Bosrietzanger Samenvatting Aantallen en veranderingen Nederland De Bosrietzanger is in Nederland een tal rijke broedvogel, die in vrijwel heel Ne derland voorkomt. Zeeuws-Vlaanderen, de Biesbosch, de IJsselmeerpolders, de kop van Overijssel en het grote rivieren gebied leveren het leeuwendeel van de 70.000-110.000 broedpaar. De Bosrietzanger heeft graag natte ruig tevegetaties met brandnetels, wilgen roosjes, fluitekruid en moerasspirea. Riet met wilgenbosjes vormen het favoriete biotoop. De soort neemt vermoedelijk al jaren lang toe, onder meer het gevolg van een wat natuurlijker water- en oeverbeheer, de ontwikkeling van nieuwe natuur en mogelijke veranderende biotoopkeuze. Zeeland In Zeeland broedt de soort al van oudsher, waarbij met name het talrijk voorkomen in Zeeuws-Vlaanderen opvalt. Daar wor den lokaal dichtheden van 0,8-0,9 paar/ km2 vastgesteld. In heel Zeeland broedden in de jaren ne gentig 2400-2800 paar Bosrietzangers, te genwoordig waarschijnlijk nog wat meer. Walcheren Voor de Tweede Wereldoorlog en de daar mee gepaard gaande inundatie, was de Bosrietzanger op Walcheren een gewone, talrijke broedvogel. Daarna ging het rap bergafwaarts: Eind jaren zestig werd de populatie op slechts 6-20 territoria ge schat. Daarna herstelde de soort zich en midden jaren negentig broedden 75-125 paar op het eiland. In 2005 werden in een onderzoek vol gens dezelfde methodiek als dat van het afgelopen jaar 91 territoria op Walcheren vastgesteld; op basis daarvan werd de populatie op 100-120 paar geschat. Opvallend was het relatief veel voorko men van de soort ten oosten van het Kanaal door Walcheren, dat ca. 30% van de totale broedpopulatie herbergde, en het vrijwel ontbreken van de soort op het Platte van Walcheren, de akkerbouwge bieden rond Aagte-, Melis- en Grijpskerke. Resultaten onderzoek 2009: aantallen en veranderingen In 2009 werden in totaal 108 territoria vastgesteld, bijna 20 meer dan vijf jaar geleden, waarbij wel aangetekend dient te worden, dat het aantal doorgegeven waarnemingen aanmerkelijk hoger was dan in 2005. Opvallend is dat de Bosriet zanger zich pas laat vestigt; ongeveer de helft van (eerste) waarnemingen komen uit juni en zelfs nog enige in juli. Op grond van de vastgestelde aantallen mag worden uitgegaan van een de laatste jaren stabiele broedpopulatie van 110 125 paar (0,5-0,6 paar/km2), waarbij de trend licht positief is. Verspreiding De verspreiding van de Bosrietzanger op Walcheren wijkt nauwelijks af van die in 2005. Nog steeds is het'Platte'vrijwel leeg, hoewel er wel enige territoria rond Grijps kerke werden gevonden. Het gebied ten 22 'tZwelmpje 25e jaargang, bijlage bij nummer 2, juli 2010 oosten van het Kanaal door Walcheren telt nog steeds relatief veel Bosrietzan gers (32 territoria), waarbij het 'bolwerk' Arnemuiden en de omgeving van Ram- mekenshoek eruit springen. Aan de andere kant van het Kanaal zijn de zuid- en westkust van groot belang. De verspreiding is grotendeels die van 2005, maar hier en daar zij toch wat veranderin gen vastgesteld. Zo zijn de aantallen in de bossen en aanplant ten westen van Big- gekerke (2005: 12 territoria) sterk afgeno men ten faveure van de jongere aanplant bij onder meer Dishoek. De strook van Zoutelande via Kustlicht tot aan de kre ken van Westkapelle herbergen heel wat Bosrietzangers. In en rond de kreken zelf is de stand stabiel. Opvallend is het vrijwel verdwijnen van Bosrietzangers in het wat landinwaarts gelegen landbouwgebied tussen Domburg en Oostkapelle. Ook in de akkers tussen Middelburg, Veere en Gapinge zijn vrijwel alle territoria van 2005 verdwenen. Tussen Oostkapelle en Vrouwenpolder zijn de aantallen daaren tegen flink toegenomen. De broedpopulatie van de Bosrietzanger op Walcheren is de laatste jaren heel licht gestegen tot 110-125 paar. Zoals te doen gebruikelijk bij een opportunistische soort als de Bosrietzanger zijn er lokaal wel veranderingen in de verspreiding opgetreden; de soort komt bij ontstaan nieuw broedbiotoop, maar verdwijnt na een paar jaar al gauw weer als het biotoop niet meer aan de eisen voldoet. Een punt van aandacht is dat het broedbiotoop van de soort door waterschappen, boeren en wegbeheerders nogal gemakkelijk als "rommel" afgedaan en als zodanig behandeld wordt (klepelen, branden). Bosrietzanger 2009 108 territoria 25e jaargang, bijlage bij nummer 2, juli 2010 'tZwelmpje 23

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2010 | | pagina 13