Tjip tjip tjip tjip wiet wiet tidididi
Wanneer u op een mooie meimorgen in een oud loofbos met hoogopgaande
eiken, beuken en berken loopt en u hoort bovengenoemd geluid vanuit een
boomkroon, dan kan het niet anders of u hoort een Iberische Tjiftjaf zingen. Het
is maar dat u het weet. Ik wist namelijk niet waar ik aan het eind van de morgen
van de zesde mei van 2010 naar stond te luisteren.
De dag was zoals vaker dit voorjaar be
gonnen met een paar uurtjes inventarise
ren in de duinen van Valkenisse. Rond zes
uur 's morgens fietste ik naar boswachter
Karel - een tochtje van niet meer dan
twee minuten vanaf de Verwerijstraat
naar de Veerse Singel - om daar mijn fiets
in zijn SBB-autootje te hijsen. Vervolgens
verplaatsten we ons naar de zuidwest
kust van Walcheren om daar (een deel)
van de SBB-gebieden op broedvogels te
inventariseren.
Om een uur of negen zat de inventari
satieronde erop. Karel vertrok per auto
naar kantoor en ik maakte me op voor
een fietsrondje Walcheren. Mijn plan was
om richting Rammekens te fietsen in de
hoop een Fluiter te treffen, een nog fel
begeerde jaarsoort. Karel opperde dat ik
dan beter om de noord kon fietsen, waar
zich veel meer geschikt Fluiterbiotoop
bevindt. Eens niet eigenwijs besloot ik
zijn raad op te volgen, waardoor Karel
indirect dus heeft bijgedragen aan de
ontdekking van de Iberische Tjiftjaf.
Na een hele morgen vogelen was ik tegen
het middaguur aangekomen in Westhove.
Lopend en op de fiets verplaatste ik me
kriskras door het gebied. Op een bepaald
moment hoorde ik op behoorlijke afstand
een raar trillertje, wat Fluiterachtig aan
deed. Aha, het leek erop dat ik binnen
een minuut mijn doelsoort zou kunnen
inkoppen. Terugfietsend richting het ge
luid werd me al snel duidelijk dat dit geen
Fluiter kon zijn. De wietwiet-tonen pasten
nog wel een beetje bij de soort, maar het
trillertje was toch niet erg des Fluiters en
de vogel begon zijn liedje voortdurend
met een aantal Tjiftjafachtige tonen. Nu
werd ik toch wel erg zenuwachtig. Snel
reducerend en deducerend kwam ik al vrij
vlot uit bij Iberische Tjiftjaf, een soort die
ik zelf een keer eerder hoorde, namelijk
in mei 2004 in het Vliegenbos bij Amster
dam. Mijn geheugen werkte echter niet
erg mee; op de een of andere manier
kon ik me de middelste wiet-tonen niet
herinneren van de vogel van Amsterdam.
Eerst maar eens kijken of ik de zanger in
beeld kon krijgen. De vogel zong zeer
fanatiek, minimaal tien keer per minuut,
zijn karakteristieke liedje. Al snel zag ik de
vogel zitten. Het bleek een phylloscoop
ter grootte van een Tjiftjaf, waarbij vier
dingen opvielen: de witte buik, de gelige
bovenborst, de lange handpenprojectie
en de lange snavel. Door de eerste twee
kenmerken voelde ik weer lichte twijfel;
een Fluiter heeft immers ook een witte
buik en een gele keel; van de andere ken
merken wist ik dat ze goed op Iberische
Tjiftjaf pasten.
Wat te doen? Maar eens wat mensen bel
len, te beginnen met wandelende vo
gelencyclopedie Pim Wolf. Die kon van
12 't Zwelmpje 25e jaargang, nummer 3, december 2010
mijn, wat warrige, beschrijving - mijn
zenuwen de baas blijven als ik wat ontdek,
is niet mijn sterkste kant - ook weinig
anders maken dan een Iberische Tjiftjaf
en adviseerde me de waarneming als
waarschijnlijke Ib. Tjif door te bellen en
sms'en. Een paar minuten nadat ik dat
gedaan had en ik er bij Rob op aan had
gedrongen snel te komen ("want dit is
echt wat!"), belde Pim terug met de vraag
of de vogel ook een "wietwiet"-deel in
zijn zang had. In mijn warrigheid was ik
vergeten dit te noemen. Ik kon het alleen
maar beamen, waarmee volgens Pim de
determinatie rond was. Omdat ik onder
de boom stond, opperde ik dat Pim de
vogel mogelijk kon horen. De telefoon
in de lucht houdend bleek dit perfect
te werken. Uit het enthousiaste verhaal
van Pim maakte ik op dat dit een klassiek
zingende Iberische Tjiftjaf was en dat hij
zich per direct vanaf Goeree naar West
hove zou spoeden.
Na de waarneming nu als zeker te heb
ben doorgegeven was het wachten op
de eerste belangstellenden voor deze
nieuwe soort voor Walcheren. Karel was
de eerste, spoedig gevolgd door Rienk,
toevallige gast Rob van Westrienen en Jan
Goedbloed. De vogel zong onverminderd
door. Ondertussen belde Corstiaan die de
vogel alvast via de telefoon kon horen
(later bleek dat het hierbij zou blijven voor
hem...). Net voor 13.00 uur arriveerde
Rob Sponselee met opnameapparatuur.
De vogel zong nog één keer en zweeg
toen in alle talen! Helaas liep de video
toen nog niet. Er arriveerden nog meer
mensen, waaronder Peter Meininger, die
eerst vanaf Serooskerke naar Ter Hooge
was gereden omdat hij z'n SMS niet goed
had gelezen. Na een half uurtje stilte hield
ik het voor gezien, anderen bleven wach
ten in de hoop dat de vogel toch weer zou
zingen. Later hoorde ik terug dat de vogel
vanaf 14.15-14.30 een kwartier lang weer
volop zong. Daarna is de vogel heel de
dag niet meer gehoord en de volgende
dag(en) bleek de vogel, geheel tegen
de verwachting in, niet meer aanwezig.
Het geluid is goed opgenomen. Een
geluidsopname van Pim is te vinden op
waarneming.nl. De vogel is uiteindelijk
door slechts tien mensen gezien en ge
hoord.
Een beschrijving van de vogel vindt u
hieronder:
Grootte/ formaat: kleine Phylloscopus-
zangvogel, grootte en formaat als Tjiftjaf/
Fitis, maar t.o.v. Tjiftjaf met iets langere sna
vel en staart, iets breder ogende snavelbasis
en opvallend langere handpenprojectie (c.
driekwart van tertiallengte).
Onderdelen: buik en overige onderdelen
opvallend lichter dan Tjiftjaf, niet zo groe
zelig als bij Tjiftjaf, helderder wit. Keel en
bovenborst gelig van kleur. Door deze com
binatie enigszins op fletse Fluiter gelijkend.
Bovendelen: bruinig met groene zweem
Kop: als Tjiftjaf, donker oog opvallend,
tevens vrij opvallende lichte wenkbrauw-
streep
Naakte delen: poten in veld donker ogend,
maar bij goed licht roodachtige kleurzweem
zichtbaar (tevens goed zichtbaar op enkele
foto's, met name achterpoten lichter van
kleur), oog opvallend en donker (zwart),
snavel met geeloranje zijkant, basis van
25e jaargang, nummer 3, december 2010 'tZwelmpje 13