nieuw voor Walcheren1 u En hoe men dan verscheen: de één op sokkende ander in pyjamabroek precies zoals men thuis waswas men in de auto gesprongen. Kleine Klapekster Aan het begin van de avond van 22 oktober 2011 ontdekte Aart Lagerwerf in gezelschap van enkele andere vogelaars een Kleine Klapekster in een weitje langs de rondweg van Koudekerke. Deze waarneming werd ter plaatse op het wereldwijde web inge voerd. Zodoende kon de vogel daar diezelfde avond nog door een select groepje Walcherse vogelaars worden bewonderd. Ge lukkig voor degenen die niet meteen konden bleef de vogel tot 28 oktober aanwezig. Per mail had ik Aart al snel gevraagd of hij een stukje over deze prachtige ontdekking wilde schrijven voor in het Zwelmpje. Daarna verbleef ik met vrouw en kinderen enkele dagen in een vakantiehuisje in Vrouwenpolder. Toen ik op 29 oktober terugkwam, zag ik dat Aart mijn mailtje inmiddels beant woord had. Hij wilde graag een stukje schrijven en had het al bijna af. Ik beantwoorde per ommegaande enkele vragen die hij me stelde, maar las tot mijn verbijstering enkele dagen daarna dat Aart op dat moment al onverwacht overleden was... Hoewel ik hem bij mijn weten nooit persoonlijk ontmoet heb, was het nogal onwerkelijk nieuws. Een aimabele man, met wie je middenin een mailwisseling zit, beantwoordt je mailtje niet meer omdat hij plotseling is gestorven. Achteraf vernam ik van zijn vrouw hoe Aart al jarenlang regelmatig op Walcheren kwam om vogels te kijken. Zijn vrouw bood aan om het stukje wat Aart geschreven had alsnog te mailen, zodat het toch nog gepubliceerd zou kunnen worden in het Zwelmpje. Hieronder een enthousiast verslag van zijn mooie ontdekking. Corstiaan Beeke Dit weekeind waren Frank van der Staaij (mijn zwager), Pauline van der Staaij (mijn nichtje) en ik naar het Vebenabos (Koudekerke) gekomen om hun huisje af te sluiten voor de winter. Na een hele dag met de hogedrukspuit in de weer geweest te zijn, liepen we even een rondje langs het park en terug over het duin. De hele dag hadden we al Kepen, Sijzen, Veldleeuweriken, Koperwieken en Kramsvogels gehoord. Weer binnen aan de thee stelde ik voor om nog even wat vogels gaan kijken, omdat het zonlicht zo mooi was. De anderen waren daar wel voor te porren. We besloten even naar de Amerikaanse Smient in de Sint Laurense weihoek te gaan. Pauline kent alle gebieden omdat ze als bioloog drie jaar voor het Zeeuws Landschap heeft gewerkt. Mijn zwager reed voorbij de rotonde aan de N288 en ik zag opeens een klapekster op een paaltje zitten. Ik riep: "Klapekster!" Pauline riep: "Die wil ik zien!" Dus draaide Frank de auto om en zette hem in de berm van de rondweg Biggekerke, bij km-paal 5. Ja hoor, prachtig te zien, een Klapekster op de paal. Hij vloog naar de grond en Frank en ik riepen meteen: "Wat heeft hij veel wit in de vleugels!" Zou het weer een 'homeyeri' zijn, een onders oort van de Klapekster die Frank en ik vorige maand in het Fochteloërveen in Drenthe hadden bewonderd. Frank zei: "Wat is hij klein." Ja, hij is klein, maar een Kleine Klapekster kan niet in Nederland, die is superzeldzaam. Het boek erbij: de oogstreep klopte voor Kleine, de brede witte vlek in de vleu gels ook. Nog een kenmerk waren de langere handpennen, die tot halver wege zijn staart kwamen! Nu waren we overtuigd: het was een Kleine Klapek ster. Het enige wat hij niet had was het zwart tot op het voorhoofd, maar - zo stond in het boek - dat hadden vrouw tjes en juvenielen niet in het najaar. "We moeten een foto maken', riep ik. Pauline had net een geweldige, nieu we smartphone en probeerde door de telescoop foto's te maken. Het bewijs- plaatje was er, zij het met 'discokrin gen, maar de staart stond er op als je goed keek! Met de nieuwe telefoon de boel op waarneming.nl gezet. Ik scheet peuken omdat ik wist dat de hele DBA over me heen zou vallen als het niet klopte, maar ik wilde wel bevestiging van de Walcheren-mensen die wij in de jaren door hadden leren 6 't Zwelmpje 27e jaargang, nummer 1, augustus 2012 kennen, zoals Pim Wolf, Rob Sponselee en Peter Meininger. Bovendien zijn de Walcherenaren zeer gebrand op wat op hun gebied voorkomt. Iedereen wil de nog voor het donker aanwezig zijn. Het volgende uur zou super hectisch verlopen. Binnen een paar minuten kwam Rob Sponselee aangescheurd. Hij kon direct door mijn telescoop kij ken en was nog niet direct overtuigd: "Heb je een boek?" "Kijk naar de staart', riep ik. Het is niet te omschrijven wat er in die paar seconden gebeurde. "Hij vliegt over de weg naar ons toe", riep ik. De Kleine Klapekster kwam op vijf meter voor ons in de struikjes zitten. Rob nam een video-opname en was opgewonden, overtuigd en blij. Toen kwamen er nog meer mensen toegesneld. Auto's werden onbeheerd met sleutel erin achtergelaten. "Waar zit hij?', was de standaardvraag. Ook werd er druk gebeld. "Je moet komen, nu! En plankgas, man!" En hoe men dan verscheen: de één op sokken, de ander in pyjamabroek, precies zoals men thuis was, was men in de auto gesprongen, naar de Kleine Klapekster toe. Eén persoon maakte het hele maal bont: hij kwam, keek door de telescoop en verdween meteen weer met een vage kreet: "Ik moet de ruzie met mijn vrouw weer bijleggen!" Voor de aanstormende vogelaars werd de telescoop al klaargezet en op de vogel gericht. De vogel bleef zeven dagen aanwezig en werd druk bezocht. Via waarneming.nl kwamen de volgen de aantallen: Dag 1 (22 oktober): 12 waarnemingen Dag 2: 105 waarnemingen Dag 3: 57 waarnemingen Dag 4: 23 waarnemingen (regen) Dag 5: 40 waarnemingen Dag 6: 21 waarnemingen Dag 7 (28 oktober): 34 waarnemingen Aart Lagerwerf 27e jaargang, nummer 1, augustus 2012 't Zwelmpje 7

Tijdschriftenbank Zeeland

't Zwelmpje | 2012 | | pagina 4