Tijdschriftenbank Zeeland

HomeSearch

276 resultaten gevonden

| Sterna | pagina 136

De kolonie breidde zich snel uit naar de ernaast gelegen boerderij van de heer De Bruin en later ook naar de Iepen aan de Galatheese Dijk. De uitbreiding stond in verband met het verdwijnen van ... kolonies elders, zoals die te Din- teloord. De 'Reigers werden nooit verstoord en er is dan ook nooit op geschoten, aldus De Bruin, die ontstaan en ondergang van de kolonie heeft meegemaakt en die zich her

| Sterna | pagina 135

Deze kolonie was gevestigd op "Hofstede Biemond" aan de Plaatweg. Hoewel er ijeinig betrouwbare gegevens bekend zijn, is het in ieder geval nooit een grote kolonie geweest. De Reigers broedden er ... rustig in de kolonie. De dieren werden verjaagd omdat men dacht dat de bomen zouden doodgaan vanwege de uitwerpselen van de Reigers. Toen de bomen dood waren kregen de Reigers dan ook de schuld. Niet

| Sterna | pagina 134

Al broeden er in Nederland verdeeld over zo'n 200 kolonies ongeveer 10.000 Blauwe Reigers en al is ook Schouwen een dergelijke kolonie rijk, toch moet de kop van dit verhaal negatief worden bekeken

| Sterna | pagina 106

land. Dat verkleint de kans dat rovers zoals Vos, Bunzing, Hermelijn, Wezel, rat en Mens de kolonie bereiken. Tegenwoordig zijn rat. Mens en Wezel - vermoedelijk in die volgorde - de gevaarlijkste in de ... De tot dusver genoemde factoren zijn voornamelijk van a-biotische aard. Er moet echter ook nog een biotische factor worden genoemd: de aanwezig heid van een Kokmeeuwen-kolonie. Ik meen dat Jan P

| Sterna | pagina 104

Zowel Visdieven als Grote Sterns blijken voordeel te hebben van het nabuur schap van een kolonie Kokmeeuwen in het geval van stropende Zilvers en Mantels. Toen er op de Hompelvoet ratten verschenen ... , bleken de Kokmeeu wen gedurende de vestiging deze rovers uit het centrum van de kolonie te verdrijven. Later in het broedseizoen vormden de Kokmeeuwen een effektie- ve barrière en waren de in hun midden

| Sterna | pagina 102

" verslag gedaan van een Wezel die op de hil in de kolonie van de Weevers Inlaag grote aantallen jonge, niet vliegvlug- ge Visdieven doodbeet (de Koningh, 1972).

| Sterna | pagina 96

Komt er echter een bonte of zwarte kraai in de buurt van de kolonie, dan breekt de hel los en met z'n allen verdrijven ze de indringer in de kortst mogelijke tijd.

| Sterna | pagina 95

Vanaf 1954 was er een nieuwe kolonie van formaat: in de Braakman. In dat jaar waren hier ongeveer 35 nesten. Deze broedplaats werd echter weer snel verlaten; in 1957 nog maar 13 paar en dit was

| Sterna | pagina 90

Op de schorren van het Zuid-Sloe (de Kaloot), tussen Walcheren en Zuid- Beveland, bevond zich een kolonie Visdieven, die in 1942 50, in 1945 65, in 1956 75 en in 1957 300-400 paar telde. Deze ... In de Oosterschenge broedden in 1940-1947 60 a 75 paar, in 1942 150 paar en in 1948 30 paar. Deze kolonie is tegenwoordig verdwenen.

| Sterna | pagina 89

er een nieuwe kolonie van 15 nesten bij het polderhuis van Wissenkerke. In 1952 en 1953 waren de aantallen hier toegenomen (Braaksma, 1958). Verder wijzen de, fragmentari sche, gegevens erop dat er zo ... tot 200 a 300 paar in de jaren 1970-1973. Toen op de nabij de Goudplaat gelegen Soelekerkeplaat een nieuwe kolonie ont stond, namen de aantallen broedende Visdieven op de Goudplaat na 1974 sterk af en

| Sterna | pagina 88

23 paar en tussen 1970 en 1977 2 tot 10 paar. Op Duiveland resteert nog één kolonie: in de Maire bij Oosterland, waar in 1978 30-35 paar broedden. ... ) broedden in 1978 9-12 paar en in 1979 8-12 paar. Op het werkeiland Molenplaat in de Oosterschelde nabij Bergen op Zoom was in 1977 een kolonie van 50-75 paar en in 1978 van 20-25 paar. Tengevolge van

| Sterna | pagina 88

.v. de kolonie Dwergsterns op de Ho ge Platen). Verder springen twee aan de rand van het ge bied gelegen gebieden er qua vogelrijkdom uit: Het Zwin

| Sterna | pagina 87

de grootste kolonie herbergen. Tussen 1970 en 1979 vertoonde het aantal broedende Visdieven in de Grevelingen een toenemende tendens en bereikte een top in 1979 met 618 paar (Sterna; Braaksma, 1958

| Sterna | pagina 86

de aantallen en in 1958 broed den er 800 paar, in 1959 600, in 1960 400, in 1962 220 en in 1963 60. Sindsdien broeden er hoogstens nog enkele paren (Jaarverslagen De Beer). In 1979 was er een kolonie ... Op het opgespoten terrein op het Hellegatsplein bevindt zich in ieder geval sinds 1963 een kolonie Visdieven. De meeste jaren broedden hier tussen 40 en 60 paar, in 1967 130 en in 1970 125 paar

| Sterna | pagina 82

dijks komen te liggen. Door de uitbanning van het getij en de stringente be waking zijn hier de afgelopen jaren de broedseizoenen voor een groeiende kolonie zeer gunstig geweest en zijn vele jongen

| Sterna | pagina 81

Vanaf half juni werd de Kolonie regelmatig door Bruine Kiekendieven be zocht. De Kokmeeuwen bleken meestal niet in staat om deze vogels uit de kolonie te verjagen. Op Ivlarkenje verliep het seizoen

| Sterna | pagina 80

In de dertiger jaren was er naast deze twee kolonies in de jaren 19311932 en 1934 nog een kolonie op het Groene Strand van Oostvoorne. De respectieve lijke cijfers voor deze jaren waren 1000 paar, 30

| Sterna | pagina 79

kolonie aanwezig waren. In de dagen daaraan voorafgaand waren ze telkens bij 'panics' (massaal opvliegen) voor roofvogels, met name Slechtvalk en p Sperwer, niet meer of slechts vele uren later naar de

| Sterna | pagina 73

Een kolonie huiszwaluwen is nu reeds aangegroeid tot, naar ruwe schatting, 100 stuks prachtige vogeL.: welke het rond de bungalow en het atelier, hetwelk de bewoner er onlangs liet bijbouwen prima ... Soms strijkt de kolonie op de hoge antenne neer en kunnen we ze bij benadering tellen zegt. het echtpaar, dat bijzonder is ingenomen met deze "commune".

| Sterna | pagina 72

"Tenslotte is het weren van mensen, honden en ratten van bijzonder groot belang en bewaking gedurende de broedtijd is dan ook een eerste vereiste om een kolonie Grote Sterns te behouden."

| Sterna | pagina 72

naar Zuid-Beveland. Eind mei 1945 waren wij weer terug op de totaal verwoeste Oosterland- se kooi. Een kolonie Aalscholvers, dat was alles wat restte'. Twee jaar later, op 1 mei 1947,stop te Simon

| Sterna | pagina 71

aantreffen. Vooral het kolonie vormend man- teldier: Geleikorst, de kwalpoliep: Klein Tandho- renkoraal en de mosdiertjeskolonie: Fijne Vliescel- poliep, komen we heel vaak tegen. Bij het wier wemelt het van

| Sterna | pagina 70

Voor ons was de dag nog niet afgelopen. De duizenden Grote Sterns broedend op Markenje zouden ons in verrukking brengen toen een Bruine Kiekendief boven de kolonie verscheen. En nog later ontdekten

| Sterna | pagina 68

Dreischor en Nieuwerkerk. In deze Sasput lag een „hil" een eilandje met een kolonie van Visdiefjes en Kokmeeuwen (foto 20). Het was een van de geliefde plekjes van de bekende vogelfotograaf Johannes

| Sterna | pagina 65

paarterreinen afgaan. Allereerst de Zoeten en Zouten Haard. Meteen in het begin bij het rechthoekje met kruis een prachtig terrein voor insecten. Er was daar een kolonie van enige honder den nesten van de

| Sterna | pagina 62

eenden en zilvermeeuwen vindt men in die duinen ook de klei ne kolonie stormneeuwenDeze duinen zijn mede daarom terecht gesloten voor het publiek, al worden de vogels toch nog al eens verstoord door

| Sterna | pagina 55

Inlagen een kolonie Visdieven van 20 nesten „verdween". Het is ook de vraag of het volksgebruik van het snijden van zeekraal in de inlagen en op de karrevelden tegenwoordig niet moet worden beperkt

| Sterna | pagina 53

Kokmeeuwen. In 1988 huisden er nog nauwelijks paren tussen het op gaand geboomte tegen het talud, zodat vrijwel de gehele kolonie op het kale deel lag en de visdieven geen kokmeeuwvrij deel meer ter

| Sterna | pagina 50

Achteruitgang van de kolonie ... In de jaren '60 was het gedaan met de reigerop- vang, want de kolonie ging hard achteruit. De ver vuiling van het polderwater verminderde het voed selaanbod. De strenge winter van 1963 eiste een

| Sterna | pagina 50

Koereiger 24 25-5-92 1 ex. in/bij kolonie Kok meeuw/Grote Stern; 23-6-92 1 ex. achtervolgd door Zil vermeeuw (wellicht gaat het steeds om dezelfde vogel die ook bij Haamstede werd gezien).

| Sterna | pagina 48

In de broedtijd waren er er een paar gevaren voor de kolonie. Allereerst storm, die de takken- nesten de boom uit schudde. Verder namen Zwarte Kraaien wel jonge reigers met hun poten op en lie ten ze

| Sterna | pagina 46

De situatie-schets, die ik dank aan de medewerking van de heer G. Verhaak, hovenier op Heesterlust en met wie ik ook de eerste tellingen verrichtte, toont een overzicht van de kolonie.

| Sterna | pagina 44

Rondom de Hompelvoet veel lawaai door de grote kolonie grote sterns, terwijl ook de noordse sterns en de andere meeuwen zich niet onbetuigd lieten.

| Sterna | pagina 43

Woensdag bleek het veel harder te waaien. Ver der was het over het algemeen weer zonnig. We za ten een stuk noordelijker, niet zo ver van de Bass Rock met zijn beroemde Jan van Genten-kolonie. In

| Sterna | pagina 39

zoute biotoop. Een kolonie visdiefjes "starret jes",in een weiland richting boerderij Kanaan, kan ik me herinneren. Kokmeeuwen kwamen gek genoeg niet meer terug, wel een enkele strandplevier.

| Sterna | pagina 38

stonden de vogels vaak een poos op de oever te rusten alvorens verder te foerageren of te vertrekken in de richting van de kolonie op Voorne. Meestal betrof het adulte exemplaren, maar regelmatig werden ook

| Sterna | pagina 37

Aanvankelijk broedden Dwergsterns vooral op de Plaat van de Vliet, later op de Noordplaat en de laatste twee jaar herbergt de Krammersche Slik ken Archipel een forse kolonie. In 1992 broedden in het

| Sterna | pagina 35

In het algemeen zijn de vermelde aantallen gebaseerd op tellingen van nesten, bij plevieren ook op waarnemin gen van vogels met jongen. Dubbeltellingen van kolonie vogels die na het mislukken van

| Sterna | pagina 33

het laatst gezien. Wanneer we er van uit gaan dat deze vogel niet het in 1999 verdwenen, twee weken oude, jong uit de gemengde kolonie van Chileense, Caribische en (Grote) Flamingo's in het Duitse

| Sterna | pagina 32

mogen assisteren bij het telwerk in de Grote Stern kolonie in de Grevelingen. Het groepje tellers dat door één van de vaste Hompelvoetbewakers in het haventje wordt opgehaald, bestaat altijd uit ongeveer

| Sterna | pagina 31

op de grootste Noorse kolonie op het eiland Hjelm- söy werden in 1964 110.000 paren, in 1986 5000 paren en in 1987 nog slechts 3 paren geteld (Camp- huysen, 1988).

| Sterna | pagina 31

hetzelfde jaar een grote kolonie oeverzwaluwwen zich in het gronddepot vestigen en tot broeden komen. Er werden in 1999 honderden broedparen geteld door leden van de Vereniging voor Natuur en