ll... 1 lllll ll Morinelplevieren ter plaatse in voorjaar 2010 en door de jaren heen Morinelplevieren hebben een apart plekje in bijna elk vogelaarshart. De reden daarvan is vast het fraaie uiterlijk, zowel in het voorjaar als in het najaar. Maar ook de tamheid van deze soort draagt ontegenzeggelijk bij aan zijn populariteit. We kennen natuurlijk allemaal de foto's waarop Morinelplevieren met vogelaars staan. Ik weet nog goed dat ik op 17 mei 1996 een prachtige dag vogels kijken in Flevo land achter de rug had, met de toen nog aanstormende jeugd (o.a. Johannes en Thomas Luiten, Ies Goedbloed en broer Pieter). Ik had al vier nieuwe soorten die dag: Havik, Baardmannetje, Sprinkhaan zanger en Krekelzanger... Op de terug weg pikten we als volleerde twitchers de Rosse Franjepoot in de Weversinlaag mee. De kers op de taart werd echter gevormd door een groep van acht Morinelplevieren langs de Stolpweg (ten westen van de Prunje). Wat waren die vogels vreselijk mooi! Nauwelijks een jaar later (22 april 1997) vond ik zelf een groepje van vijf 'morinellen' op het werkeiland Neeltje Jans. Sindsdien zie ik ze elk jaar, meestal in Zeeland en vaak zelfs ook op Walcheren. En mijn voorliefde voor deze soort is nog altijd even groot! In de tweede helft van mei van dit jaar was een groepje Morinel plevieren aanwezig langs de Rapenburg- weg bij Aagtekerke. Dat was voor mij de aanleiding om eens in beeld te brengen hoeveel Morinelplevieren er nu eigenlijk gezien zijn op Walcheren en hoe het zit met de spreiding van die waarnemingen. Aagtekerke, 25 mei2010. Foto: Thomas Luiten 6 'tZwelmpje 25e jaargang, nummer 3, december 2010 60 45 30 15 0 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Figuur 1: staafdiagram per decade (bij aanwezigheid van langer dan één dag: 1e datum) Vooraf: status in Nederland en herkomst van doortrekkende Morinelplevieren In de jaren '60 zijn verschillende broed- gevallen van Morinelplevier vastgesteld in de Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland. Sindsdien heeft de soort in Nederland officieel niet meer gebroed. Tot het begin van de jaren '90 werden er elk voorjaar vele tientallen (tot 150 ex) Morinelplevieren in Flevoland gezien. Dergelijke hoge aantallen lijken nu defi nitief verleden tijd. De laatste tien jaar is de enige plek waar ze elk voorjaar opdui ken polder Eierland op Texel. In de jaren 1998-2009 werden er daar gemiddeld 16 per voorjaar gezien. Een maximumaantal van 47 Morinelplevieren op 12 mei 2006 op deze plek is echter zeer uitzonderlijk. Tot de jaren '60 was 'De Beer' in Noord Holland een standaardplek voor Mori nelplevieren in het najaar. Sinds begin jaren '90 heeft de soort een uitgespro ken voorkeur voor de Maasvlakte. Een maximumaantal van 31 vogels was daar aanwezig op 23 augustus 1997. Hoewel er op de Maasvlakte steeds minder geschikt habitat overblijft, weten Morinelplevieren de plek nog steeds elk najaar te vinden. De aantallen lopen de laatste jaren wel sterk terug. De Morinelplevieren die we jaarlijks in Nederland zien (50-250 ex) zijn vogels uit Noorwegen (terugmelding in Limburg) en mogelijk elders uit Fenno- Scandinavië. Voorkomen en spreiding op Walcheren In totaal zijn er tot en met oktober 2010 op Walcheren 152 Morinelplevieren ge zien. Daarvan werden er 42 in apr-mei gezien en 109 in aug-nov. De piek in de voorjaar valt in de eerste decade van mei en de najaarspiek in de derde decade van augustus (zie figuur 1). De enige winterse Morinelplevier werd op 03/01/2005 in het Zandvoortweggebied gezien en op 27/01/2005 net ten noorden van Grijps- kerke. Dit was hoogstwaarschijnlijk de vogel van de Bevelanden, die daar in ok tober 2004 (Felixweg, Kamperland) en no vember 2004 (Middelplaten, Wolphaarts- dijk) werd gezien. 25e jaargang, nummer 3, december 2010 'tZwelmpje 7

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2010 | | pagina 5