Staartmees Staartmees, Middelburg, 8 april 2008. Foto: Jaco Walhout Aantallen en veranderingen Nederland De Staartmees is in ons land een broed- vogel van lichte bossen, kleinschalig cul tuurlandschap, villawijken, plantsoenen en parken. Belangrijk is een afwisseling tussen struiken en bomen en open ruim ten. De soort is insecteneter en daardoor wat gevoeliger voor strenge winters dan de meeste andere mezensoorten. Vanaf de jaren zeventig tot medio jaren negentig is de Staartmees in heel Neder land sterk toegenomen, maar vanaf eind jaren negentig is de trend negatief; in de periode 1998-2008 is de soort met 40% afgenomen. De broedpopulatie werd eind jaren negentig op 30.000-40.000 paar geschat; anno 2008 zouden dat er dus nog 18.000-28.000 zijn. 4 'tZwelmpje 25e jaargang, bijlage bij nummer 2, juli 2010 Zeeland In de jaren negentig was de Staartmees in Zeeland een weinig talrijke broedvogel, die met name op de zandgronden van Oost- Zeeuws-Vlaanderen en in de binnenduin- randen van de Kop van Schouwen en van Walcheren broedde. Elders was de soort ronduit schaars. De aantallen waren sinds 1975, toen naar schatting 25-50 paar in de provincie broedde, toegenomen tot 125-175 paar. Een en ander hing samen met een toename van geschikt biotoop. Walcheren Het eerst bekende broedgeval op Wal cheren dateert van 1883 bij Oostkapelle. Sindsdien is de soort een regelmatige broedvogel, die van 18 paar in 1966 en 35 50 paar midden jaren tachtig, begin jaren negentig tot 45-60 paar toegenomen was. Bijna een kwart van de Walcherse Staart- mezen broedde in Oranjezon en omge ving. Daarnaast was de soort bekend van de binnenduinrand tussen Westkapelle en Vlissingen (6 paar) en voorts nestelde de soort regelmatig in Rammekenshoek, het Veerse Bos en wat meer incidenteel op Der Boede, op Ter Hooge en Het Zil veren Schor. In Middelburg broedde in 1989 3-4 paar Resultaten onderzoek 2008 Tijdens de inventarisaties van 2008 wer den in totaal 177 territoria vastgesteld, waarbij aangetekend dient te worden dat het noordelijk bos- en duingebied, specifiek Oranjezon, onvolledig geteld is. Het totaal aantal broedparen in de Mante ling (Domburg-Vrouwenpolder) wordt op basis van bekende inventarisaties in de periode 1996-2004 op minimaal 30-35 paar geraamd. Het is evident dat de Staartmees op Wal cheren de afgelopen vijftien jaar enorm in aantal is toegenomen. Zo namen de aantallen in de binnenduinrand van de zuidwestkust toe tot 24 paar, een ver viervoudiging ten opzichte van begin jaren negentig. Hoewel de Staartmees door onder meer verplaatsingen tijdens het broedseizoen een niet altijd even makkelijk te inventariseren soort is, mag op grond van de verzamelde gegevens ervan worden uitgegaan dat de Walcherse broedpopulatie in 2008 uit minimaal 200 broedparen bestond. Verspreiding De Staartmees komt tegenwoordig ver spreid over het eiland voor. Alleen op het Platte van Walcheren en ten oosten van het Kanaal door Walcheren is de soort (nog) schaars. De binnenduinrand en duinbossen aan de zuidwest- en noord westkust herbergen nog altijd een be langrijk deel van de broedpopulatie, zij het proportioneel aanmerkelijk minder dan tot voor kort. Ook in heel wat tuinen, plantsoenen en parken in Vlissingen en met name Middelburg is de Staartmees tegenwoordig een gewone verschijning. In Middelburg is de populatie bijna ver tienvoudigd. Met uitzondering van West kapelle, Aagtekerke, Kleverskerke en Rit- them heeft elk dorp wel Staartmezen. Opvallend zijn wel de geringe aantallen in Veere en omstreken, waar op grond van de aangetroffen biotopen toch meer Staartmezen werden verwacht. 25e jaargang, bijlage bij nummer 2, juli 2010 'tZwelmpje 5

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2010 | | pagina 4