Midwintertelling januari 2010
Krakeend
Op 16 januari 2010 vond de 44e editie van de internationale Midwintertelling
plaats. Onze vogelwerkgroep deed voor de 27ste opeenvolgende keer mee
met deze telling. Tijdens deze jaarlijks terugkerende telling worden alle soorten
watervogels zo volledig mogelijk geteld. Niet alleen op Walcheren of in Neder
land, maar gelijktijdig ook in vele andere delen van de wereld! Om de resultaten
vergelijkbaar te houden is het goed dat zoveel mogelijk gelijktijdig wordt geteld,
wat in sommige regio's zelfs georganiseerd gebeurd. De resultaten in dit artikel
hebben enkel betrekking om het binnendijkse gedeelte van Walcheren.
Sneeuw en ijs.
Wanneer we aan de winter van 2009-2010
terugdenken kunnen we ons vooral de
sneeuw herinneren, al lag er toch ook
wel veel ijs. Heel erg koud was het niet,
maar het was wel lang koud (figuur 1). Zo
werd voor 22 van de 68 getelde gebieden
aangegeven dat er (gedeeltelijk) sneeuw
lag, terwijl er voor 66 van de 68 gebieden
werd aangegeven dat er (gedeeltelijk) ijs
lag. Enkel op het Kanaal door Walcheren
(2 telgebieden) lag geen ijs. Dat bleek ook
wel uit de aantallen watervogels (m.u.v.
ganzen en zwanen) die daar geteld wer
den. Maar liefst 31,9% van de watervogels
werd in het Kanaal door Walcheren geteld
(2008: 11,6%).
15.00
11,25
Resultaten
De gebiedsdekking was erg goed: alle
gebieden buiten de bebouwde kom
werden geteld. Daarnaast werden ook
in het stedelijk gebied van Middelburg
en Vlissingen de watervogels genoteerd.
De resultaten (zie tabel 3) vertonen dui
delijk de kenmerken van een vrij koude
winter met veel sneeuw. Zo waren veel
Brandganzen aanwezig terwijl er wei
nig Grauwe Ganzen waren. Er werden
relatief veel Houtsnippen geteld, terwijl
soorten als Kievit en Goudplevier nage
noeg helemaal verdwenen waren. Ook
de aantallen van Wulp en de Scholekster
lagen vele tientallen procenten lager dan
voorgaande jaren.
gemiddeld 2004-2008
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 j
Figuur 1: gemiddelde temperatuur per dag in 2004-2008 en 2010
14 'tZwelmpje 25e jaargang, nummer 2, juli 2010
Aantal 2010
Gem. 2006-2009
Verschil in procenten 1
Kleine Rietgans
600
9
6383%
Houtsnip
9
1
1500%
Blauwe Kiekendief
20
2
1000%
Brandgans
3.334
334
998%
Fuut
80
11
702%
Nijlgans
129
26
504%
Toendrarietgans
676
141
478%
402
160
252%
Aalscholver
112
57
196%
Meerkoet
1.625
1.016
160%
Wilde Eend
3.763
2.471
152%
Knobbelzwaan
97
131
74%
Blauwe Reiger
48
82
59%
Scholekster
135
388
35%
Bergeend
29
126
23%
IJsvogel
2
9
22%
Kleine Zilverreiger
2
16
13%
Wintertaling
33
305
11%
Kievit
173
2.898
6%
Goudplevier
0
1.200
0%
Tabel 1: Overzicht opvallende verschillen telling 2010 t.o.v. gemiddelde totaal 2006-2009
Soortbespreking
Een IJsduiker binnendijks tijdens de mid
wintertelling is wel bijzonder te noemen;
nog maar de tweede ooit (na een exem
plaar in 2007) tijdens een midwintertel
ling. De Fuut was met 80 exemplaren
talrijker dan ooit tevoren; 75 ex dreven in
het kanaal door Walcheren, 4 in de kreek
van Westkapelle en één vogel zat in de
binnenstad van Middelburg.
Eigenlijk alle 'winterganzen' waren in
goede aantallen aanwezig. Van Toen-
drarietgans, Kleine Rietgans en Brand-
gans werden recordaantallen geteld. Een
heel aardige krent in de pap waren de 6
Dwergganzen die tijdens de telling langs
de Oude Veerseweg zaten.
Verder is het aantal van 129 Nijlganzen
opvallend te noemen; blijkbaar gaat deze
soort ook op de vlucht voor sneeuw. In
heel Zeeland waren de aantallen 2-3x
hoger dan afgelopen jaren.
De Krakeend zet zijn stijgende lijn gestaag
door met dit jaar een nieuw record van
402 exemplaren.
De fluctuering van Wilde Eend en Soep
eend in de afgelopen jaren lijkt met elkaar
te maken te hebben. Wanneer er meer
Wilde Eenden worden geteld, nemen de
Soepeenden 'spontaan' af. Een tellersef
fect?
Van de roofvogels was vooral het aantal
Blauwe Kiekendieven van 20 vogels zeer
opvallend. In een normaal jaar worden
25e jaargang, nummer 2, juli 2010 'tZwelmpje 15