 werden meer dan 4000 watervogels geteld (figuur 2). In de zomermaanden waren de aantallen het laagst; in juni en juli werden ca. 500 exemplaren geteld. De talrijkste soortgroepen waren de planteneters en de bodemdiereters, zij bepaalden het seizoenspatroon van het aantal watervogels in 't Vroon. Viseters De talrijkste viseters zijn Blauwe Reiger, Dodaars, Kleine Zilverreiger en Lepelaar (tabel 1). De Blauwe Reiger is in alle maan den waargenomen met een piek in juli (12 exemplaren). De Dodaars werd net 24e jaargang, nummer 3, december 2009 'tZwelmpje 13

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2009 | | pagina 8