Bonte Tapuit nieuw op Walcheren! Vijfentwintig oktober 2010, de eerste dag van mijn herfstvakantie: lekker vogels kijken op Westkapelle! Het is nog maar net licht als ik mezelf in 't Kiekuus instal leer. Het plan is om even te kijken of er wat over zee vliegt en aansluitend wat in en rondom Westkapelle te gaan vogelen. Al snel blijkt dat de wind bijna pal uit het noorden waait (5 Bft) en dat een goede trektelling er niet in zit. Desondanks zien we (Pim, twee gasten en ik) tussen 8.15u en 10.15u wel wat trekvogelpap en zelfs twee krenten: een fraaie adulte IJsduiker die op een heel fatsoenlijke afstand boven de horizon naar ZW vliegt en een verre, langzaam naar NO dwarrelende Rosse Franjepoot. We horen en zien ook twee roepende IJsgorzen invallen op de dijk. De pap bestaat verder vooral uit Drieteenmeeuwen (ca. 150) en Alk/ Zeekoeten (38). Ik besluit de Pestvogels die gisteren in het dorp zaten te gaan zoeken, maar Pim waarschuwt me al snel telefonisch dat Sander vijf Geelgorzen aan de grond heeft bij het speeltuintje. Ik rijd dus eerst maar even die kant op, maar de Geelgor zen zijn al weer kwijt. De Klapekster die vlak na de Geelgorzen overvloog ook trouwens. In die wereld vliegen wel heel veel Koperwieken, Zanglijsters, Vinken en Kepen allemaal kriskras door elkaar heen. In deze chaos hoor ik nog een IJsgors roepen en vlak voor me ploft van grote hoogte een Vuurgoudhaantje neer in een kaal struikje. Deze vliegt echter ook meteen weer verder. Ik zie verder twee Zwarte Mezen. Een rondje door de noor delijke helft van het dorp levert geen Pestvogels meer op. Ik rijd vervolgens wat rond in het Vroon (drie overvliegende Kleine Zilverreigers), maar wordt al snel opgebeld: de Pestvogels zijn weer ge vonden. Ondanks dat ik een dag eerder al leuke plaatjes kon maken van deze fraaie vogels, rijd ik toch meteen weer naar de doorgegeven plek. In de Prinses Irenestraat wijst Lennart Verheuvel me trots de groep van 32 Pestvogels aan die hij daar zojuist teruggevonden heeft. Ze zijn erg vliegerig en laten zich maar matig fotograferen. Ik steek er nog dik halfuur in, maar het blijft lastig. Misschien waait het wel te hard. In deze woonwijk loop ik nog wel een late Gekraagde Roodstaart tegen het lijf. Op een gegeven moment gaat de telefoon weer: Marc Goedbloed heeft de Parelduiker in de oostkreek ge zien. Enkele minuten later schuif ik daar aan. De Parelduiker (1e-kj) laat zich op gepaste afstand fraai bekijken door de telescoop. Het begint alles bij elkaar een leuk dagje te worden! Als ik een kwartier tje later op de zeedijk naar een 1e-kj Geel- pootmeeuw zit te kijken, belt Pim me op met de mededeling dat de Klapekster die hij vanmorgen langs de Moensweg had, zojuist weer door Rob is gezien. Hoewel dit niet echt mijn favoriete manier van vogels kijken is, (steeds achter soorten van anderen aanrijden), wil ik deze soort toch ook heel graag zien, dus: hup... naar de K. de Vosweg. Daar kan ik de vogel aanvankelijk niet vinden, maar opeens zit de Klapekster naast me bovenin een haag. Ik maak snel wat plaatjes en kan de vogel even later ook uitgebreid bekijken. Gaaf hoor! Als de Klapekster over een haag naar achteren vliegt, besluit ik de 18 't Zwelmpje 26e jaargang, nummer 2, februari 2012 Foto: Corstiaan Beeke camping (of wat daarvan over is) op te lopen in een poging de vogel terug te vinden. De vogel is echter onvindbaar en het wordt zachtjesaan ook tijd om naar huis te gaan. Als ik bij mijn auto terug kom (13.59u), vliegt er een tapuit naast de auto op. In een 'split-second'zie ik iets vreemds op de bovenstaart... een soort zwart anker! Het beestje gaat op een meter of vijftien bij mij vandaan even op een paaltje zitten en omdat ik mijn fototoestel in de hand heb, druk ik zonder na te denken een aantal keer af. De vogel vliegt vervolgens met een grote boog de weg over en landt op een bultje zand bo venop de zeedijk. Ik gris mijn telescoop uit de auto en heb enkele seconden later de vogel in beeld. Hoewel de afstand nu wel behoorlijk is, zie ik meteen dat het goed zit: daar zit een BONTE TAPUIT! Nu kan ik tamelijk nuchter zijn, maar als ik Pim bel giert de adrenaline door mijn lijf:'Ha Pim, je moet nu naar de binnenduinrand bij de K. de Vosweg komen, want volgens mij heb ik een Bonte Tapuit!'Meteen daarna bel ik Rob, die ook nog op Westkapelle is. De tapuit foerageert intussen rustig op de stenen trap en de leuningen en laat zich prima zien. Pim en Rob kunnen even later de determinatie bevestigen en we maken de eerste foto's en videobeelden. Opvallende kenmerken zijn de koudbrui- ne grondkleur van de bovendelen, brede lichte zomen op de hand- en armpennen en dekveren, vrij grove schubtekening op de rug en schouders, een roestbruin borstbandje en het eerder beschreven staartpatroon. We genieten met volle teu gen en verwelkomen de ene na de andere toegesnelde vogelaar. De Bonte Tapuit houdt zich vooral op rond de stenen trap, maar verplaatst zich ook een enkele keer 200 meter in de richting van Domburg of van Westkapelle. Ik blijf tot 16.15u bij de vogel en neem trots de felicitaties in ontvangst. Het voelt bijzonder prettig om 26e jaargang, nummer 2, februari 2012 'tZwelmpje 19

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2011 | | pagina 11